vak & mens
impact
Kinderen die hun vader niet meer willen zien. In een echtscheidingszaak kwam advocaat Jacqueline Bekooij (37) er maar moeilijk van los. ‘Ik ging met deze zaak naar bed en stond ermee op.’
‘Al zo lang ik me kan herinneren, is familierecht iets waar mijn hart naar uitgaat. Ik doe veel echtscheidingen, alimentatiezaken en omgangsregelingen, maar ook jeugdbeschermingsrecht en mediation. Voor mij als advocaat is het belangrijk zo’n proces niet alleen goed te begeleiden, maar ik probeer ook – voor zover dat in mijn macht ligt – eventuele kinderen zo ongeschonden mogelijk uit een echtscheiding te laten komen. Als ouders uit elkaar gaan, zet dat de wereld van iedereen op zijn kop, met name van de kinderen. Een goede band tussen ouders en kinderen, ook na een echtscheiding, is dan ook iets waar ik me dagelijks voor inzet. Het mooiste is als het stel samen tot een goede oplossing komt. Mocht dat niet haalbaar zijn, dan streef ik ernaar de belangen van mijn cliënt goed over te brengen in de rechtszaal.
Het raakte me dan ook dat in één specifieke zaak de band tussen vader en zijn puberende kinderen verslechterde. In afwachting van de bodemprocedure waren er voorlopige afspraken gemaakt rondom de zorgregeling. Bij jonge kinderen wordt er doorgaans concreet tussen ouders vastgelegd wie de kinderen heeft en wanneer. Omdat het pubers betrof, werd afgesproken dat ouders emotionele toestemming zouden geven en zouden stimuleren dat de kinderen – naar eigen inzicht – een leuke tijd konden hebben bij allebei de ouders. Pubers hebben immers zelf veel sociale verplichtingen en zijn op een leeftijd waarop het vaak niet zoveel zin heeft hen dingen te verplichten. De afspraak was dat beide ouders de kinderen emotioneel zouden stimuleren om de andere ouder vaker dan wekelijks te zien. Ook de kinderen waren gehoord voorafgaand aan de zitting waarin de voorlopige afspraken werden gemaakt.’
Frustratie
‘Mijn cliënt – de vader – gaf echter al snel aan dat hij zijn kinderen niet meer zag. Het vermoeden bestond dat moeder geen emotionele toestemming en stimulans gaf aan de kinderen om bij hun vader op bezoek te gaan. Tijdens de uiteindelijke zitting werd een mogelijk hulptraject – aangeboden door de Raad voor de Kinderbescherming – afgewezen door de moeder. Tijdens zo’n hulptraject is er bijvoorbeeld oog voor onderlinge communicatie en hoe je afrondt als partners en verdergaat als ouders. Wat het extra frustrerend maakte, was dat het niet duidelijk was waarom de kinderen hun vader niet meer wilden zien. Uit telefonisch contact tussen de vader en de kinderen was er wel sprake van de wil, maar de uitvoering bleef uit. Ik zag hoe mijn cliënt eronder leed en hoe hij zijn best deed om het op te lossen. Hij probeerde gesprekken aan te gaan met zowel zijn ex als de kinderen, maar zonder resultaat. Het ergste wat je als ouder kan overkomen, is dat je je kinderen niet meer ziet. Was je voorheen dagelijks bij hen betrokken, opeens heb je geen rol meer in hun leven. Ik vond het lastig om hem te vertellen dat de rechter in dezen ook niet zoveel kon doen. Cliënten verwachten vaak dat de gang naar de rechter oplossingen biedt, maar dat is zeker niet altijd het geval. De kinderen waren immers op een leeftijd waarop je hen niet eenvoudigweg kon dwingen om naar hem toe te gaan. De bijzonder curator die uiteindelijk werd aangesteld, bood aan om met beide ouders en de kinderen te gaan praten. Ook dat hielp niet. Na afloop van het traject bleef alles bij het oude.
Als advocaat sta je dan met je rug tegen de muur. Ik probeerde te bedenken of ik nog iets kon doen. Of er misschien nog juridische stappen mogelijk waren. In mijn gesprekken met de vader was ik meer bezig met cliëntmanagement. Ik ben geen psycholoog, maar raadde hem aan kalm te blijven en geduld te hebben. De tijd zijn werk te laten doen. Druk uitoefenen zou waarschijnlijk alleen maar averechts werken. Ondanks dat het voor mijn cliënt emotioneel zwaar en uitputtend was, stonden we er gelukkig hetzelfde in. Mijn cliënt wilde een vechtscheiding koste wat het kost voorkomen, dus hij besloot zich terughoudend op te stellen.
Ik merkte echter dat deze zaak effect op me had. Dat ik er veel aan moest denken en de zaak mee haar huis nam. Ik ben zelf opgevoed door mijn moeder. Mijn vader verdween al vroeg uit beeld. Het feit dat deze man zó zijn best deed om zijn kinderen te zien, triggerde blijkbaar iets in me. Ik wilde hem helpen, maar in dit geval was de rechter niet de oplossing. Vanwege mijn geheimhoudingsplicht kon ik er thuis niet over praten. Op kantoor gelukkig wel. De avond voorafgaand aan de zitting kon ik nauwelijks aan iets anders denken. Ik ging ermee naar bed en stond ermee op.
Tijdens de zitting werd de echtscheiding uitgesproken. Er werd nogmaals benadrukt dat er echt stimulans moest komen, zodat de kinderen ten minste wekelijks bij mijn cliënt zouden gaan eten en hopelijk vaker.
Geleidelijk is het goed gekomen. Anderhalf jaar nadat cliënt voor het eerst bij me op kantoor kwam, stuurde hij me een foto. Hij zat samen met zijn kinderen aan het kerstontbijt. Het ontroerde me, ik was zó blij voor hem. Het vergde een lange adem, maar de disbalans tussen hem en zijn kinderen is gelukkig opgelost.’
In de rubriek Impact vertelt een advocaat over een zaak die bovengemiddeld veel indruk maakte, daarmee het maatschappelijke belang van de advocatuur onderstrepend. Heeft u een soortgelijke ervaring die u wilt delen, stuur dan een e‑mail naar redactie@advocatenblad.nl.