column

Mr. X stuurt dickpic

Mr. X doet familierechtzaken. Van MeToo lijkt hij nooit te hebben gehoord.

Mr. X kreeg via een huisartsenpraktijk een vrouw doorgestuurd die zorgen had over een tegenvallende alimentatiebeschikking. Mr. X ging voor haar in hoger beroep. Ze stuurden elkaar berichten via WhatsApp. In het begin over ontbrekende stukken, maar na een maand kreeg het contact een seksuele lading. Mr. X stuurde naakfoto’s, waaronder een dickpic, en vroeg haar ook naaktfoto’s te sturen. Herhaaldelijk stuurde hij aan op een ontmoeting om seks te hebben. Hij appte en belde, ook midden in de nacht, ook over privézaken en drong aan op geheim­houding over de inhoud van hun contacten.

De cliënt klaagt over dit gedrag. Zij wijst erop dat zij zich in een afhankelijke positie bevond en daardoor dwang ervoer.

Volgens mr. X was klaagster te laat met haar klacht, meer dan drie jaar na het laatste appje dat zij als dwingend had ervaren. Verder stelt hij dat het ging om privégedrag en dat het dus geen invloed had op zijn functioneren als advocaat. Ook betwist hij dat er sprake was van dwang.

Op de zitting is de cliënt niet aanwezig. Haar gemachtigde leest een brief voor waarin zij schrijft welke impact het gedrag van mr. X op haar heeft gehad.

Mr. vertelt dat hij pas in de gaten had dat hij fout zat toen hij de klacht las. Hij erkent nu dat hij onvoldoende professionele distantie had bewaard, maar beroept zich op zijn omstandig­heden – een scheiding en een zware burn-out.

De Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden verwerpt het formele verweer. De cliënt diende haar klacht binnen drie jaar in bij de deken; dat is het beslissende moment. En privégedrag is (onder andere) tucht­rechtelijk relevant als er voldoende verband is met de praktijkuitoefening. Dat was hier het geval.

Het gedrag van mr. X en het aandringen op geheim­houding raken aan de kernwaarde integriteit en rechtvaardigen een zware maatregel, aldus de raad. Scheiding en burn-out zijn geen excuus.

De raad weegt mee dat het ging om een kwetsbare cliënt die van mr. X afhankelijk was. Dat mr. X pas na ontvangst van de klacht besefte dat hij verkeerd zat, vindt de raad zorgwekkend. Nu hij op de zitting doordrongen leek van zijn misstap en excuses maakte, gaat de raad ervan uit dat het een eenmalige ‘zeer ernstige fout’ betrof. Hij krijgt een voorwaardelijke schorsing van vier weken (ECLI:​NL:​TADRARL:​2025:122).