vak & mens

impact

‘IND pleegt zinloos juridisch geweld’

Als migratierechtadvocaat Anton Kleijweg (58) wordt benaderd door een gezin uit Zuid-Afrika waarvan de vader plots het verblijfsrecht wordt geweigerd, bekruipt hem voor de zoveelste keer een gevoel van frustratie. ‘Dit is zinloos juridisch geweld.’

‘Ik kan het niet ontkennen: veel van de procedures die de IND nodig maakt, vormen een bron van frustratie. Ik ben gespecialiseerd in migratierecht en zie al jaren dat de IND mensen van het kastje naar de muur stuurt. Er is weinig menselijks meer aan. Er worden beslissingen genomen die voorzienbaar niet houdbaar zijn, maar het systeem lijkt erop gericht om die beslissingen toch in stand te houden. Dat heeft veel procedures tot gevolg waarvan de IND weet dat hij die uiteindelijk gaat verliezen. Vreemdelingen worden daardoor soms zo afgemat dat ze uiteindelijk afhaken.

De mensen die ik bijsta begrijpen het niet, worden depressief, boos en kunnen geen kant op. Ik voel op dat soort momenten weerzin tegenover een systeem dat is gericht op doorgaan, terwijl herbezinning noodzakelijk is. Voordat ik advocaat werd, werkte ik bij diverse overheidsdiensten. Toen al dacht ik: dat kan toch veel klantvriendelijker? Als advocaat houd ik voldoende professionele afstand en doe ik mijn werk. Maar als ik de zoveelse procedure moet voeren voor een cliënt dan denk ik: wat een waste of time and money. Dit is gesubsidieerde rechtshulp, dus belastinggeld. Deze procedures zijn vaak onnodig. Ik zou liever iets anders doen.’

De boel frusteren

‘Mijn cliënten – een gezin uit Zuid-Afrika waarvan moeder en kind de Nederlandse nationaliteit hebben – hadden voor de vader een faciliterend visum gekregen om Nederland in te reizen en een verblijfsdocument te vragen zodat hij voor zijn toen nog minderjarige zoon kon zorgen.

Op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) hebben de verzorgende ouders van een Nederlands kind in beginsel het recht hun kind in Nederland op te voeden. Op het moment dat mijn cliënten het visum aanvroegen, was hun kind zeventien jaar, dus minderjarig. Het gezin voldeed aan alle vereisten. Nadat ze waren ingereisd en de man het verblijfsdocument had aangevraagd, liet de IND maanden later weten dat de man geen verblijfsrecht zou krijgen. Het kind was immers inmiddels meerderjarig. Gevolg was dat in de visie van de IND de man onrechtmatig in Nederland verbleef en dat hij moest terugkeren naar Zuid-Afrika om daar een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te vragen voor verblijf bij zijn Nederlandse echtgenote en kind.

Aan alle voorwaarden voor verlening van de mvv werd voldaan, dus de procedure was compleet overbodig. Daarbij betrof het een lange procedure, hetgeen betekende dat de vader voor drie tot zes maanden terug zou moeten keren naar Zuid-Afrika.

Mijn cliënten waren verbaasd. Ze hadden alle regels gevolgd. Het faciliterende visum was voor de vader verleend en het verzoek om erkenning van zijn – van rechtswege bestaande – verblijfsrecht was tijdig tijdens de minderjarigheid van het kind ingediend. Dan mochten ze er toch op vertrouwen dat de vader niet het land uit werd gezet alleen om formele redenen?

Het was een keurig gezin, beide ouders hadden een baan en zorgden voor een nette opvoeding van hun studerende zoon. Het stel was inmiddels 25 jaar getrouwd. Elk weldenkend mens ziet in dat de vader op basis van artikel 8 EVRM in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning bij echtgenote en kind en dat hij niet vanuit Zuid-Afrika een langdurige mvv-procedure hoeft te doorlopen.

Dat is natuurlijk uitvoerig gemotiveerd in de bezwaarprocedure bij de IND, maar die bleef bij zijn standpunt: het bezwaar werd ongegrond verklaard. Ik stelde beroep in bij de rechtbank. Clienten hadden het moeilijk met zoveel hardvochtigheid en ik probeerde ze gerust te stellen. Aan sweet talking doe ik niet, ik kan zelden iets beloven, maar ik gaf aan dat het naar mijn inschatting goed zou komen. Uit ervaring weet ik dat als je doorprocedeert, de proces­vertegen­woordiger van de IND vaak toegeeft op het moment dat de zaak bijna ter zitting wordt behandeld. Helaas is mijn ervaring ook dat uitspraken van rechters niet altijd voorspelbaar zijn. Zeker in het pre-toeslagen­affaire­tijdperk hadden sommige rechtbanken de neiging erg welwillend te zijn als het op beslissingen van de IND aankwam. Gelaten wachtten cliënten af.’

Geen redelijk belang

‘Zelf zou ik heel boos worden als ik in deze situatie zou zitten. Ik zou me eerlijk gezegd niet meer betrokken voelen bij dit land als ik uiteindelijk toch een verblijfs­vergunning kreeg. De manier waarop ik behandeld werd, zou ik niet vergeten. Mijn cliënten waren uit ander hout gesneden. Ze waren verbazingwekkend mild.

Na een kleine twee jaar procederen kreeg ik van de IND vlak voor de zitting te horen dat de beschikking werd ingetrokken en de vader een verblijfs­vergunning kreeg. Cliënten reageerden blij toen ik ze belde, maar het blijft een ergernis dat de IND mensen zo lang laat procederen voor een zaak die simpel en oplosbaar is. De IND heeft ook geen enkel redelijk belang bij het procederen en ook de rechtbanken worden er door belast. De gemiddelde IND beslisambtenaar is welwillend en oplossingsgericht. Mij bekruipt daarom het gevoel dat de werkwijze beleidsmatig is, met als doel het de vreemdeling zo moeilijk mogelijk te maken. Dat is schrijnend.’

Impact

In de rubriek Impact vertelt een advocaat over een zaak die bovengemiddeld veel indruk maakte, daarmee het maatschappelijke belang van de advocatuur onderstrepend. Heeft u een soortgelijke ervaring die u wilt delen, stuur dan een e‑mail naar redactie@​advocaten​blad.nl.