vak & mens
Tweede Kamerlid Joost Sneller (D66) zat jarenlang in het kamp van de regeringsfracties. Nu moet hij vanuit de oppositie geld zien los te krijgen voor de sociale advocatuur.
Het moet even wennen zijn geweest voor Joost Sneller. Voor het eerst in zijn loopbaan als lid van de Tweede Kamer zit hij sinds dit voorjaar in de oppositiebankjes. Bovendien lag in het vorige kabinet de portefeuille Rechtsbescherming bij partijgenoot Franc Weerwind. Inmiddels is de functie – afgeschaald van minister naar staatssecretaris – in handen van NSC’er Teun Struycken. Het directe lijntje naar de Turfmarkt, waar het ministerie van Justitie en Veiligheid zetelt, is daarmee doorsneden. Het D66-Kamerlid wuift dat bezwaar lacherig weg. ‘Ach, daar wordt altijd meer van gemaakt dan het uiteindelijk is. Er was geen direct lijntje, toen niet en nu niet. Nou ja, je kunt iemand natuurlijk wel gemakkelijker bellen. Maar het is niet alsof je met een joystick vanuit de Tweede Kamer kunt zitten sturen. De belangrijkste thema’s worden gewoon bepaald door het coalitieakkoord en de financiële paragraaf die daarbij hoort.’
Joost Sneller is sinds 2017 lid van de Tweede Kamerfractie D66. Daarvoor was hij onder meer directeur van het wetenschappelijk bureau van D66, politiek secretaris van de Tweede Kamerfractie D66 en gemeenteraadslid in Den Haag. Hij behaalde zijn bachelor rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden.
Sneller is onder meer lid van de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid.
Invloed heb je als je binnen de Kamer meerderheden verzamelt, wil Sneller maar gezegd hebben. ‘Politiek is een teamsport, hè? In de vorige regeerperiode brachten wij 24 zetels mee. Vervolgens moet je ervoor zorgen dat er steun van 76 is, anders wordt het niks.’
Hij kijkt er niet ontevreden op terug. ‘Ik ben blij dat we in de vorige periode een begin hebben kunnen maken met het herstellen van achterstallig onderhoud in de rechtsstaat. Tijdens Rutte III hadden we eindeloos gestreden voor betere tarieven in de sociale advocatuur. Los van het feit dat minister Dekker toen niet echt wilde, was er ook geen geld voor. Bij Rutte IV hebben we daar meteen op ingezet, met succes. Datzelfde geldt voor de verlaging van de griffierechten. En we hebben gezorgd dat de Rechtspraak er serieuze bedragen bij kreeg. Dat was het begin van het herstel dat nodig was na de bezuinigingen in de jaren daarvoor.’
‘Ik zal blijven strijden voor een serieuze investering, zodat het vak aantrekkelijk blijft’
Sneller spreekt met opzet van een begin van herstel, er is in zijn ogen nog een lange weg te gaan. ‘Je ziet aan de ene kant hoe traag dat gaat en aan de andere kant hoeveel er nodig is. Daar liggen nu ook de nodige risico’s. Als je naar die financiële tabellen in de begroting van J&V kijkt, bijvoorbeeld die over het Openbaar Ministerie, dan moet het over een aantal jaar allemaal met een stuk minder.’
Slimmer straffen
Een kleine persoonlijke triomf behaalde Sneller met zijn motie over slimmer straffen, waarin een lans werd gebroken voor taakstraffen en elektronische detentie als alternatief voor kortdurende celstraffen. ‘Daarmee gaan we naar een realistischer strafbeleid. Van korte detentie is bewezen dat het niet goed is voor gedetineerden en dat het Nederland onveiliger maakt.’
De motie-Sneller behaalde weliswaar een kleine meerderheid, maar de huidige regeringspartijen stemden allemaal tegen. Dat belooft niet veel goeds voor de toekomst, maar het Kamerlid toont zich optimistisch. ‘Staatssecretaris Coenradie heeft in een recente brief over de tekorten in het gevangeniswezen geschreven dat het kabinet er mee bezig is. Bovendien kom ik binnenkort met het initiatiefwetsvoorstel voor elektronische detentie, samen met het NSC. Dat komt voort uit het burgerinitiatief van de Maastricht University en Restorative Justice Nederland en gaat in internetconsultatie.’
