column
Adequaat toezicht in een afkalvende rechtsstaat
Deze tijd staat in het teken van een ‘wankelende’ rechtsstaat. Vrije rechtspraak en onafhankelijke advocatuur blijken zelfs in de westerse wereld geen vanzelfsprekendheid. Ook in ons land wordt gemorreld aan de pilaren van de rechtsstaat. Samen met de president van de rechtbank en de hoofdofficier van justitie in Amsterdam schreef ik eind februari dit jaar een opiniebijdrage in de Telegraaf waarin we onze zorgen uitten over de afkalvende rechtsstaat.
Niet eerder kwam vanuit de togadriehoek zo een duidelijke boodschap naar voren waarin we, ieder vanuit onze eigen rol, ons doel nastreven: een stabiele rechtsstaat waarin alle burgers toegang tot de rechter hebben, naar slachtoffers wordt geluisterd, verdachten eerlijk behandeld worden en rechterlijke uitspraken worden nageleefd.
Het opiniestuk heeft veel aandacht getrokken; wij ontvingen veel bijval maar ook veel kritiek. De rode lijn in de kritiek was dat wij ook de hand in eigen boezem moeten steken en dat de rechtsstaat onder druk staat omdat rechters niet doen wat de politiek wil. De gedachte dat de rechter mee moet gaan met de wensen van de politiek was voor ons nu juist een van de redenen om aan de bel te trekken. Deze gedachte miskent namelijk de staatsrechtelijke rol van de rechter. De rechter is er om de wet toe te passen en de rechten van individuele burgers te waarborgen en niet om te doen wat de politiek wil.
De kritiek laat zien dat de balans tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht verstoord is geraakt en door die verstoring kunnen togadragers minder goed hun werk doen. Zij worden persoonlijk belaagd, advocaten worden nog meer dan vroeger met hun cliënten vereenzelvigd en er wordt openlijk getwijfeld aan de onafhankelijkheid van de rechter. Er lijkt sprake van afkalvend vertrouwen.
De kritiek moeten wij ons als togadragers ook aantrekken. Wij moeten transparanter zijn, ons vaker uitspreken en meer uitleggen. Als togadragers moeten wij ook (meer) uitdragen dat wij vertrouwen hebben in de integriteit van elkaar, als professionals die bij de rechtsbedeling betrokken zijn.
Door mij zo expliciet uit te spreken, voel ik een nog sterkere drang ons toezicht adequaat en effectief uit te voeren. Natuurlijk is een groot deel van ons toezicht reactief; we kunnen immers niet continu meekijken over de schouders van alle bijna 19.000 advocaten in Nederland. We vinden echter steeds meer en betere methoden om ons toezicht ook meer preventief en adaptief uit te voeren, zodat het aansluit op de actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de bestaande praktijk.
Wel geldt ook hiervoor dat meer transparantie zou helpen om duidelijk te maken wat het toezicht inhoudt waardoor het vertrouwen (hopelijk) toeneemt. Helaas komt transparantie wel vaak in conflict met de geheimhoudingsplicht. Het is een uitdaging om daar een goede balans in te vinden, maar wel een uitdaging om op te pakken.
Wwft-zaak of niet?
Niet elke advocatuurlijke dienst valt onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Maar wanneer wél? En wat als een zaak ‘van kleur verschiet’? De beknopte leidraad ‘Wel of geen Wwft-zaak?’ helpt u in drie stappen te bepalen of de Wwft van toepassing is. Cruciaal: beoordeel dit per dienst afzonderlijk en leg uw afweging vast. Want wat begint als een arbeidsrechtelijke bijstand, kan eindigen als een Wwft-plichtige vastgoedtransactie. Wees ook alert op misbruik zoals ‘sham litigation’ en raadpleeg bij twijfel het Kenniscentrum Wwft.
Het volledige stappenplan, praktijkvoorbeelden en handige tools zoals het Wwft-formulier en de FAQ’s kunt u terugvinden op toezicht
Het toezicht op de advocatuur wordt uitgeoefend door de dekens van de elf arrondissementen, verenigd in het dekenberaad. De dekens voeren het toezicht onafhankelijk, transparant, uniform en effectief uit. Kijk voor meer informatie op www.toezicht
