actueel

Juridisch werken aan duurzaamheid

Hoe kun je vanuit je juridische werk maatschappelijke verandering in gang zetten? De tweede editie van het congres ‘Juristen voor een Duurzame Wereld’ zocht antwoord op die vraag. ‘Bewustwording is essentieel.’

Juristen mobiliseren en kennis delen. Met dat doel ging eind september het congres Juristen voor een Duurzame Wereld van start. Zo’n 250 deelnemers – van bedrijfs­juristen en overheidsjuristen tot notarissen en advocaten – zagen die dag verschillende sprekers de revue passeren en namen plaats aan de ‘klimaattafels’. Veel mensen doen iets om de samenleving te verduurzamen. Ook de jurist. Maar wat is die rol precies? Wat kun je vanuit jouw vakgebied toevoegen aan bijvoorbeeld de energie­transitie? De CO2-uitstoot? ‘Tijdens deze congressen proberen we bewustwording te creëren,’ zegt Katja Out-Maassen, voorzitter van de bestuurscommissie. ‘We laten zien hoe andere bedrijven het doen zodat we van elkaar kunnen leren. Inspireren en stimuleren: dat is ons doel.’ Aanleiding voor het initiatief is de publiekscampagne ‘Iedereen doet wat’ die eind 2019 door de overheid werd gelanceerd. In die campagne werd informatie gegeven over hoe je je steentje kunt bijdragen aan klimaat en duurzaamheid. Uitgangspunt is dat iedereen, zowel overheid als bedrijfsleven, consumenten en maat­schappelijke organisaties, een rol speelt. Het Nederlands Genootschap van Bedrijfs­juristen (NGB) en het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen (OO&R) lanceerden naar aanleiding daarvan in september 2020 het initiatief ‘Jurist Doet WAT’. Anno 2024 is de naam veranderd in Juristen voor een Duurzame Wereld. ‘We willen graag met de hele juridische sector in Nederland een actieve bijdrage leveren aan de transitie die nodig is op het gebied van ESG,’ zegt Katja Out-Maassen.

Met natuur om tafel

Tijdens het congres kwamen thema’s aan bod als ‘Wat vraagt de huidige tijd van de (ESG)-jurist?’ en ‘Hoe kan een jurist de blik verbreden van compliance naar het proactief bij­dragen aan verduurzaming?’ Ook de rechten van de natuur kwamen uitgebreid aan bod. Hoe kun je natuur bijvoorbeeld een stem geven in de besluitvorming van bedrijven? Een onderwerp dat Jacobien Viets, partner bij Liance Legal, medeauteur van de Onboarding Nature Toolkit en één van de sprekers op het congres, nauw aan het hart gaat. ‘Toen ik twee jaar geleden op de conferentie Global Alliance of Impact Lawyers in Londen was, werd ik gelijk getriggerd,’ vertelt ze. ‘Dat ik mijn kennis op het gebied van ondernemingsrecht kan inzetten voor de natuur vond ik een eyeopener. Terug in Nederland werkte ik mee aan de toolkit, een initiatief van Nyenrode Business Universiteit, B Lab Benelux en Earth Law Center.’

Op het congres vertelde Viets hoe bedrijven de belangen van de natuur kunnen laten meewegen. ‘Er zijn vier modellen: de natuur als inspiratiebron, de natuur als adviseur, de natuur als bestuurder/​commissaris en de natuur als aandeelhouder,’ zegt ze. ‘Door één van die modellen als bedrijf in je beleid of statuten te verankeren, verzeker je je ervan dat je de belangen van de natuur meeneemt in het besluitvormingsproces. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om een prioriteitsaandeel te plaatsen bij een stichting die de belangen van de natuur behartigt. Of je kunt ervoor kiezen om een bestuurder of commissaris aan te stellen die de belangen van de natuur behartigt bij de besluitvorming. Proactief de natuur laten meebeslissen, in plaats van rechtszaken achteraf wanneer belangen juist geschonden zijn, is mijns inziens een goede manier om met juridische kennis je steentje bij te dragen.’

Katja Out-Maassen

Ook bestuursrechtadvocaat Marijn Bodelier, partner bij Greenberg Traurig, pleitte voor proactiviteit. Sterker nog, volgens hem is het niet wenselijk het recht te gebruiken om doelen na te streven. ‘De gedachte is vaak: als we de wet maar veranderen dan volgt de rest vanzelf,’ zegt hij. ‘Maar dit leidt af van concrete en praktische oplossingen. Herman Tjeenk Willink schreef er eerder al een boek over: Groter denken, kleiner doen. De geloof­waardigheid van de overheid wordt volgens hem juist bepaald door de kwaliteit van de uitvoering. Dat ondersteun ik van harte.’ Bodelier gaf tijdens het congres aan dat de jurist input kan leveren in het maatschappelijk debat. ‘Door ons minder te concentreren op regels en juist meer op de uitvoering in de praktijk kunnen we meer bereiken. Neem een vergunningsprocedure bijvoorbeeld. Dat soort procedures kun je jaren rekken, maar wat je ook kunt doen is om de tafel gaan met de wederpartij, voor een projectontwikkelaar doorgaans een natuur­organisatie, en van beide kanten het bredere maatschappelijk belang mee laten wegen. Hoe kun je een compromis sluiten? Zorgen dat je er uitkomt door creatieve oplossingen te bedenken waarbij iedereen tevreden is? Wachten op een wetswijziging schiet het doel voorbij als je vervolgens drie jaar verder bent.’

Bodelier maakt zich zorgen om de rechtsstaat. ‘Is het wenselijk om een rechter in te schakelen bij klimaatzaken? Ik denk dat we daar terughoudend in moeten zijn. Bij maatschappelijke vraagstukken is het eerder de vraag: wat werkt wel en wat werkt niet? Kijk naar Texas in de Verenigde Staten. Je verwacht het niet, maar in deze staat wordt de meeste duurzame energie opgewekt. En waarom? Omdat dat vanuit de overheid gefaciliteerd wordt.’

Ook klimaatonrechtvaardigheid kwam tijdens het congres uitgebreid aan bod. Katja Out-Maassen: ‘En dan met name de ongelijke verdeling door de klimaatverandering en de impact die dat heeft op andere delen van de wereld. Mensenrechten dus. Ook daarin kan de jurist van betekenis zijn door bijvoorbeeld de besluiten in de hele keten in de gaten te houden en afspraken te maken met onder andere leveranciers.’