Een jaar geleden diende Sneller een motie in waarin de regering werd gevraagd een noodinvestering te doen in de sociale advocatuur, ingegeven door de hoge inflatie van dat moment. De motie kreeg goedkeuring van de Tweede Kamer, waarna het kabinet in december met een eenmalige compensatie kwam van 26 miljoen euro. ‘Daar was ik blij mee, maar het was een incidentele oplossing. Vandaar ook de andere motie om te onderzoeken hoe de vergoedingen op een structurele manier kunnen meelopen met de inflatie. Het was mijn bedoeling daarmee de bal op de stip te leggen voor het nieuwe kabinet. Na zeven jaar Kamer weet ik natuurlijk wel wanneer de grote besluiten worden genomen. Maar tijdens de formatie is die bal er helaas niet ingetrapt.’
Eind dit jaar adviseert de Commissie-Van der Meer ten tweede male over de toevoegingen voor sociaal advocaten. De eerste keer was in 2018, waarna een uiterst moeizame discussie tussen kabinet, Kamer en advocatuur volgde. Sneller, wiens zus sociaal advocaat is, verwacht niet dat het deze keer wel gemakkelijk zal gaan. ‘Ik denk dat het voor staatssecretaris Struycken heel lastig wordt om de financiële middelen te vinden. In zekere zin herhaalt het riedeltje zich dan weer. Ik zal in ieder geval vanuit de Kamer blijven strijden voor een serieuze investering, zodat het vak aantrekkelijk blijft en de sociale advocatuur behouden blijft voor al die rechtzoekenden.’
Het eerst daartoe aangewezen moment is tijdens de behandeling van de justitiebegroting in de Tweede Kamer, ergens in november. De D66’er wil geen al te hoge verwachtingen wekken. ‘Ik weet dat het bij een begrotingsbehandeling heel lastig is om vanuit de oppositie de coalitie zover te krijgen om dit soort wijzigingen door te voeren. Maar dat wil niet zeggen dat je er niet voor moet blijven strijden. De kunst is juist om dingen voor elkaar te krijgen waar in de Kamer geen natuurlijke meerderheid voor is of waar andere fracties minder prioriteit aan geven.’
Binnen de coalitie is het NSC de bondgenoot die het meest voor de hand ligt. Sneller: ‘Ik zie dat we zeker raakvlakken hebben. Ik zal proberen er ook voor te zorgen dat ze trouw blijven aan de beloftes waarmee ze de verkiezingen zijn ingegaan.’
Het gesprek komt daarmee als vanzelf op het thema rechtsstaat, een onderwerp waarmee D66 zich traditioneel profileert. De in het regeringsprogramma aangekondigde versterking van de rechtsstaat betreft vooral uitvoering van besluiten die eerdere kabinetten hebben genomen, ziet Sneller. ‘Denk aan de constitutionele toetsing, wijziging kiesstelsel, wet op de klokkenluiders, wet op de rijksinspecties… het is een en al continuïteit. Dat soort beleidsmatige wijzigingen is vaak een estafetteloop van minister naar minister.’
Het beoogde asielbeleid van het kabinet-Schoof is een heel ander verhaal. Sneller is binnen zijn negenkoppige fractie niet de woordvoerder op dat thema, maar beschouwt het wel als een rechtsstatelijke lakmoesproef. ‘In 2004 studeerde ik in Amerika. Toen stond in de verkiezingsstrijd John Kerry tegenover George Bush. Een groter verschil tussen twee partijen leek niet denkbaar. Twaalf jaar later werd Trump gekozen. En moet je zien waar we nu staan. Permanente waakzaamheid is geboden. Ik denk dat die waakzaamheid een belangrijke kernwaarde blijft voor de komende jaren.’