vak & mens interview

Werken aan herstel

De Staat heeft een zware verantwoordelijkheid jegens gebroken Toeslagengezinnen, vindt advocaat Christiane De Waele. Met een herstelproject voegde ze zelf de daad bij het woord. ‘De second opinion van een onafhankelijk deskundige moet de doorslag geven.’

Het kan raar lopen. De Waele had, als herintredend advocaat op nieuw terrein, nooit verwacht dat ze met de minister zou gaan brainstormen over de aanpak van twee van de grootste misstanden van nu. Want ook in de levens van haar cliënten loopt het raar. Ze raakt niet uitgepraat over blunders, pseudowetenschap en bureaucratische reflexen in de jeugdzorg. Een halfjaar heeft ze genetwerkt en vergaderd over een nieuwe aanpak. Te beginnen bij de kinderen van Toeslagenouders die onterecht uit huis zijn geplaatst.

Vorig najaar maakte het CBS bekend dat het daarbij om zeker 1115 kinderen ging. Drie inspecties zijn sindsdien de toedracht rond de uithuisplaatsingen (UHP’s) aan het analyseren. De Waele werd als kritische nieuwkomer in het jeugdrecht geraadpleegd door onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt. ‘Die ouders werden onterecht achtervolgd door navorderingen,’ vertelde ze hem, ‘dat geeft stress. Sommigen raakten dakloos of aan de drank. Bij andere gezinnen waren er alleen geldzorgen. Het waren goede ouders, maar toch haalde jeugdzorg de kinderen weg.’

Deze maand meldde het CBS dat de Toeslagenaffaire de kans op een kinderbeschermingsmaatregel echter niet heeft vergroot. Toeslagenouders kregen weliswaar veel vaker UHP dan doorsnee gezinnen, zo blijkt uit de statistiek in opdracht van de Inspectie Justitie en Veiligheid, maar niet significant meer dan vergelijkbare gezinnen die niet zijn gedupeerd door het Toeslagen-schandaal. ‘Toch is dat eigenlijk precies wat ik zeg’, reageert De Waele, ‘een probleemgezin, bijvoorbeeld één ouder met laag inkomen, kreeg het laatste duwtje van de fiscus. De Belastingdienst en jeugdzorg gebruikten dezelfde risicoprofielen. Maar er zijn ook welvarende gezinnen die door onterechte navorderingen kapot zijn gemaakt. Daarna waren ze alsnog een arm risicogezin geworden en zei de overheid: jullie zijn nu te beschadigd om nog goed voor je kinderen te kunnen zorgen.’

Ze heeft zelf een Toeslagencliënte, die in 2009 haar twee peuters en een drie maanden oude baby met geweld uit huis gehaald zag worden. Eén kwam na twee jaar terug en later kreeg ze nog een kind. Met weinig geld bleek ze in staat om die twee op te voeden. Het onterecht teruggevorderde geld, meer dan een ton, kreeg ze in 2021 terug, maar haar twee andere kinderen nog niet. ‘Schandalig,’ zegt De Waele, ‘alleen omdat moeder een kleurtje heeft. Want daarom werd ze aangemerkt als fraudeur en daardoor raakte ze haar kinderen kwijt.’

Via de bekende ‘Toeslagenmoeder’ Kristie Rongen en tijdens bijeenkomsten van de Zolderkamer, een initiatief van prinses Laurentien om Toeslagenouders te faciliteren en bij elkaar te brengen, hoorde De Waele meer soortgelijke verhalen. De schaderegeling voor de gedupeerden verliep redelijk, maar voor herstel van de gebroken gezinnen was nog geen aandacht.

Staatsontvoeringen

Dit voorjaar ontstond opnieuw ophef na een tirade over ‘staatsontvoeringen’ van cabaretier Peter Pannekoek. Hij sprak er in het tv-programma Dit Was Het Nieuws schande van dat nog niet één van de meer dan duizend kinderen was teruggeplaatst.

‘Ik liep door de wandelgangen te roepen: “Ik heb het! Ik hebt het!”’

Na die oproep kwam de toch al onder vuur liggende jeugdzorg in beweging. Een richtlijn die terugplaatsing na één jaar UHP blokkeerde, werd in april versoepeld en er kwam een speciaal Ondersteuningsteam om Toeslagenouders te helpen bij contactherstel. Tijdens een tumultueus Kamerdebat over wat steeds meer een schandaal binnen een schandaal was geworden, moesten premier Rutte, minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind en de staatssecretarissen voor Toeslagen en Jeugdzorg de Kamer bezweren dat er nu echt actie ondernomen ging worden. De Waele kreeg op de publieke tribune een ingeving. ‘Ik zocht Kristie Rongen en liep door de wandelgangen te roepen: “Ik heb het! Ik hebt het!”’

Lammert van Raan van de Partij voor de Dieren hoorde haar opgewonden ijsberen en vroeg wat er aan de hand was. ‘Dit hele debat gaat over onmacht en bureaucratie,’ legde ze uit, ‘terwijl het eigenlijk simpel is: de overheid is verantwoordelijk voor wat er fout is gegaan en dus moet de overheid het ook actief oplossen.’

