actueel

‘Ik droom steeds over rode knoppen’

Advocaat Fred van Rossem (61) werd tijdens een gesprek in de PI Vught plotseling aangevallen door zijn cliënt. Ternauwernood wist hij de noodknop te bereiken.

Deken en NOvA

Advocaat Jan Frederik Schnitzler, deken in Oost-Brabant, laat in een reactie weten: ‘Het is ongelooflijk naar wat advocaat Van Rossem is overkomen, al blijft het gelukkig een incident in vergelijking met de toenemende bedreigingen aan het adres van advocaten. In de elf jaar dat ik deken ben, heb ik zoiets nog niet eerder meegemaakt. Desondanks neem ik het zeer serieus en moeten we kijken hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen. Dit geldt niet alleen voor de penitentiaire inrichtingen, maar ook voor de spreek­kamers bij de politie.

Ik ben geen veiligheidsdeskundige, maar ik kan me voorstellen dat landelijke invoering van een mobiele handmelder soelaas kan bieden. Ik ben niet overtuigd van de mening van de directeur van de PI Vught, die stelt dat een handmelder geen significante verbetering oplevert. Daarom heb ik samen met advocaat Frédérique ten Berge, deken van Midden-Nederland en portefeuille­houder ondermijning van het landelijk deken­beraad, contact opgenomen met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). We wachten het standpunt van de DJI af.’

Ook de NOvA laat weten geschrokken te zijn van het incident. Algemeen deken Jeroen Soeteman heeft inmiddels contact gezocht met Van Rossem en hem een draagbare noodknop aangeboden.

‘De cliënt kwam de spreekkamer binnen in de PI Vught, de deur ging dicht en hij stormde direct op mij af. Als een roofdier in volledige razernij beukte hij op mij in en probeerde me te wurgen. Mijn bril vloog door de lucht. Ik leverde een doodsstrijd en kon me met moeite verweren. Het was een kwestie van seconden; ter­nauwer­nood wist ik de noodknop te raken. Anders had ik het niet kunnen navertellen en was ik wereldnieuws geworden. Het was enorm beangstigend om in een hermetisch afgesloten ruimte zo afhankelijk te zijn van één rode knop aan de muur.’

Van Rossem zou op die bewuste 17 februari nog een laatste voorbereidend gesprek met de cliënt hebben, voordat deze zou worden voorgeleid aan de raadkamer. ‘Bizar genoeg stond de ervaren bewaker die de cliënt naar de kamer had begeleid, gewoon voor de deur. Hij vertrouwde het niet helemaal en hield er rekening mee dat ik op de knop zou drukken. Maar hij heeft me ook verteld dat als ik niet had gedrukt, hij niet naar binnen was gekomen. Als het de cliënt was gelukt om mij bij de noodknop weg te houden, was ik kansloos geweest. Overgeleverd aan de grillen van een ander.’

Op 7 februari kreeg Van Rossem via de piketdienst de cliënt toegewezen. ‘De man was aangehouden op verdenking van brand­stichting en gekwalificeerde diefstal. Hoewel hij tijdens het politie­verhoor onder invloed was van verdovende middelen, maakte hij geen agressieve indruk. Dat gold ook tijdens de voorgeleiding bij de rechter-commissaris een paar dagen later en tijdens de telefoon­gesprekken die we voerden. Hij was vriendelijk, beleefd en zelfs dankbaar voor mijn hulp. Ook zijn casemanager in de PI, die ik later heb gesproken, bevestigde dat beeld. Als ik het vermoeden had gehad dat hij agressief zou zijn, had ik het gesprek achter glas laten plaatsvinden. Maar ik tast volledig in het duister over zijn motief. Ik heb geen idee wat hem heeft getriggerd.’

