vak & mens
advocaat en algoritme
Algoritme gevoed met data ggz-patiënt
Een algoritme moest de wachtlijsten in de ggz terugdringen. Schending van het beroepsgeheim, protesteerden psychiaters. Niettemin verloren ze de rechtszaak.
Informatie over uw gezondheid is medisch geheim en dat geldt al helemaal voor uw diepste zielenroerselen. De overheid weet niet wat u met uw psychiater bespreekt. Tegelijkertijd zijn er ook mensen die de psychische hulp misschien harder nodig hebben. Bijvoorbeeld verwarde mensen op straat. De wachtlijsten in de ggz zijn veel langer voor mensen met complexe problemen omdat behandelaars sneller betaald worden voor cliënten met meer alledaagse klachten, zoals burn-out.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wilde daar iets aan doen en vroeg data op van alle achthonderdduizend ggz-cliënten. Behandelaars en instellingen vulden voor elke cliënt de HoNOS+-vragenlijst in en de scorelijsten moesten geanonimiseerd worden aangeleverd bij de NZa, zodat daarmee een algoritme kon worden gemaakt. Cliënten hoefde niet om toestemming te worden gevraagd en weigerachtige behandelaars riskeerden een dwangsom.
Op basis van de vragenlijst moet het algoritme voorspellen hoeveel een nieuwe cliënt gaat kosten. De behandelaar krijgt met die zorgvraagtypering eerder zijn geld voor langdurige therapieën en zal met dit nieuwe Zorgprestatiemodel dus sneller een moeilijke zaak aannemen, zo was de gedachte.
Maar patiënten en behandelaars gingen zich roeren en stapten naar de rechter. Met de ophef stelde de Autoriteit Persoonsgegevens nadere eisen en de Tweede Kamer stemde tegen het project. De NZa krabbelde terug en besloot de ggz-data eenmalig op te vragen.
In april deed de rechtbank Midden-Nederland uitspraak over de aangespannen zaak. De rechter vindt dat de versleutelde vragenlijsten geen persoonsgegevens bevatten en dat evenmin sprake is van een schending van het medisch beroepsgeheim. Om de scores uit de vragenlijsten te koppelen aan persoonsgegevens uit de ook al gepseudonimiseerde declaratiedata van de NZa zou volgens de rechtbank zoveel rekenkracht nodig zijn dat het technisch niet eens mogelijk is. Ook hackers zouden niets met deze data kunnen.
Advocaat Anton Ekker, bekend van de SyRI-zaak, reageert teleurgesteld op de uitspraak. ‘De HoNOS-lijst heeft negentien vragen met elk vijf mogelijke antwoorden. Er zijn dus miljoenen mogelijke uitkomsten en dat maakt elke uitslag toch heel uniek en persoonlijk. De rechter onderkent dat niet en komt daarmee niet toe aan een inhoudelijke beoordeling.’
De ideële WAMCA-zaak was aangespannen door Vertrouwen in de GGZ, een coalitie van ngo’s, ggz-behandelaars en cliënten. Woordvoerder Ronald Huissen denkt dat de aanloop van de rechtszaak ervoor heeft gezorgd dat de NZa het project heeft teruggebracht tot een eenmalige momentopname. ‘Het algoritme werkt niet goed, zo stelt ook de Adviescommissie zorgvraagtypering. Het kan niet voorspellen hoeveel tijd een behandeling gaat kosten. Je kunt ggz-kosten effectiever inschatten met statistische data op regioniveau. Wat ons betreft, worden behandelaars achteraf gecompenseerd voor de cliënten met ingewikkelde problematiek.’
De NZa ziet in de uitspraak de bevestiging ‘dat we het belang van de samenleving dienen met de doorontwikkeling van het zorgprestatiemodel, waar de zorgvraagtypering een belangrijk onderdeel van is’, aldus woordvoerder Tsui Ying Leung. ‘In het vonnis benadrukt de rechtbank dat de NZa heeft aangetoond dat de doelen met de uitvraag gehaald konden worden. Het was niet noodzakelijk vooraf ook aan te tonen dat de doelen met zekerheid gehaald werden.’
Ook al is het project grotendeels al gestaakt, toch overweegt de coalitie in hoger beroep te gaan. ‘Deze uitspraak schept een precedent,’ vreest Ekker, ‘het risico bestaat dat andere bestuursorganen het voorbeeld van de NZa volgen en grote databanken met gevoelige persoonsgegevens gaan aanleggen. De uitspraak kan ten onrechte de indruk wekken dat dat is toegestaan als je versleuteling toepast.’