Het Kamerlid bracht haar in contact met Weerwind en een paar dagen later zaten ze op zijn werkkamer. Hij was enthousiast en regelde binnen een paar weken dat Toeslagenouders geen griffie en andere juridische kosten meer hoeven te betalen wanneer ze hun kinderen terugvragen. Zij mogen op kosten van de overheid een verzoekschrift indienen en krijgen een gespecialiseerde advocaat vergoed, net als bij de procedure voor vaststelling van de ‘werkelijke schade’. Een door De Waele bepleitte wetswijziging bleek een brug te ver, maar er is een pot van twee miljoen om zo veel mogelijk gezinnen te herstellen. ‘Het project heet Regie bij de Ouders,’ reageert jurist Gerrit de Goede, die namens het ministerie van Justitie en Veiligheid zitting had in de stuurgroep, ‘dus de uitvoering ligt bij de ouders en hun advocaten. De minister wil alles mogelijk maken wat kan bijdragen aan genezing van de diepe wonden die dit schandaal heeft achtergelaten.’

Pilot

Eind oktober diende De Waele een eerste verzoekschrift in voor haar eigen cliënte, een pilot van wat hopelijk een doorbraak gaat worden. ‘Het meisje is inmiddels veertien en zwierf van instelling naar instelling. Ze is deze zomer weggelopen uit haar gezinsvervangend tehuis en reisde zelfstandig naar haar moeder. Daar gaat het naar omstandigheden goed. Ze gaat weer naar school. Toch wil de jeugdbeschermer haar nu in een gesloten instelling plaatsen. Men kan niet toegeven dat men het dertien jaar lang verkeerd heeft gedaan.’

Op kosten van de Staat heeft De Waele daarom een onafhankelijk gedragsdeskundige contra-expertise laten doen. Die adviseert om de moeder weer in de ouderlijke macht te herstellen en het gezin waar nodig extra begeleiding te geven bij praktische problemen, zoals het vinden van een groter huis, en om de trauma’s te verwerken. Momenteel buigt de rechtbank zich over het verzoek.

‘De second opinion van een onafhankelijk deskundige moet de doorslag geven,’ zegt De Waele, ‘het moet invulling geven aan het juridisch containerbegrip “belang van het kind”, de meest misbruikte term in het jeugdrecht. Eigenlijk had ik de bewijslast bij wet willen omkeren: laat de Staat maar aantonen dat het in het belang van het kind is dat het niet wordt teruggeplaatst. Dat bewijs voldoet vaak niet aan de eisen uit de vaste jurisprudentie van het EHRM over “family life”. Het zijn vermoedens, vluchtige indrukken, steeds weer herhaald in een “copy-paste dossier”. Dat broddelwerk blazen we nu weg met een echt gedegen onderzoek.’

‘Het lijkt voor een hulpverlener of instantie dikwijls veiliger om uit huis te plaatsen,’ zegt Geert-Jan Stams, hoogleraar forensische orthopedagogiek aan de UvA, ‘dan heb je in ieder geval wat gedaan.’ De kans dat het fout gaat, zoals destijds bij het meisje van Nulde, lijkt groter als je een kind thuis laat. Uit angst voor negatieve consequenties is er altijd een bias richting UHP en dan blijft het systeem dat ook jaren verdedigen.’ Daarom dacht hij mee over de opzet en het belang van een onafhankelijke contra-expertise. Zo verschaf je de rechter de feiten en argumenten om een kind toch terug te plaatsen. ‘Zijn er belemmeringen voor terugplaatsing? Dat moet de vraag zijn. En zo ja, kunnen we die wegnemen? Daarover krijgen de ouders op kosten van de Staat een onafhankelijke second opinion.’

Ook de Raad voor de rechtspraak en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) waren betrokken bij het opzetten van de pilot. Stams hoopt dat de hoge standaard van het forensisch onderzoek meer ingang krijgt binnen het civiele jeugdrecht. ‘De maatstaven van het NIFP vormen een waarborg tegen overhaaste beslissingen: collegiale toetsing, zowel ouders als kind horen, gevalideerde instrumenten voor risicotaxatie en onderzoek door een gespecialiseerde gedragsdeskundige. Het doel is waarheidsvinding in plaats van nattevingerwerk. Net als in het strafrecht. Als je een kind met littekens of blauwe plekken laat onderzoeken door een gespecialiseerde arts, dan kan die uitmaken of er sprake is van mishandeling of een ongelukje. Dan kan de rechter pas echt een geïnformeerde beslissing nemen.’

Sopraan

De Waele is pas sinds twee jaar weer advocaat. In de jaren negentig werkte ze als corporate lawyer bij onder meer Trenité Van Doorne en Clifford Chance. ‘Zware dossiers, maar toch kreeg ik niet het gevoel dat het betekenis had. Zat ik daar tot diep in de nacht een ingewikkelde securitisation uit te werken terwijl mijn kinderen thuiszaten met waterpokken. Uiteindelijk ben ik rond 2000 gillend uit de advocatuur gestapt.’

