vak & mens cover

Verenigde Staten

Trump neemt balie VS op de korrel

De bruuske aanvallen van president Trump op advocaten hebben de Amerikaanse beroeps­groep verdeeld. Grote kantoren zijn gezwicht onder de druk, maar advocaten­organisaties zetten zich schrap. Inter­nationaal groeit de zorg.

Bijna vijftien jaar was Erez Reuveni advocaat bij het Amerikaanse ministerie van Justitie in Washington. Half april kreeg hij de zak, omdat minister Pam Bondi vond dat hij niet genoeg zijn best deed.

Reuveni trad op namens de Amerikaanse regering in een asielzaak rondom de 29-jarige immigrant Abrego Garcia. De man was ondanks een rechterlijk verbod uitgezet naar El Salvador, zogezegd het gevolg van een administratieve fout. Tijdens de rechtszitting waar zijn terugkeer werd geëist, verhulde Reuveni niet dat hij de handelwijze van de autoriteiten niet kon verdedigen. ‘Onze enige argumenten zijn van juridische aard. Hij had niet naar El Salvador gestuurd mogen worden,’ aldus de advocaat. Op de vraag waarom de VS niet gewoon om de terugkeer van Garcia konden vragen, antwoordde Reuveni: ‘Het eerste wat ik deed toen ik deze zaak op mijn bureau kreeg, was mijn cliënten dezelfde vraag stellen.’ Hij voegde eraan toe dat hij geen antwoord kreeg.

De opstelling van Reuveni schoot bij de regering-Trump in het verkeerde keelgat. Op haar eerste dag had justitie­minister Pam Bondi al een memo doen uitgaan waarin van de overheids­advocaten volledige loyaliteit en inzet werd geëist, op straffe van ontslag. En dus werd Reuveni op non-actief gezet, om enkele weken later te worden ontslagen.

Het ontslag van Reuveni is geen opzich­zelf­staand incident, maar past in een grootschalige aanval van de regering-Trump op de onafhankelijkheid van de advocatuur. Eind maart ondertekende president Trump een decreet dat meldde dat ‘advocaten en advocaten­kantoren die zich bezighouden met acties die de wetten van de Verenigde Staten of regels voor het gedrag van advocaten schenden’ ter verantwoording zouden worden geroepen. ‘Verantwoording is vooral belangrijk wanneer wangedrag van advocaten en advocaten­kantoren onze nationale veilig­heid, binnenlandse veilig­heid, openbare veilig­heid of verkiezingsintegriteit bedreigt,’ aldus Trump.

Advocaten van de Amsterdamse vestiging van A&O Shearman hulden de beelden bij hun kantoor­gebouw in regenboog­toga uit protest tegen de overeenkomst die het Amerikaanse kantoor sloot met de regering-Trump.

Minister Bondi kreeg de opdracht sancties te treffen tegen kantoren die ‘lichtzinnige, onredelijke en hinderlijke rechtszaken tegen de Verenigde Staten voeren’. Ze dient daarbij niet alleen de huidige activiteiten van kantoren tegen het licht te houden, maar alle zaken tegen de federale overheid in de afgelopen acht jaar. Die termijn omvat ook de eerste regeerperiode van Trump.

Kort daarna volgde een reeks decreten, specifiek gericht tegen grote advocaten­kantoren, de ‘big law’. Trump verordonneerde sancties teneinde de ‘aanzienlijke risico’s aan te pakken die de zogenaamde big law-kantoren met zich meebrengen’. Volgens de president ondermijnen veel kantoren ‘fundamentele Amerikaanse principes’. Dat doen ze onder meer via ‘hun krachtige pro-bonopraktijken, waarbij ze honderden miljoenen dollars van hun cliënten reserveren voor destructieve doeleinden, die vaak direct of indirect hun eigen cliënten schaden. Advocaten en advocaten­kantoren die zich bezighouden met dergelijk schandalig gedrag, zouden geen toegang moeten hebben tot de geheimen van onze natie, en dergelijk gedrag zou ook niet gesubsidieerd moeten worden door federale belastinggelden of contracten’.

