vak & mens cover

The NextGen: Ambitieus en bevlogen

De nieuwe generatie talentvolle advocaten onderscheidt zich niet alleen op inhoudelijk vlak. Ze hebben een uitgesproken drive en zijn maatschappelijk betrokken. Het Advocatenblad selecteerde op willekeurige basis tien jonge talenten. In dit nummer deel 1: vijf portretten van jonge vrouwen die vertellen over hun ambities, hoop en verwachtingen.

‘We moeten ons blijven uitspreken’

Op de basisschool werd al gezegd dat Nienke de Bruijn advocaat moest worden. Haar grote recht­vaardig­heidsgevoel viel op, net als de drang om uit te komen voor haar mening. Binnen het Amsterdamse bureau Brandeis houdt ze zich sinds haar beëdiging in 2021 bezig met geschillen op het gebied van informatierecht en grondrechten. Het liefst trekt ze haar toga aan voor zaken die gaan over het demonstratierecht en zet ze zich in voor maatschappelijk relevante projecten.

Nienke de Bruijn (29)

Advocaat informatierecht en grondrechten bij bureau Brandeis.

Winnaar Young Talent – Gouden Zandloper 2024.

Zit onder meer in het bestuur van Stichting DE/​MO en is campagnemanager bij Waaromkiesjij.nl en spininstructrice bij Rocycle Studios.

Waar komt die drive vandaan?

‘Mijn maat­schappelijke betrokkenheid heb ik van huis uit meegekregen. Mijn vader is Marokkaans, mijn moeder komt uit Nederlands-Indië. Ze waren allebei acht jaar toen ze naar Nederland kwamen en hebben geleerd dat niks vanzelf­sprekend is in het leven. Ik heb het privilege dat ik het leven kan leiden wat ik nu leid. Ik vind het belangrijk om met mensen te delen dat het geen vanzelf­sprekend­heid is om in een democratie te leven. Ik probeer elke dag na te denken hoe ik mijn steentje kan bijdragen aan een betere of eerlijkere wereld.’

Dat heeft er ook aan bijgedragen dat je bij bureau Brandeis bent gaan werken.

‘Klopt, ik kan die gedachte best vaak in mijn werk kwijt. Wij willen opkomen voor mensen die de status quo uitdagen of organisaties die tegenover de big tech staan of tegenover grote financiële instellingen. Partijen waar je in je eentje niet zomaar tegen kunt procederen. We doen ook gewoon commerciële zaken over intellectuele eigendom bijvoorbeeld, maar de meeste energie haal ik uit de maat­schappelijke zaken.’

Welke zaak is je tot nu toe het meest bijgebleven?

‘Dat is het kort geding over een demonstratie op zee bij Hawaï waarbij we Greenpeace International hebben bijgestaan. De vraag was of Greenpeace daar door mocht gaan met vreedzaam demonstreren bij een schip. Het bedrijf was met het schip op zoek naar mangaanknollen. Die liggen op de bodem van de diepzee en bevatten veel mineralen. Multinationals vernielen met die ontginning de diepzeebodem. Binnen 24 uur moesten we in de recht­bank staan. Dan sta je dus tegenover grote Amerikaanse partijen. We hebben de zaak gewonnen. De demonstranten moesten los van het schip blijven, maar mochten er wel met een kano omheen blijven varen om het onderzoek te hinderen.’

Wat maakt de advocatuur zo leuk?

‘De dynamiek in dit soort zaken is geweldig. Het zijn zaken die echt leven in de maatschappij en ik krijg veel ruimte om me naast de advocatuur te ontwikkelen via maat­schappelijke initiatieven. Ik geloof erin dat ik daardoor ook weer een betere advocaat word.’

Bij welke projecten ben je betrokken?

