actueel kort nieuws

EU-lidstaat mag vreemd kapitaal weren

EU-lidstaten mogen zuiver financiële investeerders beletten om zich in te kopen bij een advocaten­kantoor. Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald in antwoord op prejudiciële vragen van een Duitse rechter.

De uitspraak volgt op een vraag van een Duitse rechter die moet oordelen over de schrapping van advocaat Daniel Halmer. Hij verkocht in 2021 51 procent van zijn kantoor aan een private-equityfonds, waarna de Duitse orde hem een beroeps­verbod oplegde.

Halmer verzette zich daartegen met het verweer dat een dergelijk verbod in strijd is met het vrij verkeer van kapitaal en diensten binnen de EU. De Europese rechter wijst dat bezwaar echter af.

Volgens het Hof moet worden onderkend dat een investeerder alleen winst nastreeft, terwijl advocaten ook beroeps- en gedrags­regels in acht moeten nemen.

Het is cruciaal dat een advocaat niet in een belangen­conflict verzeild raakt en onafhankelijk blijft, aldus het Hof. Het voegt daaraan toe dat het elke lidstaat vrijstaat zelf te regelen hoe een advocaat zijn beroep moet uitoefenen, aangezien Europese regel­geving op dat punt ontbreekt.

De uitspraak van de Europese rechter is ook van belang voor Nederland, met het oog op de discussie over de zogenaamde alternatieve bedrijfs­structuren. Op dit moment mogen niet-advocaten in beginsel geen mede-eigenaar zijn van een kantoor. Volgens een weten­schappelijk rapport brengt het toestaan van extern kapitaal meer dynamiek in de branche. Het kan leiden tot een gevarieerder diensten­aanbod, meer keuze­vrijheid voor consumenten en meer bewegings­ruimte voor advocaten.

In Engeland is vreemd kapitaal wel toegestaan. Zo biedt supermarkt­keten Coop advocaten­diensten voor consumenten. De NOvA zegt de uitspraak van het Europees Hof te betrekken in een eigen onderzoek. Dit jaar komt onder meer een vijf­jarig experiment met BrandMr ten einde.


Akkoord over cameratoezicht advocaten

De Tweede Kamer en het kabinet zijn het eens geworden over extra maatregelen om crimineel handelen vanuit detentie te bemoeilijken. De regels, die ook advocaten raken, gaan gelden voor alle gedetineerden in EBI en AIT.

Tijdens een debat met de staats­secretarissen Struycken (Rechts­bescherming) en Coenradie (Justitie en Veiligheid) bleek eind januari dat de Kamer instemt met de aanpassing van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Er komt zowel in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) als op de afdelingen Intensief Toezicht (AIT) camera­toezicht bij de vertrouwelijke gesprekken tussen advocaat en cliënt. Gevangenis­personeel kijkt mee, maar mag de beelden in beginsel niet bewaren. Verder mag een EBI- dan wel AIT-gedetineerde straks maximaal twee rechts­bijstands­verleners in de arm nemen.

De NOvA heeft zich fel verzet tegen de ‘disproportionele’ maatregelen. Volgens de orde zou het camera­toezicht niet voor alle gedetineerden moeten gelden, maar alleen bij wijze van uitzondering, na individuele beoordeling.

Het kabinet vindt dat de maat­regelen generiek moeten zijn. Anders gaat er geen preventieve werking vanuit, aldus staats­secretaris Struycken. Hij wees erop dat een individuele afweging wordt gemaakt bij het besluit om een gedetineerde in EBI of AIT te plaatsen.

De Tweede Kamer erkende enigszins beschaamd dat ze ‘rechts­statelijk door rood was gereden’ door eerder in te stemmen met twee amendementen die nog verder gingen. Die strekten ertoe dat vertrouwelijke gesprekken ook auditief zouden worden opgenomen en uitgeluisterd. Pas na het oordeel van de Raad van State dat deze maatregel in strijd is met het hogere recht en de weigering van voormalig minister Weerwind om hem in te voeren, kwam de Kamer tot inkeer.

Een poging van VVD-Kamerlid Ellian opnieuw een amendement in stemming te brengen, leed schipbreuk. Ellian wilde in de Pbw opnemen dat een advocaat niet meer dan twee EBI- of AIT-gedetineerden mag bijstaan, om te voorkomen dat hij als bood­schapper heen en weer reist tussen bende­leden. Na kritiek van andere Kamerleden en de bewinds­lieden, die vreesden dat de maatregel in strijd is met het recht op vrije advocaat­keuze, trok Ellian zijn amendement in. Hij zei zich gedwongen te voelen de grenzen van de rechts­statelijkheid op te zoeken omdat de advocatuur zelf onvoldoende actie onderneemt.