Trump legde sancties op aan een aantal individuele kantoren, waaronder WilmerHale, waar 1.100 advocaten werken, Jenner & Block (circa 450 advocaten) en Perkins Coie (1.100 advocaten). Kantoren die volgens de president ‘de hoogste idealen van het beroep hebben verlaten en de belangen van de VS ondermijnen’. De sancties liegen er niet om: het opheffen van de veilig­heidsmachtigingen voor hun advocaten, een verbod op federale zaken, het weigeren van toegang tot federale gebouwen (inclusief recht­­banken). Ook dienen federale contractanten bekend te maken of ze een van de kantoren hebben ingehuurd.

Vergeldend karakter

De presidentiële bevelen dienen een tweedelig doel. Niet alleen beoogt Trump potentiële tegen­standers van zijn beleid onschadelijk te maken, hij wil ook genoegdoening voor procedures die in het verleden tegen hem of zijn medestanders zijn gevoerd. Democratische politici in het Amerikaanse congres constateerden dat ‘het vergeldende karakter van de decreten niet eens wordt verhuld’.

In het decreet gericht tegen WilmerHale wees Trump erop dat het kantoor eerder Robert Mueller had ingehuurd, de voormalige FBI-directeur die mogelijke Russische inmenging in de verkiezingen van 2016 onderzocht. Het kantoor Willkie Farr (1.200 advocaten) herbergt Doug Emhoff, echtgenoot van de voormalige democratische presidents­kandidaat Kamala Harris, en Timothy Heaphy, hoofdonderzoeker van de congres­commissie die onderzoek deed naar de bestorming van het Capitool in 2021.

Een ander bevel, gericht tegen Jenner & Block, focust op de pro-bonovertegen­woordiging van transgenders en immigranten, hetgeen Trump in de wielen rijdt. Weer een ander bevel straft het advocaten­kantoor Perkins Coie voor, onder andere, het procederen tegen wetgeving die mensen hun stemrecht ontzegt.

WilmerHale, Jenner en Perkins Coie vochten de presidentiële orders onmiddellijk aan bij een federale recht­bank, met succes. De uitvoering van de maat­regelen is opgeschort, in afwachting van verdere procedures. Eén rechter noemde het verontrustend dat Jenner het doelwit leek te zijn van aanvallen vanwege de representatie van transgenders en immigranten, een andere zei dat de WilmerHale-maatregel ernstige neveneffecten kan hebben op het rechtssysteem.

Niettemin boekte de intimidatie­tactiek van Trump succes. Grote kantoren zoals Paul Weiss, Skadden Arps, Milbank, Willkie Farr en Covington & Burling zwichtten, een aantal zelfs voordat er een uitvoerend bevel tegen hen werd uitgevaardigd. Ze sloten overeen­komsten waarbij ze toezegden gezamenlijk voor honderden miljoenen dollar aan pro-bonowerk te doen in zaken die Trump ondersteunt. Verder beloofden ze gratis werk te doen voor conservatieve doelen en af te zien van diversiteits­programma’s bij de werving van personeel. In tweede instantie voegden ook Kirkland & Ellis, Allen Overy Shearman Sterling, Simpson Thacher & Bartlett en Latham & Watkins zich bij het gezelschap.

Anders dan de kantoren die het gevecht aangingen (en een procespraktijk voeren), zijn de schikkende law firms met name actief op de transactiemarkt. Zij lieten zich leiden door het schrikbeeld dat cliënten die deels afhankelijk zijn van overheidscontracten hen zouden verlaten. In een e‑mail aan het personeel schreef het management van Milbank (omzet bijna twee miljard dollar) in het belang van het kantoor en de cliënten te hebben gehandeld. We wilden de zorgen van de regering-Trump op een manier oplossen die onze werk­relatie zou bevorderen en onnodige confrontaties voorkomen, aldus het management.

‘We zullen niet zwijgen over pogingen om de advocatuur om te vormen tot iets dat degenen beloont die het met de overheid eens zijn en degenen straft die dat niet zijn’

Thomas Cerabino, de voorzitter van Willkie Farr, schreef in een verklaring: ‘Het bedrijf kijkt uit naar een constructieve relatie met de regering van Trump en blijft toegewijd aan het dienen van de behoeften van onze cliënten, onze werk­nemers en de gemeenschappen waarvan we deel uitmaken.’