‘Ik zit onder andere in het bestuur van Stichting DE/​MO en ik ben campagnemanager bij Waaromkiesjij.nl. Ik heb verder een podcast gemaakt over de Amerikaanse verkiezingen (De Amerikaanse Aanpak). Ik vind het eng en gevaarlijk wat er met de Amerikaanse rechts­staat gebeurt. Het verplaatst zich langzaam en onopvallend ook naar Nederland. Voor we het weten, zijn we een deel van onze rechten kwijt. Een treffend voorbeeld daarvan is dat er in de huidige coalitie is gesproken over uitbreiding van het toetsingsverbod naar Europese verdragen. Als dat erdoor komt, is het eigenlijk niet meer mogelijk om aan fundamentele rechten te toetsen. Ook het willen inperken van collectieve acties is een goed voorbeeld. Ik denk dat daar voor advocaten een verant­woordelijk­heid ligt. We zijn onafhankelijk en partijdig bij onze cliënten, maar we zijn ook de hoeders van de rechts­staat. We moeten ons blijven uitspreken.’

Wat moet een goede advocaat volgens jou verder hebben?

‘Als advocaat ben je niet alleen een filter, maar ook een trechter. Er komt veel op je af vanuit cliënten, vaak ook een bak aan emotie en overbodige informatie. En ik geloof in een bepaalde vorm van uitgesprokenheid. Dat je echt ergens voor staat, want dan trek je ook de cliënten aan die jij het best kunt vertegen­woordigen.’

Wat wil je zelf nog leren?

‘Ik wil dé expert worden binnen het demonstratierecht en grondrechten. En ik vind pleiten leuk. Er is altijd ruimte om een verhaal beter te maken en een pleidooi blijft een verhaal. Mijn belang­rijkste motivatie is om altijd te kijken hoe ik kan bijdragen aan een betere wereld. Dat is voor mij de ultieme zoektocht. Ik maak me grote zorgen om hoe het in de wereld gaat. Ik hou me vast aan de kleine mooie initiatieven, goede mensen, mooie demonstraties en verbindende momenten om me heen.’

Heb je een kinderwens en hoe denk je dat in te passen in je werk?

‘Mijn vriend en ik hebben zeker een kinderwens, al ben ik nog best jong. Ik ben er nog niet concreet mee bezig, maar tegen die tijd maken we er hoe dan ook tijd voor.’


‘Ik gooi mijn mensen graag in het diepe’

Nina Orlić (32)

Advocaat binnen de praktijk­groep Dispute Resolution van Loyens & Loeff.

Per 1 juli aanstaande benoemd tot counsel binnen het Privacy & Cybersecurity Team. Lid van een drietal rechts­beschermingscommissies van de Erasmus Universiteit Rotterdam, zoals de Commissie Ongewenst Gedrag en ambassadeur van Bridges Network.

Na een master onder­nemings­recht specialiseerde ze zich in het gegevensbeschermings- en privacyrecht. Naast deze rechts­gebieden houdt zij zich in haar dagelijkse praktijk bezig met onderwerpen op het gebied van cybersecurity, tele­communi­catie­recht, digitale regulering en gereguleerde markten. Al vanaf haar beëdiging in 2017 werkt Nina Orlić doelgericht toe naar een krachtige eigen praktijk. Het is dan ook niet voor niets dat ze per 1 juli als 32-jarige is benoemd tot counsel. Haar nieuwe rol als leider van het Nederlandse Privacy & Cybersecurity team van Loyens & Loeff gaat ze vol vertrouwen tegemoet.

Wat is er zo interessant aan het privacyrecht?

‘Het privacyrecht en de Algemene Verordening Gegevens­bescherming (AVG) in het bijzonder raken aan vele onderwerpen. Je komt het overal tegen, het is altijd actueel en in ontwikkeling. Iedereen vindt er wat van en heeft er een gevoel bij. Of het nu gaat om de schoolfoto van je kinderen, de gegevensbescherming bij de voetbalvereniging of de slimme deurbel bij de buren. Ik bleek er ook best goed in te zijn. Dat maakt dingen leuker. De kwesties waar ik mee te maken heb, zijn niet alleen juridisch maar vaak ook heel technisch en strategisch. Je denkt echt mee met de bedrijven die je adviseert. Welke data zijn waardevol voor de ontwikkeling van een product of voor behoud van klanten? Hoe moet ik die verzamelen? Waar zitten de risico’s?’

