vak & mens impact
Arbeidsrechtadvocaat Annejet Balm (Lexence, 48) stond de afgelopen twee jaar een cliënt bij in een MeToozaak. ‘Het hield me meer bezig dan andere zaken, omdat het zo gevoelig lag.’
In het najaar van 2021 werd ik gebeld door de hr-directeur van cliënt – een grote onderneming met vestigingen door heel Nederland. Hij vertelde dat één van zijn vestigingsmanagers beschuldigd werd van grensoverschrijdend gedrag. Meerdere meldingen waren binnengekomen, van zowel vrouwen als mannen. De verklaringen liepen uiteen van handtastelijkheden, seksueel getinte opmerkingen en verwijzingen naar seks tot schreeuwen, schelden en intimiderend gedrag. Mijn cliënt had hem op non-actief gesteld en na onderzoek door hr was besloten dat de arbeidsovereenkomst beëindigd moest worden. Ik heb vervolgens een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Primair vanwege ernstig verwijtbaar gedrag, subsidiair vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. Tien werknemers van cliënt hadden een schriftelijke verklaring afgegeven over hetgeen hen was overkomen. de manager ontkende alles. Op zijn beurt diende hij verklaringen in van collega’s waarin verklaard werd wat voor een leuke vent hij was.
De zitting in maart 2022 was lang en pijnlijk. De manager had zijn vrouw en schoonouders meegenomen. Waarschijnlijk een bewuste keuze om te laten zien dat hij niets te verbergen had. De manager gaf moeizaam antwoord op de vragen van de rechter over zijn handelen. Hij ontkende alles, maar kon de lange waslijst van beschuldigingen ook niet echt goed weerleggen. Ik voelde plaatsvervangende schaamte, vooral ten opzichte van zijn aanwezige vrouw. De rechter ging heel uitgebreid in op de seksuele lading van zijn opmerkingen en gedrag en spaarde de manager niet. Hij deed dat heel goed, maar ik werd er zelf enorm ongemakkelijk van. Ik merkte dat ik het lastig vond om zijn familie aan te kijken en hoopte dat het snel voorbij zou zijn.’
Gevoelige materie
‘Dit soort zaken is moeilijk te bewijzen. In totaal waren er tien mensen die een belastende verklaring hadden afgelegd, maar die gebeurtenissen op zichzelf waren slecht te controleren. In bijna alle gevallen waren er geen getuigen bij geweest. Ik maakte me zorgen. Wat zou de rechter met het door ons geleverde bewijs doen? De zaak had impact op me. Het lag zo gevoelig. Ik moest niet alleen het belang van mijn cliënt, de onderneming, maar ook het belang van de betrokken werknemers voor ogen houden. En dan was er nog het menselijke aspect. Geloofde de manager nu echt in zijn eigen verhaal? Wat dachten zijn familieleden?
De kantonrechter gaf ons gelukkig op alle punten gelijk. Hij achtte de verklaringen van de verschillende melders correct en naar eer en geweten afgelegd. Mijn cliënt had in zijn ogen voldoende aannemelijk gemaakt dat de verweten gedragingen hadden plaatsgevonden. De rechter vond het gedrag van de manager ernstig verwijtbaar en ontbond de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang. De manager kreeg geen ontslagvergoeding mee. Voor ons natuurlijk goed nieuws. Zowel ikzelf als de klant, maar met name de melders waren erg opgelucht. De manager ging helaas in hoger beroep. Ik was niet erg verrast, maar een deel van de melders vond het vervelend nog langer in onzekerheid te zitten.
Tijdens de zitting bij het hof waren er zelfs meer familieleden van de manager aanwezig, waaronder zijn volwassen kinderen. Het was inmiddels medio 2022 en het was net zo pijnlijk als de eerste keer. Ik voelde me bezwaard naar zijn kinderen toe, maar het verbaasde me ook dat de hele familie zo onvoorwaardelijk achter deze manager bleef staan.
De volgende stap was ongebruikelijk. Ontbindingsprocedures zijn doorgaans kort en krachtig, maar het hof verstrekte in deze zaak aan mijn cliënt echter een bewijsopdracht. Het hof vond namelijk dat mijn cliënt het onderzoek naar de gedragingen van de manager niet goed had aangepakt. Niet dat dit soort onderzoeken per definitie door een externe partij moeten worden uitgevoerd, voegde het hof daar nog aan toe, maar in dit geval had het zorgvuldiger gemoeten. Het hof zag aanleiding om mijn cliënt te belasten met het bewijs van het seksueel grensoverschrijdend gedrag door het onder ede laten horen van de melders.
Voor deze getuigen was het erg intimiderend om naar het hof te komen om opnieuw een verklaring af te leggen en om vragen te beantwoorden. Temeer daar er inmiddels anderhalf jaar verstreken was. Ik vond het lastig om de getuigen gerust te stellen, ook omdat ik ze vanzelfsprekend geen woorden in de mond mocht leggen ten aanzien van hun verklaring.
Tot mijn opluchting zeiden onze getuigen precies datgene wat ze eerder schriftelijk hadden verklaard. De manager hoorde ook een aantal getuigen. Deze getuigen verklaarden hoe hij was op de werkvloer en als collega, maar probeerden ook de verklaringen van onze getuigen te weerleggen. Die borrel was niet op donderdag maar op vrijdag, werd er bijvoorbeeld gezegd. En: de wc is niet op de begane grond maar op de eerste verdieping, dus het kan niet gebeurd zijn. Op die manier probeerden ze de geloofwaardigheid van onze getuigen aan te tasten. Ik begreep dit uiteraard vanuit de optiek van de manager wel, maar ik vond het behoorlijk frustrerend. Met name voor de getuigen was het vervelend dat er zoveel ruis werd gecreëerd. Ook tijdens de verhoren was er familie aanwezig. Wederom wilde de manager duidelijk laten zien: dit is mijn netwerk, ik heb niets te verbergen en ik blijf bij mijn verhaal. Ik kan me eerlijk gezegd niet voorstellen dat het zijn relatie met zijn familie goed heeft gedaan.’
Uitspraak
‘Ruim twee jaar na de start van de zaak oordeelde het hof dat mijn cliënt in de bewijslevering was geslaagd. Het hof achtte de verklaringen van de getuigen “geloofwaardig en overtuigend”. Het gaf mij als advocaat veel voldoening dat in deze complexe MeTookwestie het hof geen aanleiding zag om aan de oprechtheid of de juistheid van de verklaringen te twijfelen en van mening was dat de verklaringen van de getuigen in de contra-enquête onvoldoende waren om het geleverde bewijs te ontzenuwen of ongeloofwaardig te maken. De arbeidsovereenkomst was dan ook terecht ontbonden. Hoewel mijn verantwoordelijkheid natuurlijk primair mijn cliënt betrof, was ik heel blij voor de getuigen dat zij geloofd werden en dat hun melding en hun verhaal ter zitting niet voor niets zijn geweest.’
In de rubriek Impact vertelt een advocaat over een zaak die bovengemiddeld veel indruk maakte, daarmee het maatschappelijke belang van de advocatuur onderstrepend. Heeft u een soortgelijke ervaring die u wilt delen, stuur dan een e‑mail naar redactie@advocatenblad.nl.