vak & mens

Roep om meer juristen in senaat

De Eerste Kamer heeft een nieuwe bezetting. Bijna een vijfde van de leden is jurist. Dat aantal moet omhoog vinden (oud-)advocaten in de senaat. ‘Het is ons op het lijf geschreven.’

Advocaten en oud-advocaten in de Eerste Kamer zijn het erover eens: het senatorenwerk past perfect bij hun achtergrond en bij de eigenschappen die advocaten in het algemeen bezitten. Zo kunnen advocaten een waardevolle bijdrage leveren in de debatten, zijn ze vasthoudend en laten ze zich niet snel in een frame drukken of met een kluitje in het riet sturen door de minister, zeggen ze zelf. ‘En we zijn goed van de tongriem gesneden. Dat komt allemaal van pas,’ zegt Boris Dittrich (67), oud-advocaat, voormalig Tweede Kamerlid en sinds 2019 voor de D66-fractie lid van de Eerste Kamer.

De focus van hem en de andere juristen in de senaat ligt vooral op de uitvoerbaarheid van wetten. ‘Mijn ervaring is dat dat een lastig punt is. Neem als voorbeeld de Wet straffen en beschermen. Door invoering van die wet wordt er meer gevraagd van medewerkers van gevangenissen, reclassering enzovoort. Uit de praktijk horen we dat hierdoor grote problemen ontstaan, met name door personeelstekorten. Daarom is het heel belangrijk dat er (oud-)advocaten in de Eerste Kamer zitten. Wij kennen de praktijk en hebben een netwerk. Zo krijgen we uit de eerste hand de knelpunten te horen.’

Hugo Doornhof (45), partner en advocaat op het gebied van bestuursrecht, omgevings­recht en gemeenterecht bij AKD, ziet dat als een groot voordeel. ‘Het mooie aan het senatorschap is dat je het als nevenactiviteit kunt doen. Zo kun je met de ervaring uit de praktijk, die je nog steeds dagelijks voert, wetsvoorstellen beoordelen.’

Doornhof, sinds 2019 lid van de CDA-fractie in de Eerste Kamer, probeert als senator wetsvoorstellen met meer afstand te beoordelen dan de Tweede Kamer doet. ‘Je bekijkt de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, daarbij het politieke primaat van de Tweede Kamer respecterend.’ Als voorbeeld noemt hij het wetsvoorstel dat het vrouwenquotum voor raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven regelt. ‘Die wet is aangenomen, maar het is maar de vraag of dit bij de rechter in stand blijft. Ik vraag me af of het volgens Europese rechtspraak aanvaardbaar is dat iemand bij voorbaat afvalt door een extern kenmerk. Overigens vind ik andersom soms dat onderwerpen juist te zeer gejuridiseerd worden.’

Goede argumenten

Juristen kunnen in debatten echt het verschil maken, menen de senatoren. Met name door anderen proberen te overtuigen van juridische bezwaren. Doornhof: ‘Het is wel voorgekomen dat ik tijdens een debat citeer uit arresten die ik gewoon in m’n hand heb. Dat word je door een bewindspersoon die een wetsvoorstel verdedigt, natuurlijk niet altijd in dank afgenomen.’

‘We zijn de beschaving kwijt’

Peter Nicolaï (75), voormalig bestuursrechtadvocaat en hoogleraar en sinds 2019 lid van de Partij voor de Dieren-fractie in de Eerste Kamer, heeft de afgelopen vier jaar hard gewerkt aan de Omgevingswet die begin volgend jaar wordt ingevoerd. Door het toedoen van hem en andere juristen zijn er een aantal zaken veranderd in de wet. ‘Zo hebben we ervoor gezorgd dat er meer aandacht is gekomen voor de plaats van de rechter. Er zitten veel open normen in de nieuwe wet waar de rechter mee moet gaan experimenteren. De scherpste randen hebben we hiervan afgekregen, maar feit blijft dat er met deze wet veel geprocedeerd gaat worden. Zowel rechters als advocaten gaan het daardoor veel en veel drukker krijgen. Dat terwijl het al zo slecht gesteld is met de capaciteit binnen de rechtspraak.’

Nicolaï vindt het jammer dat hij de Omgevingswet niet tegen heeft kunnen houden. ‘Ik zag het als een trein die in gang was gezet en niet meer te stoppen was. Het is vaak, en in dit geval ook, een gevecht tussen ambtenaren bij het ministerie en de deskundigen uit de rechtspraktijk. Helaas wint de eerste meestal. Toch heb ik vanuit mijn bestuursrechtelijke praktijk en door het kennen van de mensen en de problemen echt wat kunnen bijdragen.’

De oud-advocaat stond ook op scherp bij de pandemiewet. ‘We hebben heel kritisch naar deze wet gekeken en dan met name naar de vraag of er geen inbreuk op grondrechten werd gemaakt. Ook hier hebben we met moeite de ergste punten eruit weten te snijden.’