Wat maakt dat je er goed in bent?

‘Ik hou ervan om dingen uit te pluizen en verbanden te leggen. Het past bij mij, omdat het elke keer net anders is. De AVG werkt voor iedereen anders door. Wanneer je personeel met camera’s wilt monitoren, heb je met andere waarborgen te maken dan wanneer je bijvoorbeeld als financiële instelling cliënten moet screenen. Ik ben redelijk snel verveeld en die wisselwerking werkt voor mij heel goed. En het is ook nog eens belangrijk. Als het misgaat en er ontstaat bijvoorbeeld een datalek, dan kan het mensen of bedrijven enorm schaden.’

Hoe omschrijf je jouw leiderschapsstijl?

‘Ik wil mijn team uitdagen en mensen de kans geven om zich te ontwikkelen en zelfstandig te werken. Ik gooi mijn mensen graag in het diepe en geef ze vertrouwen en verant­woordelijk­heid. Daar hou ik ze vervolgens ook aan. Fouten maken mag, maar trek op tijd aan de bel als je ergens tegenaan loopt. Het teamgevoel vind ik cruciaal. Ik probeer iedereen echt los te laten en ga niet bijhouden hoe laat mensen binnen zijn en weggaan. Uiteindelijk gaat het erom dat het werk gedaan wordt en ik probeer mijn teamleden ertoe aan te zetten om ook mij ter verantwoording te roepen als dat nodig is. Het is een wisselwerking en ik wil een open en transparant team vormen. Mensen moeten met plezier komen en gaan.’

Dan moet de work-lifebalance ook goed zijn.

‘Zeker, mede daarom geef ik mijn team veel vrijheid. Cliënten kunnen veeleisend zijn en het is belangrijk met beide benen op de grond te blijven staan. Natuurlijk doorkruist het hoge serviceniveau wat we nastreven zo nu en dan je privéleven. Dat hoort nu eenmaal bij dit werk. Maar je hoeft van mij niet binnen een halfuur op een e‑mail te reageren als het geen spoed heeft. Het hoeft niet allemaal gisteren af te zijn, het moet vooral een beetje leuk blijven.’

Je doet ook nog veel naast je praktijk.

‘Klopt, ik ben docent bij de Grotius Academie en vind het leuk om te schrijven en publiekelijk te spreken. Daarnaast ben ik lid van drie rechts­beschermingscommissies van de Erasmus Universiteit Rotterdam, zoals de Commissie Ongewenst Gedrag en ambassadeur van Bridges Network. Dat is een stichting die een brug wil slaan tussen biculturele studenten en de commerciële advocatuur, het OM, de rechterlijke macht en het bedrijfsleven. Dat gaat me aan het hart, want voor mensen met een biculturele achtergrond kan de afstand tot een kantoor als Loyens & Loeff groot en intimiderend aanvoelen. Je denkt wellicht niet in het plaatje te passen. Bijvoorbeeld omdat je twijfelt of je met jouw achtergrond wel past bij een bepaalde organisatie. Of omdat je geen ouders of volwassenen in je omgeving hebt die je daarin wegwijs kunnen maken en de (ongeschreven) spelregels kennen. Dat is zonde. Daarmee blijft er een hoop potentie onbenut en het is bewezen dat iedereen baat heeft bij diversiteit op de werkvloer.’

Wat hoop je de komende jaren te leren?

‘Ik hoop de praktijk verder uit te bouwen nu ik deze echt zelf ga draaien. We hebben een hartstikke leuk team waarmee ik mooie zaken wil blijven doen. Het liefst op het snijvlak van technisch inhoudelijk en concreet pragmatisch advies.’

Om het zo uiteindelijk tot partner te schoppen?

‘Wie weet, mijn nieuwe rol als counsel is alvast een goede manier om te zien of het bevalt.’


