actueel

Stevige taal OM in zaak-Weski geen uitgemaakte zaak

Het Openbaar Ministerie stelt dat Inez Weski zich ten onrechte verschuilt in haar toga door zich te beroepen op het verschonings­recht. Die bewering is niet zomaar hardgemaakt, stelt advocaat Elpiniki Kolokatsi.

Tijdens de pro-formazitting in de zaak-Weski maakt het OM bekend dat zij ervan verdacht wordt duizenden berichten te hebben uitgewisseld met de zoon van haar toenmalige cliënt Ridouan T. Dat zou volgen uit het in beslag genomen PGP-toestel van die zoon. Gezien de inhoud van de uitgewisselde berichten zou Weski volgens het OM hebben bijgedragen aan het in stand houden van de criminele organisatie van haar cliënt, hetgeen in de ogen van het OM kwalificeert als deelneming aan die organisatie. Met een beroep op haar advocatuurlijk verschonings­recht verschuilt Weski zich volgens het OM ten onrechte in haar toga, zij zou haar privileges hebben misbruikt. Haar komt als verdachte advocaat louter een beroep op het zwijgrecht toe.

De Nederlandse orde van advocaten laat weten dat de geheim­houdings­plicht, de materieel­rechtelijke pendant van het formeelrechtelijke verschonings­recht,noot 1 ook geldt voor oud-advocaten die verdachte zijn. ‘Dit kan een groot spanningsveld opleveren tussen het recht om jezelf te verdedigen in een strafzaak en de wettelijke plicht tot geheim­houding, die eveneens zwaar weegt.’noot 2

In haar boek Het geluid van de stiltenoot 3 veronderstelt Weski het OM bekend met het feit dat zij zich door haar geheim­houdings­plicht op geen enkele manier kan verdedigen. Ook stelt zij dat als het geheim ‘de veiligheid van levens’ kan raken, de geheim­houding hoe dan ook gerespecteerd dient te blijven. Weski benadrukt de eenzame en kwetsbare rol van de geheimhouder en bepleit dat het beroepsgeheim en de geheimhouder door de staat gewaarborgd en beschermd moeten worden.

Met haar straf­rechtelijke vervolging gebeurt het tegendeel en door op de afgelopen pro-formazitting te stellen dat Weski’s beroep op het verschonings­recht neerkomt op het zich ten onrechte verschuilen in haar toga, doet het OM daar nog een schepje bovenop.

Ingevolge artikel 10a Advocatenwet draagt de advocaat zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt en neemt daartoe bij de uitoefening van zijn beroep de geheim­houding in acht binnen de door de wet en het recht gestelde grenzen.

Die grenzen worden in een recente conclusie van de A-G in de cassatie­procedure in de zaak tegen voormalig advocaat Youssef T. nog eens duidelijk op een rijtje gezet. Zo is het primair aan de advocaat om te bepalen in welke gevallen en onder welke omstandig­heden hij het verschonings­recht inroept. Die weet immers als geen ander waarvan hij uit hoofde van zijn beroeps­uitoefening als advocaat kennis heeft genomen.noot 4

Slechts in zeer uitzonderlijke omstandig­heden kan het zo zijn dat het verschonings­recht moet wijken voor de waarheids­vinding. Welke omstandig­heden als zeer uitzonderlijk moeten worden aangemerkt, laat zich volgens de Hoge Raad niet in een algemene regel samenvatten.noot 5 De enkele omstandigheid dat een verschonings­gerechtigde als verdachte wordt aangemerkt, is daartoe niet toereikend, hoewel dat anders kán liggen indien sprake is van de verdenking van deelneming aan een criminele organisatie.noot 6 De stevigheid van de verdenking is daarbij overigens niet van doorslaggevende betekenis, mede met het oog op de onschuld­presumptie en omdat een doorbreking van het verschonings­recht juist bedoeld is voor gevallen waarin de waarheid niet op andere wijze kan worden gevonden.noot 7

De door het OM gebezigde super­latieven met betrekking tot het reeds vergaarde bewijs à charge in de zaak-Weski wijzen op een gebrek aan noodzaak het verschonings­recht te doorbreken. Zeker gezien de daaraan verbonden risico’s voor haar cliënten en het waarborgen van het recht op vertrouwelijke communicatie in de relatie advocaat-cliënt als onderdeel van een eerlijk proces.

Elpiniki Kolokatsi is strafrechtadvocaat in Amersfoort en advocaat-redactielid van dit blad.

Noten

  1. ECLI:NL:PHR:2024:1387 sub 3.1.

  2. https://​nos.nl/​nieuwsuur/​artikel/​2551876-weski-houdt-vast-aan-geheim­houdings­plicht-mijnenveld-voor-haar-advocaten.

  3. Inez Weski, Het geluid van de stilte. Een jaar leven in een voortrazende orkaan (Uitgeverij Lux, Amsterdam-Antwerpen 2024).

  4. ECLI:​NL:​PHR:​2024:1387 sub 3.2.

  5. ECLI:​NL:​HR:​2002:AD5297 r.o. 5.4.3.

  6. ECLI:​NL:​PHR:​2024:1387 sub 3.3.

  7. Conclusie A-G Knigge sub 6.4. bij HR 10 december 2013, NJ 2014/93 en conclusie A-G Machielse sub 2.7. bij HR 10 maart 2009, ECLI:​NL:​HR:​2009:BG9494.