vak & mens

inkijk

Lekker spitten

Wat maakt een rechtsgebied bijzonder? Ruben Wiegerink (48), cassatie­advocaat fiscaal en civiel recht bij Van der Feltz advocaten in Den Haag, biedt een inkijkje.

‘Ik ben schaakliefhebber, strategisch denken in cassatieprocedures kun je daarmee vergelijken. Doordat ik montessorionderwijs heb gevolgd, dat gericht is op zelfstandigheid en planning, heb ik goed leren structureren. Als ik een dossier krijg, begin ik met het analyseren van het arrest van het hof, want daarin staan de belangrijkste geschilpunten. Het is een techniek waarbij ik secuur naga of alle feitelijke stellingen zijn meegewogen. Daarnaast kijk ik of het recht goed is toegepast en of er nog een stelling is waar de rechter een motivering aan had moeten wijden. Dat de dossiers tegenwoordig grotendeels digitaal worden aangeleverd en eenvoudiger doorzoekbaar zijn, maakt het werk een stuk makkelijker.’

Grijs gebied

Bij het grootste deel van zijn dossiers brengt Wiegerink een negatief advies uit om te procederen bij de Hoge Raad. ‘Ik schat in zo’n zeventig procent van de gevallen. Zaken waarbij ik volledig positief adviseer, zijn er weinig. Vaker is er een grijs gebied. Dan zie ik er wel wat in, maar ben ik ook terughoudend omdat ik geen valse hoop wil geven of iemand onnodig op kosten wil jagen. Mijn cliënten, advocaten in eerste aanleg en hun cliënten, zijn vaak al jaren bezig met een zaak en verwachten een hoop. Ik besteed veel tijd aan voorlichten en uitleggen hoe cassatie werkt: de rechtbank en het gerechtshof onderzoeken de feiten en doen aan waarheidsvinding, terwijl de Hoge Raad alleen bekijkt of de uitspraak juridisch correct is en of alle relevante stellingen van de partijen zijn meegewogen.’

Wiegerink begon zijn juridische loopbaan bij diezelfde Hoge Raad. ‘Ik heb de cassatie­techniek geleerd bij het wetenschappelijk bureau. Ik schreef concept­conclusies en -‍arresten. Het was een kijkje in de keuken, maar ik miste het cliëntencontact. Als daar de telefoon ging, was het de advocaat-generaal voor wie ik werkte of hooguit een collega.’ Achttien jaar geleden stapte hij over naar de advocatuur. ‘Destijds kon iedereen cassatie­advocaat worden, mits je kantoor in Den Haag hield. Na de invoering van de Cassatiebalie in 2012 veranderde dat. Het Haags monopolie verdween en de mindere broeders zijn gestopt.’

Procederen

Het cassatiewerk wordt – in principe – schriftelijk afgedaan. ‘De voldoening uit cassatie­zaken haal ik uit het doorspitten van de ingewikkelde juridisch-technische documenten. Ik ben een bèta en als ik geen advocaat was geworden, was ik wellicht net als mijn vader octrooi­emachtigde geworden. Naast cassatieadvocatuur procedeer ik ook bij recht^shy;banken en gerechtshoven in civiele en fiscale zaken. Regelmatig in de rechtszaal staan en een zaak vanaf het begin met feiten opbouwen en argumenten aanvoeren, helpt me in mijn cassatie­werk omdat ik beter inzicht krijg in de rechtsgang. De combinatie procederen en cassatiezaken maakt me een betere advocaat.’