‘Ik roep al vanaf mijn eerste stagejaar dat ik partner wil worden’

Van een master straf­recht, een modeopleiding en eerste baan in de modebranche naar senior associate binnen de Corporate/​M&A praktijk­groep van CMS in Amsterdam. Marcellina Rietvelt volgde een onconventionele route om te komen waar ze nu is. Inmiddels zit ze helemaal op haar plek en droomt ze ervan partner te worden.

Marcellina Rietvelt (35)

Senior associate binnen de Corporate/​M&A groep bij CMS.

Winnaar van de Best Young M&A Lawyer 2024 Award.

Specialiseerde zich in duurzame energie en is betrokken bij de energietransitie.

Je hebt geen alledaagse achtergrond voor een Zuidas-advocaat. Hoe ben je uiteindelijk bij CMS terechtgekomen?

‘Het straf­recht paste mij niet en bij mijn werk in de modebranche miste ik de intellectuele uitdaging. Ik was tot ik hier kwam echt nog op zoek naar mijn passie. Een vriend uit de corporate litigation hoek dacht dat het onder­nemings­recht goed bij mij zou passen. Het zette me aan het denken, ook al zag ik mezelf helemaal niet zitten op zo’n Zuidas-kantoor. Ik ben gaan googelen en kwam een vacature tegen voor een personal assistent bij CMS. Na een toch wel wat gek sollicitatiegesprek, gezien mijn achtergrond, bleek dat ik een goede klik had met een van de vrouwelijke partners en werd ik aangenomen.’

Beviel dat meteen goed?

‘Het voelde alsof alle puzzelstukjes in elkaar vielen. Na een maand of vijf ben ik bij ons hoofd van de corporate praktijk binnengestapt of hij een functie had die beter bij mijn opleidingsachtergrond aansloot. Hij stond niet direct te springen, maar ik hield vol. Hij waardeerde mijn lef en besloot het in de groep te gooien. Dat was geen succes. Een deel zag me als de legally blonde die op een ochtend wakker werd en besloot advocaat te worden. Na vertrek van onze paralegal besloot ik daarop te solliciteren. Vanaf toen kon ik me bewijzen. Toen ineens veel collega’s tegelijkertijd afwezig waren, heb ik mijn kans gegrepen. Ik ben alle kamers langsgegaan met de vraag of ze hulp konden gebruiken. Zo heb ik bij verschillende transacties meegedraaid. Cecilia van der Weijden, hoofd van het Energy-team binnen de corporate praktijk, durfde het uiteindelijk met me aan en zo werd ik in 2019 beëdigd.’

Wat maakt dit vak zo leuk?

‘De M&A-praktijk is enorm hectisch en dynamisch. Het is constant high pressure. Ook vind ik het leuk dat je in een team werkt. Binnen je eigen kantoor, maar ook met de weder­partij. We gaan met elkaar in onderhandeling, maar uiteindelijk wil iedereen die closing. Ik heb me gespecialiseerd in duurzame energie, een sector die constant aan verandering onderhevig is. Duurzame energie is de toekomst en Nederland heeft op dat vlak de nodige ambities uitgesproken. Het is mooi om daarbij betrokken te zijn en cliënten bij te staan die een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van deze ambities.’

Vorig jaar heb je de Best Young M&A Lawyer 2024 Award gewonnen.

‘Bizar. Die zag ik niet aankomen toen ik de andere negen kandidaten met prachtige cv’s zag. Het is extra bijzonder omdat ik zo’n aparte route heb gevolgd. Het maakt me soms onzeker. De mensen met wie ik werk, weten wat ik kan maar dit ging om een jury van acht onafhankelijke mensen. Het gaf mij de bevestiging dat ik echt op mijn plek zit.’

Wat maakt een goed M&A-advocaat?

‘Je moet allereerst goed met de stress om kunnen gaan. Dat wordt alleen maar belangrijker naarmate je hogerop komt. Als ik nu als senior een transactie leid en in paniek raak, dan raakt de rest van het team ook in paniek. Je moet vindingrijk zijn. Dingen lopen vaak anders. Goed blijven nadenken, communiceren en begrijpen waar iedereen vandaan komt.’