Kwetsbaar

Sociaal advocaat Fred van Rossem is naar eigen zeggen door de wol geverfd. In zijn gelijknamige eenmans­praktijk voor algemeen recht in Oss heeft hij in zijn loopbaan veel cliënten voorbij zien komen. ‘Ook mensen waarbij het vermoeden bestond van een psychische aandoening, maar die nog niet waren gediagnosticeerd. Ik weet hoe ik mensen voorzichtig moet benaderen en hoe ik harde boodschappen op de juiste manier breng. Ik ben echt wel wat gewend als het gaat om onberekenbaar gedrag. Daar kan ik heel soepeltjes mee omgaan. Bovendien straal ik niet bepaald uit dat ik een vechtersbaas ben. Ik ben nog nooit in mijn leven bij een vechtpartij betrokken geweest.’

In de lunchroom van de PI werd Van Rossem na het incident goed opgevangen door het personeel. ‘Toch ben ik verbaasd over de reactie van de PI-directeur. Hij heeft te kennen gegeven dat hij geen aanleiding ziet om het huidige systeem te veranderen, omdat hij daar de toegevoegde waarde niet van inziet. Maar ik heb aan den lijve ondervonden hoe ontzettend kwetsbaar advocaten zijn. Ik vraag me af of andere advocaten dit hebben meegemaakt. Ik zou graag met hen in contact willen komen.’

Reactie DJI

De DJI laat via een woordvoerder weten: ‘De veiligheid van advocaten en andere bezoekers in de PI Vught heeft onze voortdurende aandacht.’ De DJI betreurt het dat de advocaat betrokken is geraakt in deze ‘uitzonderlijke situatie’, maar stelt dat de beveiliging snel en volgens protocol heeft gehandeld. ‘Een noodknop is een van de manieren om hulp in te roepen, maar zeker niet de enige. Personeel surveilleert zichtbaar en onzichtbaar, is voortdurend alert en getraind om signalen zoals een roep om hulp of andere afwijkende geluiden en gedragingen op te pikken. Daarnaast maken we vooraf en pro­actief inschattingen van de situatie, waarbij mede­werkers ook zelf in actie komen en desgewenst informeren of alles goed gaat.

Het plaatsen van een handmelder is overwogen. Het is niet dé oplossing en voorkomt niet dat een advocaat wordt aangevallen. Veiligheid vraagt om een bredere aanpak dan alleen een extra knop. We blijven continu kijken naar verbeteringen in onze veiligheids­maat­regelen, in balans met wet- en regelgeving en de rechten van gedetineerden en hun advocaten. Zo is bijvoorbeeld camera­toezicht of meeluisteren met gesprekken tussen advocaten en deze groep gedetineerden niet toegestaan, omdat deze gesprekken vertrouwelijk zijn. Uiteindelijk zorgen de medewerkers voor de veiligheid. Veiligheid is dan ook niet alleen een kwestie van instrumentele maat­regelen, maar vooral van alert en goed getraind personeel.’

Hij pleit ervoor dat advocaten in de DJI en op politie­bureaus voortaan een handmelder, een mobiele alarmknop, meekrijgen. ‘Bij verhoren op het politiebureau is er niet eens de mogelijkheid om een cliënt achter glas te ontvangen. Ik wil niet dat collega’s in de toekomst in een vergelijkbare situatie terecht­komen als ik. Als advocaat ben je heel kwetsbaar. Kosten­technisch zou een handmelder, zoals het PI-personeel die ook heeft, geen enkel probleem moeten zijn. Het lijkt me een kleine moeite.’

Het incident laat hem nog niet los. ‘Ik ben flink toegetakeld, bloedde achter mijn oor en liep een hersenschudding op. Sindsdien ben ik schrikachtig en slaap ik slecht. Ik droom steeds over rode knoppen. Ik krijg veel psychische steun van slachtofferhulp, want het incident heeft een enorme impact op mij. Ik overweeg zelfs te stoppen als advocaat.’ Van Rossem heeft inmiddels aangifte gedaan tegen zijn voormalig cliënt.