vak & mens
gezien
Huwelijk passé als norm

Tot recent nam het huwelijk een dominante positie binnen de samenleving in. Tegenwoordig is vrijheid de norm. Stellen kunnen trouwen, maar zich ook als partners laten registreren, een samenlevingscontract aangaan of gewoon als stel door het leven gaan, al dan niet samenwonend met kinderen.
In Zo zijn we niet meer getrouwd: Hoe het moderne huwelijk veranderde (Noordboek, 2024) beschrijft Pol van de Wiel, docent aan de capaciteitsgroep Grondslagen van het Recht bij Maastricht University, deze omwenteling. Het boek is een bewerking van het proefschrift Zo zijn we niet meer getrouwd. De transformatie van het burgerlijk huwelijk in Nederland en Frankrijk. Van de Wiel gaat uitgebreid in op het kerkelijk huwelijk en het ontstaan en de geschiedenis van het burgerlijk huwelijk.
Hij schetst ook de transformatie die tussen 1960 en 1980 wordt ingezet. Het instituut huwelijk verliest zijn vanzelfsprekendheid door de toegenomen persoonlijke vrijheid. De keuze voor een relatievorm, binnen of buiten het huwelijk, komt bij het individu te liggen. De pil, kritiek op het traditionele burgerlijke en kerkelijke gezag, feministische golf, meer openheid over seksualiteit. Het zijn volgens Van de Wiel allemaal elementen die vanaf de jaren zestig een kentering binnen het traditionele huwelijk en zijn plaats in samenleving en recht hebben bewerkstelligd. Inmiddels wordt meer dan de helft van de kinderen buiten het huwelijk geboren, waardoor dat niet langer de spil is van het afstammingsrecht. Van de Wiel gaat ook in op de openstelling van het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht. Waar het huwelijk al niet meer de enige structuur was die de verschillende generaties verbindt, is het exclusieve kenmerk ervan ook niet meer de verbinding der seksen, concludeert hij.
Onafhankelijker staatsmacht

De rechtspraak moet op grotere afstand van de politiek komen te staan om beïnvloeding te voorkomen.
Dat schrijft hoogleraar en advocaat bij De Brauw Jonathan Soeharno in Constitutionele waarborgen: De Raad voor de rechtspraak en rechterlijke onafhankelijkheid (Boom juridisch, 2024). Hij stelde deze onderzoeksbundel op samen met staatsrechtwetenschappers Jerfi Uzman, Niels Graaf en zeven andere juristen in opdracht van de Stichting Onderzoek Rechtspleging. De auteurs pleiten voor herziening van het wettelijk kader voor de inrichting en financiering van de rechterlijke organisatie. De onafhankelijkheid van de Nederlandse rechtspraak ten opzichte van de politiek is boterzacht, concluderen zij, en daarom zijn ingrijpende, stelselmatige verbeteringen noodzakelijk. Er wordt opgeroepen tot verschillende wetswijzigingen om te voorkomen dat politici de rechtspraak naar hun hand zetten, zoals het geval is in landen als Polen en Hongarije. Rode draad in de verschillende bijdragen zijn de zorgen over het gebrek aan waarborgen voor de onafhankelijkheid van de rechtspraak ten opzichte van de politiek. Via de Raad voor de rechtspraak, die onder het ministerie van Justitie valt, heeft de regering directe zeggenschap over de financiering, bedrijfsvoering en personele invulling van de gerechten, aldus de auteurs. Plaats de benoeming van de president op veilige afstand van de politiek, zorg voor een separate begroting voor de rechterlijke macht en haal de tuchtrechtelijke bevoegdheid weg bij de president, stellen ze voor. Ook zou de raad een plaats in de Grondwet moeten krijgen en dient het integraal management afgeschaft te worden. ‘De Raad voor de rechtspraak moet meer armslag geven aan “beneden” en een buffer vormen tegen de politiek. Anders gezegd: de raad moet er zijn vóór de rechtspraak,’ aldus de juristen.
Portret van een facilitator

In 2017 wordt de Almeerse notaris Maarten P. opgepakt voor valsheid in geschrifte, het witwassen en het niet-melden van ongebruikelijke transacties.
De man wordt ervan verdacht transacties te hebben begeleid waarbij hij ten onrechte 140 miljoen euro als bonafide bestempelde. Enkele weken na de arrestatie zocht documentairemaakster Annette van Trigt contact met P., met het verzoek of hij wilde meewerken aan een film. De notaris stemde in, waarna Van Trigt hem tot eind 2023 met de camera volgde. In die periode werd P. uit zijn ambt gezet en kreeg hij zestig uur taakstraf opgelegd.
‘Stroman van de onderwereld, even langs de notaris’, ging op 7 november in première, op het Fraude Film Festival in Amsterdam. Van Trigt zegt zich bij het maken van de film te hebben laten leiden door journalistieke nieuwsgierigheid en verbazing. ‘Toen ik contact legt met P. wist ik niet waarin ik terecht zou komen. Onderweg heb ik me hogelijk verbaasd over de gang van zaken. Over het tuchtrecht waarbij notarissen oordelen over hun eigen vakgenoten. Over de milde taakstraf, terwijl P. een notariële akte vervalste waarin ie bevestigde voor € 140 miljoen aan bolivars gezien te hebben. De aanpak van witwassen staat hoog op de politieke agenda, maar uit mijn film blijkt die aanpak een wassen neus.’
Van Trigt, in een vorig leven radio- en tv-presentator, maakte eerder de film ‘Vals Spel’, over vastgoedondernemer Ger Visser die in 2022 werd veroordeeld tot een celstraf wegens faillissementsfraude. Met ‘Stroman van de onderwereld’ wil ze het land in om aandacht te vragen voor de onderbelichte rol van facilitators die deel uit maken van de criminele keten. ‘Een facilitator heeft een cruciale rol in de keten en er lijkt weinig aandacht voor. Hoe kan dat?’