Wat hoop je de komende jaren te leren?

‘Ik ben nu bezig met de Grotius Academie om weer echt de focus op de inhoud te leggen. Ook zou ik graag nog eens naar het buitenland willen voor een aantal maanden. Ik kom nu op het punt in mijn carrière dat ik het steeds meer alleen moet doen. Dat is spannend, maar ook een leuke en logische vervolgstap. Ik roep al vanaf mijn eerste stagejaar dat ik graag partner wil worden. Daar moeten de partners elke keer om lachen. Ik kan het maar beter alvast kenbaar maken.’

Heb je een kinderwens en zo ja, denk je er al over na hoe dat te combineren met je werk?

‘Dat is een vraag die in 2025 eigenlijk niet meer aan vrouwen gesteld zou moeten worden, maar ik heb zeker een kinderwens. Ik ben van plan om dat te combineren zoals alle mannelijke partners dat ook doen; in overleg met je echtgenoot en met een beetje hulp van de kinderopvang.’


‘Je wordt sociaal advocaat vanuit een intrinsieke motivatie’

Esmée Verschuren (26)

Sociaal advocaat familie- en jeugdrecht bij Legal Sharks advocaten.

Zet zich in om meer aandacht voor de sociale advocatuur te genereren.

Een vecht­scheiding tussen haar ouders liet Esmée Verschuren het belang van goede rechts­bijstand zien. Die persoonlijke ervaring maakt dat ze al op jonge leeftijd wist dat ze advocaat wilde worden. Ze zit nu in het laatste jaar van de beroeps­opleiding. Naast haar werk bij Legal Sharks advocaten in Gilze probeert ze de sociale advocatuur op de kaart te zetten onder jongeren. Ze is ervan geschrokken hoe weinig advocaat-stagiairs van de gefinancierde rechts­bijstand weten.

Is de sociale advocatuur een roeping?

‘Zeker. Tijdens de vecht­scheiding van mijn ouders zag ik van dichtbij hoe belangrijk het is om een goede advocaat te hebben. Dat heb ik ook ervaren toen ik in mijn studietijd vrijwilliger was bij de rechts­winkel voor kinderen in Den Haag. Daar wordt gratis juridisch advies gegeven wanneer er geen geld is voor een advocaat. Ik wist meteen dat de sociale advocatuur bij mij past. Ik ben geen rechten gaan studeren om veel geld te verdienen, maar om iets terug te doen voor de maatschappij.’

Sta je nu dan ook voornamelijk ouders en kinderen bij?

‘Ja, ik doe familierecht en civiel jeugdrecht. Dan kun je denken aan kinderbeschermingsmaat­regelen zoals ondertoezichtstelling, uithuis­plaatsing en geschillen over omgangsregelingen, gezag of alimentatie. Een van de meest interessante zaken die ik doe, loopt nu een jaar of twee. In die zaak sta ik ouders bij die dakloos zijn. Er speelt echte multiproblematiek. Hun kind is uit huis geplaatst omdat de ouders geen dak meer boven hun hoofd hebben. Eerst vrijwillig bij opa en oma, maar uiteindelijk werd het een machtiging uithuis­plaatsing. Ondertussen is er ook veel discussie en conflict met de gezinsvoogden geweest. Op dit moment over de school waar het kind naartoe moet. Ouders hebben een tijd geen advocaat gehad. Onder meer omdat ze niemand konden vinden die bereid was om hun omvangrijke dossier aan te nemen. Dat is ook niet gek als je maar acht uur voor een civiele jeugdrechtszaak betaald krijgt en het dossier zo groot is. Daarbij zijn de ouders ook niet de makkelijkste cliënten. Ik vind dit soort complexe zaken juist interessant. Je begeleidt ouders echt door het juridische traject heen. Los van de juridische vraagstukken geeft dit soort cliënten een zaak een bepaalde dynamiek en diepgang. Je moet met deze mensen om kunnen gaan, blijven communiceren en de samen­werking zoeken tussen alle betrokken partijen. Dat is af en toe allesbehalve gemakkelijk.’

