vak & mens impact

Nieuwe jurisprudentie helpt coffeeshopbaas vooruit

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde in 2019 dat personen met een gedoogbeschikking –⁠ onder wie coffeeshophouders ⁠– geen bezwaar of beroep kunnen aantekenen. Advocaat Jesse Nagtegaal (39, Guarda Advocaten) bond vorig jaar de strijd aan tegen deze uitspraak.

‘Ik dacht: ze zien me aankomen. De Afdeling was immers heel duidelijk geweest: tegen gedoogbeslissingen kan geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Dat gold ook voor exploitanten van coffeeshops die geen vergunning kunnen aanvragen voor de verkoop van softdrugs, omdat dat in de Opiumwet verboden is. Wel kunnen ze een gedoogbeschikking bij de gemeente aanvragen. Volgens de Afdeling is zo’n beschikking echter geen besluit als bedoeld in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Ook is het daarmee niet gelijk te stellen, zo stelde ze in 2019. Mijn cliënt – een exploitant van een coffeeshop in Apeldoorn – was het er echter niet mee eens toen zijn gedoogbeschikking voor onbepaalde tijd plotseling werd omgezet in een beschikking voor bepaalde tijd. Hij had veel investeringen in zijn bedrijf gedaan op basis van de eerdere toezegging. Moest hij nu na enkele jaren opeens stoppen met het exploiteren van zijn coffeeshop? Dat zou een financiële strop betekenen. Hij tekende bezwaar aan bij de burgemeester. Maar de burgemeester verwees naar de uitspraak van de Raad van State in 2019 waarin een duidelijke lijn was uitgezet. Deze lijn was er vooral om de rechtszekerheid te waarborgen. Mijn cliënt werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Toen hij vervolgens naar de rechtbank ging, wachtte hem hetzelfde lot. Destijds had hij een andere advocaat en aan mij werd de vraag gesteld: zie jij nog mogelijkheden voor een hoger beroep?’

Strijdvaardig

‘Ik zag het in eerste instantie niet echt. Ik twijfelde om de zaak aan te nemen. Een eventueel hoger beroep zou immers weer bij de Afdeling zijn en die was meer dan duidelijk geweest. Ik zag me al staan in die zittingszaal en dan de vraag krijgen of het niet duidelijk genoeg was geweest. De enige weg die cliënt als alternatief kon afleggen, was wachten totdat de bepaalde tijd van de gedoogbeschikking was afgelopen en vervolgens in overtreding gaan. De burgemeester zou hier dan tegen in verzet komen en mijn cliënt kon op zijn beurt daar dan bezwaar tegen maken. Een onzeker proces, niet in de laatste plaats omdat cliënt in hechtenis kon worden genomen en strafrechtelijk vervolgd. Deze alternatieve weg leek dan ook niet evenredig.

Ik verdiepte me in de materie. Hoe meer ik las, hoe meer begrip ik kreeg voor de positie van mijn cliënt. Was het niet zo dat coffeeshophouders nodig waren in Nederland? Zorgden zij niet voor een scheiding der markten? Een scheiding tussen soft- en hard­drugs? Hadden gemeentes er niet baat bij dat een en ander ordentelijk verliep? En de overheid, had zij ook niet in een belang in dezen? Dat de verkoop van softdrugs goed geregeld is, komt niet alleen de coffeeshophouder van pas. Ik kreeg steeds meer argumenten om te betogen dat de lijn die in 2019 ingezet was, niet de juiste was. Het zou een uitdaging worden, maar gaandeweg werd ik zelfverzekerder. Gemotiveerder. We konden het gaan proberen. Vaak zat ik in de auto naar huis nog aan deze zaak te denken. Tijdens het avondeten konden mijn gedachten ook weleens afdwalen. “Je bent nog aan het werk,” zei mijn vriendin dan. En dat was ook zo. Ik bedacht dat de Raad van State een jaar eerder tijdens de kindertoeslagenaffaire had toegegeven te star te zijn geweest in zijn beleid. En dat hij zich had voorgenomen voortaan kritischer naar zichzelf te kijken. Qua timing was dit een kans.

De avond voor de zitting sliep ik prima. Ik had me goed voorbereid en was niet zenuwachtig. Wel voelde ik een gezonde wedstrijdspanning. Ik was strijdvaardig. Naast het indienen van een beroepschrift had ik om een pleidooi gevraagd. Op die manier kon ik mijn argumenten meer kracht bijzetten en de Afdeling overtuigen. Na mijn betoog begon de voorzitter met een citaat uit mijn beroepschrift dat volgens hem treffend weergaf waar mijn verweer over ging: “Al met al is het volgens appellanten niet juist dat een ondernemer, die met zijn diensten ook de belangen van de overheid en samenleving dient, en die zijn onderneming pas start na een actieve en begunstigende rol van de gemeente, überhaupt een risico dient te lopen op strafrechtelijke vervolging en celstraf na een eenzijdige wijziging van diezelfde begunstiging door de gemeente zelf.” Ik dacht meteen: dit gaat de goede kant op. We worden in ieder geval gehoord en gezien. Ik kreeg een relaxter gevoel. De voorzitter vroeg aan de burgemeester wat hij van onze stelling vond en hij gaf kort gezegd aan dat hij in lijn met de jurisprudentie van de Afdeling uit 2019 had gehandeld.’

Blijdschap

‘Ik zat in de auto toen ik een enthousiast telefoontje van mijn cliënt kreeg. Hij had de uitspraak eerder binnen dan ik en helemaal onderaan stond dat “het beroep gegrond was”. Ik was blij. Maar omdat mijn cliënt geen jurist is, wilde ik het eerst zelf goed nalezen. Op een parkeerplaats las ik dat we in het gelijk waren gesteld. Coffeeshophouders nemen een bijzondere positie in – vanwege de eerdergenoemde wederkerigheid – en horen daarom meer rechtsbescherming te krijgen, oordeelde de Afdeling. Beroep en bezwaar tegen de weigering, intrekking of wijziging van een gedoogbeschikking van de coffee­shop­houder werden vanaf die uitspraak toegestaan. Deze uitspraak heeft gevolgen voor alle coffeeshophouders van Nederland en dat is bijzonder. Mijn harde werken werd beloond. Met een gevoel van blijdschap reed ik weer verder. Al snel kreeg ik in de groepsapp van kantoor appjes met felicitaties. Of ik het gevierd heb? Nee, dat niet. Dat had ik eigenlijk moeten doen. Ik denk namelijk niet dat ik zoiets nog snel een keer zal meemaken. Het was een unieke zaak die de nodige stress en uitdaging met zich meebracht, maar met een mooi resultaat!’

Impact

In de rubriek Impact vertelt een advocaat over een zaak die bovengemiddeld veel indruk maakte, daarmee het maatschappelijke belang van de advocatuur onderstrepend. Heeft u een soortgelijke ervaring die u wilt delen, stuur dan een e‑mail naar redactie@​advocaten​blad.nl.