vak & mens

Rechtsstatelijk balanceren

De Tweede Kamer debatteert deze maand over de justitie­begroting voor volgend jaar. NSC-Kamerleden Jesse Six Dijkstra en Sandra Palmen zetten hun prioriteiten op een rijtje.

De dertigjarige Jesse Six Dijkstra is de eerste woordvoerder van NSC tijdens de behandeling van de justitiebegroting. Waar Sandra Palmen zich vooral richt op de portefeuille van staats­secretaris Teun Struycken, houdt Six Dijkstra zich bezig met het werkterrein van minister David van Weel.

Justitiewoordvoerder Jesse Six Dijkstra van NSC.

Six Dijkstra zegt het debat te willen benutten om de visie van NSC op het gebied van justitie en veiligheid te willen neerzetten. ‘Als NSC nemen we een mooie positie in waarin we enerzijds pleiten voor het hard aanpakken van ondermijnende criminaliteit, maar anderzijds ook waar mogelijk perspectief bieden. Dus ook stevig inzetten op preventie, op aanwezigheid van politie in de wijk en terugdringen van recidive.

Six Dijkstra begon zijn loopbaan bij de AIVD, eerst als onderzoeker cyberdreiging, later als beleidsadviseur digitale weerbaarheid. De daar opgedane kennis neemt hij mee in de politiek. ‘Een goed democratisch ingebed stelsel van inlichtingen- en veiligheidsdiensten is nodig om ons veilig te houden, bijvoorbeeld tegen statelijke dreigingen. Daar moet ook een sterk stelsel van toetsing en toezicht tegenover staan. Daarin zijn we de afgelopen tijd tekortgeschoten.

Adequaat toezicht is essentieel, meent het Kamerlid, ook in de strijd tegen cybercrime. ‘Dan kunnen we in elk geval waarborgen dat de inbreuk die de diensten maken op de rechten van mensen, en die ze ook mogen maken in het kader van het algemeen belang, dat die wel zorgvuldig wordt afgewogen, niet buitenproportioneel is, noodzakelijk én gericht. Omdat dat juist het domein is wat je niet als burger kunt controleren. Dat is met reden niet-transparant. Dus moet je erop kunnen vertrouwen dat de toezicht­houders hun werk kunnen doen en voldoende geëquipeerd zijn.’

Six Dijkstra werkt samen met Joost Sneller (D66) en Derk Boswijk (CDA) aan het initiatief­wetsvoorstel Slimmer straffen, dat elektronische detentie als zelfstandige hoofdstraf bepleit. Zou het kunnen dat het NSC-Kamerlid, van oorsprong afkomstig uit de hoek van de ChristenUnie, zich meer senang voelt bij de oppositie dan bij zijn coalitiepartners? ‘Dat denk ik niet. Ik werk goed samen met zowel coalitie als oppositie. Het is wel zo dat wij als Nieuw Sociaal Contract op het gebied van justitie en veiligheid een andere partij zijn dan onze drie coalitie­partners. We kunnen elkaar goed vinden in de harde aanpak van zware en ondermijnende criminaliteit. Als het gaat om preventie vinden we meer weerslag bij andere partijen. Maar er zijn ook thema’s waar we met brede meerderheden kunnen werken, zoals de politie. Er is een Kamerbrede opvatting dat we een goede, sterke en maatschappelijk ingebedde politiemacht nodig hebben.’

Ziet u zichzelf binnen de coalitie als bewaker van de rechts­statelijk­heid?

‘Wij zijn een partij die de rechtsstaat hoog in het vaandel heeft staan. Wij vinden het belangrijk dat die juist versterkt wordt. Dat betekent niet dat we in de coalitie de rol hebben van scheids­rechter die oordeelt over wat wel en niet rechtsstatelijk is. We hopen wel dat al onze initiatieven binnen en buiten het kabinet eraan bijdragen dat de rechtsstaat versterkt wordt.’

Sandra Palmen met de toga van oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer.

Rechts­bescherming

Dat is ook wat de 52-jarige Sandra Palmen voor ogen staat. In haar bijdrage wil ze de nadruk leggen op de rechtsbescherming van de burger. Die moet in haar ogen laag­drempeliger worden. ‘Denk aan geschil­beslechting op wijkniveau, buurtrechtspraak, mediation. De Huizen van het Recht, bedacht door SP-collega Michiel van Nispen, vind ik ook een mooi initiatief. Maar denk ook aan verkeersboetes die worden opgelegd aan burgers. Dat mag geen verdienmodel worden voor de overheid. Boetes dienen uitsluitend gericht te zijn op gedrags­verandering van mensen.’

De sociale advocatuur speelt een belangrijke rol in de rechtsbescherming, erkent Palmen. ‘Rechts­bescherming staat niet voor niets in de Grondwet, het recht op een eerlijk proces zullen wij te allen tijde ondersteunen. Tegelijkertijd zijn we niet de partij die roept: hier heb je een zak met geld en nu zijn alle problemen opgelost. We kijken graag naar de dieper­liggende oorzaken. Rechtsbijstand hoeft niet per se geleverd te worden door een advocaat. Er zijn ook andere juridisch dienstverleners.’