Wat zijn je ambities?

‘Op korte termijn is dat de beroeps­opleiding afmaken en me verder specialiseren in het civiele jeugdrecht. Op de langere termijn hoop ik mijn eigen kantoor te hebben. Het lijkt me fijn dat je zelf kunt bepalen welke zaken je oppakt en welke niet. Mijn uiteindelijke doel is om kinderrechter te worden. Daarvoor wil ik eerst ervaring opdoen binnen de advocatuur.’

Maak je je zorgen over de sociale advocatuur?

‘Jazeker. Er is veel te weinig nieuwe aanwas. Dat is op zich begrijpelijk als je kijkt naar de vergoedingen. Ik probeer het vak te promoten onder jongeren door duidelijk te maken dat het mij voldoende oplevert. Ik verdien er een goede boterham mee. Het scheelt natuurlijk wel dat ik in loondienst ben. Dat is wel de beste opstap en gelukkig is daar nu subsidie voor. Dat maakt het voor bestaande kantoren makkelijker om een sociaal advocaat in loondienst aan te nemen. Geld speelt een rol, maar je kiest uiteindelijk voor dit vak vanuit de gedachte dat iedereen recht heeft op een advocaat. Die intrinsieke motivatie moet je hebben.’

Waarom moeten jongeren verder voor de sociale advocatuur kiezen?

‘Het is een ontzettend leuk en mooi beroep. Het is nooit saai. Je hebt te maken met verschillende soorten mensen, met allerlei verschillende achtergronden. Het is dynamisch werk. Ik ben blij dat er de laatste tijd meer aandacht voor de sociale advocatuur is. Binnen de beroeps­opleiding, maar ook bij de rechtenfaculteiten.’

Hoe ervaar je de werkdruk binnen de sociale advocatuur?

‘De werkdruk ligt heel hoog, omdat er vaak sprake is van multiproblematiek. Ik heb er daarom heel bewust voor gekozen om vier dagen te werken in plaats van vijf. Ik heb het geluk dat dat financieel kan, omdat ik samenwoon en we tweeverdieners zijn. Door parttime te werken wil ik mijn mentale gezondheid een beetje in acht houden. Daarnaast probeer ik dagelijks een halfuur te wandelen om mijn hoofd leeg te maken en een goede werk-privébalans te houden door genoeg te ontspannen. Ik wil dit werk graag nog lang volhouden.’


‘Ik heb vrijwilligerswerk altijd belangrijk gevonden’

Al tijdens haar studie koos ze heel bewust voor vakken met een internationaal karakter. Het moest dan ook zeker een internationaal advocaten­kantoor worden waar Maren Klein haar eerste carrièrestappen ging zetten. Een studentstage bij NautaDutilh in Amsterdam trok haar over de streep. Inmiddels is ze bijna vier jaar advocaat en zet ze zich als vrijwilliger in voor verschillende maat­schappelijke projecten die gericht zijn op het verbeteren van mensen­rechten.

Maren Klein (28)

Advocaat mededingingsrecht, EU-recht en litigation bij NautaDutilh.

Lid van de pro bono commissie van NautaDutilh, zet zich in voor de Access to Justice Campaign van Lawyers for Lawyers en is voorzitter van Stichting Mamita Alice. Voorheen was ze voorzitter van NautaDutilhs Young Professionals Board.

Je werkt binnen NautaDutilh in twee teams. Hoe is dat zo gekomen?

‘Dat is van nature zo ontstaan. Ik ben begonnen in het litigation team waar ik mij focus op commercial litigation en arbitrage. Bij NautaDutilh wissel je na anderhalf jaar van team. Dat werd mede vanwege mijn EU-recht-achtergrond het mededingingsrecht, met een focus op competition litigation. De procedurele kant wilde ik namelijk niet achter me laten. Ik ben blij dat ik het momenteel kan combineren.’