Ze kiest in die tijd alsnog voor haar jeugddroom, neemt haar gestaakte zangopleiding weer op en ontwikkelt zich in een paar jaar tot een verdienstelijk sopraan. Maar ook repeteren, optreden en toeren blijken lastig te combineren met het moederschap. Dus gaat het roer weer om. Het herintreden valt niet mee. ‘Ik was er jaren uit en wist niet goed wat ik dan wel wilde.’ Ze doet cursussen en gaat op vrijwillige basis probleemgezinnen coachen. Totdat ze in de krant leest over een jeugdvriendinnetje van wie de kinderen vanwege een bizarre reden uit huis dreigen te worden geplaatst. En haar vaste pianiste belandt in een vechtscheiding. ‘Toen werd het me duidelijk dat ik als advocaat meer kan betekenen dan als coach. En dat mijn resultaatgerichte Zuidas-mentaliteit, gekoppeld aan mijn gedragswetenschappelijke kennis misschien verfrissend werkt voor deze jeugdrechtzaken. Dit werk geeft me wél voldoening, ook al kan ik er de hypotheek niet van betalen.’

Op haar nieuwe kantoor, in een bedrijfsverzamelgebouw toch weer aan de Zuidas, hangt een grote poster van Pippi Langkous. Op de boekenplank staat vooral vakliteratuur over pedagogiek en neuropsychologie. Zo kan ze met actuele inzichten de pseudowetenschap weerleggen die ze in dossiers en op zittingen tegenkomt. Sinds 2015 moet de jeugdzorg worden ingekocht door gemeenten. Veel budget gaat verloren aan preventieve trajecten, terwijl de echte probleemgezinnen op de wachtlijst belanden. ‘Dan zie ik steeds weer dezelfde basispsycholoog of verpleegster opduiken die in veel gemeenten de jeugdzorgpot leegtrekt met nepbehandelingen. Geldverspilling, maar ook schadelijk. Want als je een kind zomaar behandelt zonder goede diagnose, dan wordt het er slechter van.’

Ze heeft geen idee hoeveel gezinnen belangstelling hebben voor haar traject, wanneer dat blijkt te werken. ‘Het zijn er veel meer dan die 1115 – of 1675 volgens een recentere schatting – want veel ouders melden zich niet. Ze zijn het vertrouwen in de overheid kwijt. Daarom werken we onafhankelijk.’

Ruim 90.000 kinderen zijn door het schandaal gedupeerd, en zeker 1600 daarvan zijn uit huis geplaatst. Maar sommigen zijn alweer thuis of inmiddels meerderjarig. Bij het Ondersteuningsteam, waarmee De Waele samenwerkt, hebben zich tot nu toe 160 gezinnen gemeld. Zes kinderen zijn het afgelopen halfjaar teruggeplaatst. ‘Niet alle ouders willen de kinderen gelijk weer thuis,’ zegt Judith Peeters van het Ondersteuningsteam, ‘soms hebben ze nog niet eens een huis. Contactherstel is dan de eerste stap.’

Dat beaamt ook Toeslagenouder Kristie Rongen. ‘Soms is een kind gehecht in een pleeggezin, gaat het daar naar school en heeft het vriendjes. Dan blijft het liever daar. Ik ken ouders die hun kind niet opnieuw willen losrukken uit een vertrouwde omgeving. Ze brengen dan een groot offer.’

‘Als een kind een veilige plek vindt in een pleeggezin, zal het ook weer makkelijker terug kunnen naar de eigen ouders,’ reageert De Waele, ‘een kind heeft een natuurlijke loyaliteit aan zijn beide ouders en kán zich niet “onthechten” – die term en de pseudowetenschap eromheen worden ten onrechte als excuus gebruikt om een uit huis geplaatst kind niet terug te laten keren naar zijn eigen ouders. En bovendien vinden veel jeugdzorg-kinderen helaas nooit een stabiel pleeggezin.’

‘Dit werk geeft me wél voldoening, ook al kan ik er de hypotheek niet van betalen.’

‘Uit onderzoek blijkt dat ongeveer een derde van de UHP-kinderen binnen een halfjaar wordt doorgeplaatst,’ beaamt hoogleraar Stams, ‘UHP leidt dus niet altijd tot meer veiligheid en continuïteit in de opvoeding, omdat kinderen van hot naar her gaan.’ Hij hoopt dat terugplaatsing van kinderen gebruikelijker wordt, ook los van de Toeslagenaffaire. ‘Als er geen belemmeringen zijn, waarom zou je dan niet terugplaatsen? Je kunt beter hulp aanbieden, de ouders ondersteunen zodat ze het zelf aankunnen. De instroom in de jeugdzorg is te groot en de uitstroom te laag. Daarom is het systeem overbelast en de kwaliteit beneden peil. Het moet dus hoe dan ook anders.’