De inschikkelijke houding van de grote kantoren maakte ook veel kritiek los. De 30-jarige Rachel Cohen, enkele jaren werkzaam bij Skadden, nam ontslag en trok publiekelijk fel van leer tegen wat ze bestempelde als capitulatie voor Trump. Ze zei diep teleurgesteld te zijn door het gebrek aan leiderschap van haar bazen en niet te begrijpen dat iemand van haar leeftijd het protest moet leiden. Op LinkedIn schreef ze: ‘Dit moment is existentieel; of we beter worden van een toch al onaanvaardbare status quo of juist slechter, hangt af van hoe we ermee omgaan. Als mijn carrière vereist dat ik accepteer dat mijn sector – want dit is zeker niet uniek voor Skadden – toestaat dat een autoritaire regering de recht­­banken negeert, weiger ik verder te gaan. Anderen kunnen veel, veel meer verliezen dan een salaris.’

Andere advocaten volgden haar voorbeeld. De langst­zittende advocaat van Willkie Farr, Joseph Baio, stapte ook op. Hij verklaarde vrij te willen zijn om te strijden tegen ‘overheids­tirannie, onwettige decreten en sociale onrecht­vaardig­heid’.

Amicus curiae-brief

Een groep van circa vijfhonderd kantoren bracht bij de recht­bank een amicus curiae-brief in ter ondersteuning van Perkins Coie. Onder de deelnemers geen enkele van de twintig grootste Amerikaanse kantoren en slechts drie van de grootste vijftig. ‘Het uitvoeringsbesluit waar het in deze zaak om gaat, en andere soortgelijke besluiten, richten zich rechtstreeks op een aantal van de grootste advocaten­kantoren van het land en zijn erop gericht om alle andere kantoren, groot en klein, onder druk te zetten’, aldus de brief. ‘Welk voordeel een regering op korte termijn ook mag behalen door op deze manier haar macht uit te oefenen, de rechts­staat kan niet lang standhouden in het klimaat van angst die dergelijke acties creëren’.

De American Bar Association (ABA) kwam met een verklaring, onderschreven door tientallen lokale balies en advocatenorganisaties, waarin de onder­mijning van rechtspraak en advocatuur scherp wordt veroordeeld. ‘We zullen niet zwijgen over pogingen om de advocatuur om te vormen tot iets dat degenen beloont die het met de overheid eens zijn en degenen straft die dat niet zijn. Woorden en daden doen ertoe. De intimiderende woorden en daden die we hebben gehoord en gezien, moeten stoppen. Ze zijn bedoeld om de rechters, de recht­­banken en advocatuur van ons land te intimideren.’

Nú is het moment om ons uit te spreken, aldus de verklaring. ‘Onze beroeps­groep staat voor duidelijke keuzes. We kunnen ervoor kiezen om te zwijgen en deze praktijken te laten voortduren, of we kunnen opkomen voor de rechts­staat en de waarden die we hoog in het vaandel hebben staan.’

In de loop van april leek ook de weerstand vanuit de grote kantoren aan momentum te winnen. De Californische advocaat Neel Chatterjee, partner bij Goodwin Procter, verenigde op LinkedIn meer dan zeshonderd vakgenoten in een groep genaamd Law Firm Partners United. De toegang is beperkt tot partners van zogeheten Am Law 200-kantoren. De deelnemers zijn vooralsnog anoniem, maar beloven elkaar ‘om zich uit te spreken wanneer hun kantoor ervoor kiest om te zwijgen’. Tot dusver is de groep vooral druk met onderling overleg over de vervolgstappen. Chatterjee is optimistisch over de gezamenlijke slagkracht. Als elke partner elk jaar twee miljoen omzet vertegen­woordigt, komen ze samen tot een omzet van meer dan een miljard, heeft hij uitgerekend. Daarmee is de groep op papier groter dan menig ander topkantoor.

Ook buiten de VS bestaan er veel zorgen over de afkalving van de Amerikaanse rechts­staat. De International Bar Association heeft zich in een tweeregelige verklaring achter de ABA geschaard. De Europese organisatie van advocaten, de CCBE, deed dat begin april eveneens. In Nederland sloot zowel de NOvA als de Amsterdamse orde van advocaten zich daarbij aan. De Amerikaanse regering heeft inmiddels gedreigd de erkenning in te trekken van de ABA als accreditatie-instantie voor rechten faculteiten in de VS.