Wat maakt je werk zo interessant?

‘Dat je binnen het Europees recht en internationaal recht bezig bent met onderwerpen die dicht bij de politiek, maatschappij en bij de belevingswereld van burgers staan. Zeker in het mededingingsrecht heb je te maken met kwesties die belangrijk zijn voor Nederland, Europa en de wereld. De combinatie van dat meer maat­schappelijke en politieke met het internationale karakter vind ik leuk. Net als het uitpluizen van procedurele of feitelijke vragen over bijvoorbeeld kartels en misbruik van machtspositie.’

Wat maakt een goed advocaat volgens jou?

‘Interesse hebben in je cliënt. Je moet willen doorgronden wie je cliënt is, wat diens behoefte is en hoe jij daarin een rol kunt spelen. Je moet nieuwsgierig zijn naar het onderwerp en echt willen uitzoeken hoe het precies zit. Je verdiepen in een specifieke markt of bepaald product. En je moet ook echt een drive hebben om het beste resultaat voor jouw cliënt te willen behalen. Zeker bij procedures is dat belangrijk.’

Wat hoop je de komende jaren te leren?

‘Ik wil me blijven ontwikkelen in brede zin. Veel verschillende zaken doen en zien hoe verschillende advocaten werken. En natuurlijk mijn inhoudelijke kennis blijven vergroten. Er gebeurt op dit moment ontzettend veel binnen het mededingingsrecht, dus dat vergt constante studie. Daarbij wil ik mezelf ook blijven ontwikkelen in soft skills. Een goede advocaat is meer dan alleen een inhoudelijk expert.’

Je bent ook maatschappelijk actief.

‘Klopt, ik heb vrijwilligerswerk altijd belangrijk gevonden. We delen deze wereld met elkaar en daarom is het belangrijk om je kennis en kunde ook met elkaar te delen. We hebben daarvoor bij NautaDutilh een Impact Programma. Op basis van dat programma kun je jaarlijks een deel van je uren besteden aan projecten en initiatieven waarmee je impact maakt. In dat kader zit ik in onze pro bono commissie en ben ik actief voor de Access to Justice Campaign van Lawyers for Lawyers. Dat project zet zich in voor advocaten die cliënten uit de lgbtqia+-community bijstaan. Advocaten zijn de hoeders van de rechts­staat, maar staan wereld­wijd steeds meer onder druk. Dat geldt in het bijzonder voor advocaten die minderheden bijstaan. Ik vind het zelf heel belangrijk om hen te kunnen steunen, want samen staan we sterk. Mijn mensen­rechtenstudie komt daarbij goed van pas. Daarnaast ben ik voorzitter van Stichting Mamita Alice. Dat is een Nederlandse steunstichting die zich in een van de armste gebieden van Peru inzet voor kansarme jongeren en kinderen. Het is fijn en belangrijk dat er ruimte is voor dit soort werk binnen kantoor.’

Hoe ervaar je de werk-privébalans tot nu toe?

‘Het beste voor je cliënt willen behalen is het uitgangspunt en daar hoort bij dat je soms meer uren moet maken. Ik haal daar veel plezier uit. Daarbinnen is ruimte voor balans en eigen invulling. Als je een piek hebt gehad, pak je ook een dal. Die balans draagt bij aan de prettige werksfeer. Ik vind het daarbij bijzonder dat je binnen NautaDutilh vanaf dag één betrokken wordt bij zaken. Je mening wordt serieus genomen en bij iedere partner staat de deur open. In mijn team zijn we eigenlijk bijna altijd wel op kantoor. Dat is gezellig. Maar thuis­werken is natuurlijk ook mogelijk.’

Wat doe je graag om te ontspannen?

‘Ik lees graag, doe aan yoga en ik houd van reizen en de wereld zien. Ik heb een master in de Verenigde Staten gevolgd en een halfjaar in India stage gelopen. Ik hoop zeker ooit nog een tijdje in het buitenland te werken. Dat lijkt me geweldig.’