Tussen 2021 en 2023 was Palmen raadsheer-plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep en behandelde ze vooral zaken in de sociale zekerheid. In die jaren kreeg ze geregeld te maken met advocaten. ‘Ik heb veel sociaal advocaten op zitting gehad en grote verschillen in kwaliteit gezien. Mensen moeten daadwerkelijk geholpen zijn met een goede advocaat. Maar de kwaliteit is niet bij iedereen gegarandeerd. Ik zie helaas grote verschillen en dat is iets waar we ook aandacht voor vragen.’

Palmen steunt de lijn die is ingezet onder het vorige kabinet, waarbij ook van commerciële kantoren een bijdrage wordt gevraagd. ‘Ik zie niet in waarom sociale advocatuur is voorbehouden aan eenpitters. Waarom kan een bekende strafpleiter van de Zuidas niet af en toe een pro-Deozaak doen?’

‘Het is wel zo dat wij als Nieuw Sociaal Contract op het gebied van justitie en veiligheid een andere partij zijn dan onze drie coalitie­partners’

Eind dit jaar komt de Commissie-Van der Meer met haar aanbevelingen voor de punten­toekenning in de sociale advocatuur. Palmen zegt niet vooruit te willen lopen op de uitkomsten, maar pleit ook hier voor een brede blik. ‘Ik weet dat het soms een enorme worsteling is voor de sociaal advocaat. En dat mensen onder druk staan omdat ze meer tijd kwijt zijn dan ze qua punten kunnen declareren. Daar moeten we niet alleen financieel naar kijken, maar écht naar kijken. Structureler. Wat helpt mensen die in nood zitten en rechtsbijstand nodig hebben?’

Palmen dankt haar Kamerzetel aan haar rol in de toeslagen­affaire. Als jurist bij de Belasting­dienst adviseerde ze het management in 2017 met klem om coulant te zijn richting ouders die gebruikmaakten van een gast­ouder­bureau dat (onterecht) verdacht werd van fraude. Dat advies, later bekend als het memo-Palmen, werd genegeerd, maar kwam tijdens het parlementair onderzoek bovendrijven. Het toonde aan dat de Belasting­dienst al in een vroeg stadium wist dat hij verkeerd handelde. De inmiddels overleden Alex Brenninkmeijer, lange tijd Nationale ombudsman, schonk haar uit waardering zijn toga.

Palmen droeg het kledingstuk in haar rol als raadsheer-plaatsvervanger. Inmiddels heeft het een centrale plaats gekregen in haar werkkamer. Het helpt haar onthouden wat belangrijk is in haar werk, zegt ze. ‘Mensen moeten altijd vooropstaan. Eerst telt de mens, dan de regel, dan de organisatie. Daar ging het ook mis in de toeslagenaffaire. De besluitvorming was gericht op de organisatie, de mens stond helemaal achteraan. Met alle gevolgen van dien.’

‘Rechtsbijstand hoeft niet per se geleverd te worden door een advocaat. Er zijn ook andere juridisch dienstverleners’

Palmens agenda voor de komende jaren wordt voor een belangrijk deel bepaald door de nasleep van het toeslagenschandaal. ‘De gemene deler is goed bestuur. Ik ben druk bezig om het niet-gebruik van inkomens­ondersteunende maatregelen tegen te gaan. Daarbij spelen ook de AVG en gegevens­deling een rol, teneinde mensen proactief hun rechten toe te kennen. Ook uniforme herstel- en compensatie­regelingen zijn van belang.’

Het kabinet wil de instroom van asielzoekers indammen en het asielstelsel ingrijpend hervormen. De beoogde noodwet is van de baan, tot opluchting van NSC. Palmen zegt blij te zijn dat de normale wetgevings­procedures worden gevolgd, de parlementaire behandeling incluis. Niettemin liggen er binnen de coalitie nog moeilijke discussies in het verschiet. De commissie rechts­statelijk­heid van de NOvA plaatste onlangs tal van rode vlaggen bij beoogde asielmaatregelen.

Palmen: ‘In het Hoofdlijnen­akkoord heeft de coalitie een paragraaf over de rechtsstaat opgenomen. Alle vier partijen hebben daar hun handtekening onder gezet. Die rechts­staat­verklaring is ook opgenomen in het regeer­programma. Bij de regeringsverklaring heeft ook de minister-president aangegeven te staan voor de rechtsstaat. Dat betekent dat te allen tijde wets­voorstellen getoetst gaan worden aan die rechts­statelijk­heid en het rechtsstatelijk kompas.’

Beschouwt u zichzelf een beetje als staatsrechtelijk geweten van het kabinet?

‘Ja, de democratische rechtsstaat is mijn leidraad. Dat is waar ik alle voorstellen aan toets. Ik ben ervan overtuigd dat ik hierin heel veel Kamerleden aan mijn zijde zal vinden.’

Maar misschien niet alle coalitiegenoten?

‘Nogmaals, ook de coalitie­partijen hebben deze verklaring ondertekend, hè? Die weten ook dat het geen zin heeft om wetten voor te stellen die niet houdbaar zijn. Daar zit niemand op te wachten.’