column

Mr. X declareert cliënt het financiële ravijn in

Uurtje-factuurtje, en dat maar op laten lopen. Ook een doodzieke man kon bij mr. X niet op coulance rekenen.

Een man handelde in klassieke auto’s. Zijn bedrijf had volgens de fiscus ten onrechte geen invoerrechten betaald. Er volgde een aanslag van € 189.000. Het bedrijf kreeg ook een fikse geldboete, de man een taakstraf.

Mr. X stond het bedrijf bij als fiscaal advocaat, een andere advocaat deed de strafzaak. Mr. X declareerde € 250 per uur, wat in vier jaar opliep tot bijna drieënhalve ton. Daarvoor leverde hij een bijdrage aan het pleidooi in de strafzaak, twee bezwaar­procedures, een beroeps­procedure en de start van een kort geding. En héél veel overleg. Aanvankelijk betaalde de cliënt, later niet meer. In totaal bleef zo’n € 130.000 euro openstaan.

Op een gegeven moment bleek de cliënt ongeneeslijk ziek. Een paar weken daarna eiste (het kantoor van) mr. X extra zekerheden. Hij bedong een pandrecht op een fiscaal depot van een ton en eiste een schuld­bekentenis.

Intussen kreeg de cliënt vanwege zijn ziekte gratie. Maar niet van mr. X en zijn kantoor.

De cliënt betwistte deels de nota’s en wees erop dat de verhouding tussen de kosten en het belang van de zaak zoek was. Hij zei dat de continuïteit van het bedrijf en daarmee zijn gezins­pensioen én de betalingen aan mr. X gevaar liepen.

Toch legde mr. X twee keer conservatoir beslag en vroeg hij met succes het faillissement van het bedrijf aan. Een procedure waarin mr. X de cliënt en zijn echtgenote persoonlijk aansprak faalde (en mr. X ging in appel).

De cliënt komt met een riedel klachten, deels verjaard, deels ongegrond. De klacht over excessief declareren treft bij de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden doel. Daarbij had mr. X ongeoorloofde druk uitgeoefend.

Mr. X had geen goed plan van aanpak en geen regie gevoerd, wat ook bleek uit de vele uren overleg met de cliënt. Ondanks maandelijkse uren­specificaties ontbrak transparantie over de aard en noodzaak van de werkzaamheden. Ook had mr. X de gevolgen van de schuld­bekentenis niet duidelijk gemaakt. Er waren bij herhaling signalen geweest dat de cliënt de kosten te hoog vond en in gesprek wilde, terwijl in die tijd ook de diagnose kwam.

Schending van de deskundigheid en de financiële integriteit: acht weken voorwaardelijke schorsing. De bestuurder van het kantoor kreeg in een separate zaak zes weken voorwaardelijke schorsing voor het rücksichtslos incasseren (ECLI:​NL:​TADRARL:​2024:236/238).