Voor Dittrich, die sinds vorige maand voorzitter is van de Vaste Kamercommissie van Justitie en Veiligheid in de Eerste Kamer, was het hoogtepunt in de afgelopen termijn het afwenden van de uitbreiding van het taakstrafverbod. ‘Dat zat me erg hoog. Ik vind dat de rechter het best kan beslissen wat de best passende straf is. Het is niet aan ons als politici om te zeggen dat rechters geen taakstraffen meer mogen geven. Ik heb een hoofdelijke stemming aangevraagd en die hebben we met twee stemmen verschil gewonnen. Daardoor is het wetsvoorstel afgestemd. We moeten niet te veel op de stoel van de rechter gaan zitten. De trias politica is er niet voor niets.’

In het verlengde daarvan hebben met name Dittrich en Doornhof zich de laatste jaren flink geroerd in de debatten over constitutionele toetsing. Het is de taak van de Eerste Kamer om wetsvoorstellen aan de Grondwet te toetsen en juristen zijn daarbij onmisbaar. Doornhof neemt deze taak naar eigen zeggen heel serieus. ‘Als de Eerste Kamer niet goed in staat is om wetsvoorstellen te toetsen aan de Grondwet dan maak je die rol te weinig waar en is er discussie over of de rechter moet kunnen toetsen aan de Grondwet.’

Dalend vertrouwen

Nieuwkomer in de Eerste Kamer is Karin van Bijsterveld (53). Ze is zelfstandig advocaat en mediator personen- en familierecht bij Houtsmuller Boitelle Advocaten in Hilversum en vertegenwoordigt binnen de senaat JA21. Met name op het gebied van de uitvoerbaarheid van wetgeving ligt er volgens haar een uitdagende taak. ‘We moeten dat met elkaar anders doen. We willen van alles organiseren en regelen, maar is het wel haalbaar en uitvoerbaar? Dat wordt een belangrijk aandachtspunt voor mij.

Van Bijsterveld ziet het als een diepgeworteld probleem dat mensen het vertrouwen in de rechtsstaat kwijt zijn. ‘Als je kijkt naar de toeslagenaffaire en de problemen in Groningen is dat ook niet gek. Het is belangrijk dat politici het goede voorbeeld geven. Begin bij jezelf en zorg ervoor dat de overheid er echt voor de burger is.’

Van Bijsterveld, die overstapte van de VVD naar JA21, hoopt op een andere manier politiek te bedrijven. ‘De onvrede is dat de gevestigde orde, de oude politiek, vasthoudt aan de partijdiscipline en het regeerakkoord. Ik vind dat wanneer iets niet deugt we als Eerste Kamer een punt moeten kunnen maken zonder last of ruggespraak.’

De vier senatoren zeggen zich zorgen te maken over de verharding van de politiek, ook binnen de Eerste Kamer, en het dalende vertrouwen in de politiek. Ze hebben niet de illusie voor de doorslaggevende ommekeer te kunnen zorgen, maar hopen wel het goede voorbeeld te geven. ‘We kunnen eraan bijdragen dat de instituties in Nederland zuiver en betrouwbaar handelen,’ denkt Doornhof. ‘Ik heb grote moeite met de politisering van ons orgaan en de verruwing in hoe we met elkaar omgaan. Als we meer rolzuiver zouden zijn, wordt opgepikt dat wij echt van toegevoegde waarde zijn. Als wij die rolzuiverheid verliezen en er alleen nog maar in machtsdenken wordt gehandeld, draag je als senaat bij aan het verlies van vertrouwen.’

Nicolaï zou een debat over ‘de staat van de beschaving’ toejuichen, analoog aan dat van de staat van de rechtsstaat. ‘Advocaten, rechters en officieren worden bedreigd. Maar ook mijn dochter Mia, die Nederland vertegenwoordigde tijdens het Eurovisie Songfestival, kreeg mails waarin stond dat ze niet geboren had mogen worden. We zijn de beschaving kwijt. Het recht op vrijheid van meningsuiting is een recht dat tegenover de staat bestaat, maar het betekent niet dat jij alles maar mag en kan zeggen tegen iedereen.’

De komende jaren wil hij zich hardmaken voor de rechten van dieren in de Grondwet en is hij alert op de extra tranches die bij de pandemiewet gaan komen. ‘Daarnaast ga ik me specifiek richten op artificial intelligence en de vraag hoe om te gaan met desinformatie. Klimaat blijft natuurlijk ook belangrijk. Met het opkopen van boeren wordt dat een zware klus.’

Dittrich blijft vechten voor de sociale advocatuur, belooft hij. ‘Na mijn advocaatstage bij Stibbe heb ik doelbewust gekozen voor een sociaal advocatenkantoor, Ingelse. De armoede was in de jaren tachtig een groot probleem, veel mensen waren verstoken van goede rechtshulp. De sociale advocatuur was toen echt in de verdrukking. Daar wilde ik me voor inzetten. Dat speelt nu weer en voor mij is dat nog steeds een belangrijk thema.’