vak & mens
De inhouse-advocaten van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) treden zelden op de voorgrond. Toch hebben ze de nodige jurisprudentie op hun naam staan. Om nog maar te zwijgen over de miljarden aan schadevergoedingen die ze hebben binnengehaald.
In het rechtsgebiedenregister staan ze opgenomen als specialist ondernemingsrecht, maar ze zijn breder actief, ook op het aansprakelijkheidsrecht en het financieel recht, zegt advocaat Paul Coenen (59). ‘In het bijzonder richten we ons op collectieve acties en misleiding van beleggers. Ook prospectusaansprakelijkheid en accountantsaansprakelijkheid komen regelmatig aan de orde. Doel is compensatie voor beleggers, meestal door middel van collectieve acties. Aanvankelijk aan de hand van het oude artikel 3:305a BW al dan niet in combinatie met het schikkingsmodel onder WCAM en in de toekomst wellicht met de WAMCA.’
Coenen en zijn collega Geert Koster (43) werpen zich geregeld op als de advocaten van de ongeveer dertigduizend leden van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Gezamenlijk vormen ze de juridische afdeling van de organisatie, waar ze in loondienst zijn. De achterban van de vereniging bestaat uit zowel particuliere als institutionele beleggers. Als hun belangen zijn geschaad door toedoen van bestuurders en commissarissen van beursfondsen en/of hun accountants komen ze in het geweer. ‘Eigenlijk kun je stellen dat we altijd de eisende partij zijn,’ lacht Coenen, sinds 2005 advocaat bij de VEB en inmiddels ook adjunct-directeur. ‘In tegenstelling tot het gemiddelde Zuidas-kantoor dat meestal optreedt namens de verweerder.’
We komen onze leden een paar keer per jaar tegen, zoals op de algemene ledenvergadering, zegt Koster. Hij werkt inmiddels veertien jaar bij de vereniging. ‘Procederen doen we in opdracht van het bestuur van de VEB. Het is niet zo praktisch om processtukken te delen met dertigduizend leden. Medezeggenschap binnen een vereniging is belangrijk, maar kent zijn beperkingen. In de dagelijkse praktijk beschouw ik het VEB-bestuur dan ook als mijn cliënt.’
De VEB heeft in haar honderdjarige bestaan talloze procedures gevoerd namens benadeelde beleggers. Volgens het jongste jaarverslag bereidt de VEB op dit moment twee procedures voor. Een tegen Philips dat beleggers zou hebben misleid in de kwestie over ondeugdelijke apneu-apparaten. De tweede tegen bestuur, commissarissen en accountant van SNS, die aansprakelijk worden gehouden voor de teloorgang van de bank-verzekeraar. De Staat nationaliseerde het bedrijf in 2013 om faillissement te voorkomen, waarbij aandeel- en obligatiehouders werden onteigend. Daarnaast bereidt de VEB individuele proefprocedures voor tegen de Staat, gericht tegen de box 3-belasting op aandelen.
Lang niet alle procedures leiden tot een uitspraak. Vaak wordt er geschikt. Zo voerden Koster en Coenen diverse zaken tegen accountantskantoren, maar tot dusver hebben die geen enkele keer tot een gerechtelijke uitspraak geleid. Niettemin kijken de beide advocaten tevreden terug op het resultaat. Coenen: ‘Accountants spelen een belangrijke rol bij beursgenoteerde bedrijven. In geval van fraude vanuit de onderneming hebben ze meestal toegekeken en zijn ze niet kritisch geweest.’
Koster: ‘Op een gegeven moment zijn we accountants structureel gaan bevragen op aandeelhoudersvergadering. Op grond van de code-Tabaksblat (de corporate governance code voor beursgenoteerde ondernemingen) moeten zij aanwezig zijn, maar wij zijn ze heel kritisch gaan bevragen over de manier waarop ze controle uitoefenden. Daarnaast hebben we civiele vorderingen ingesteld tegen accountantskantoren, zoals in zaken rondom Ahold, Landis, Steinhoff en InnoConcepts. In deze vier zaken was sprake van fraude door het management, maar werd door de toezichthouder en/of de tuchtrechter vastgesteld dat de accountants niet goed hadden gehandeld. Die zaken zijn geschikt, maar per saldo hebben we direct bijgedragen aan de ontwikkeling van het accountantsvak en de accountantsaansprakelijkheid.’
Procedures in naam van benadeelde aandeelhouders vergen een lange adem. Tien jaar of meer is geen uitzondering. De beursgang van World Online dupeerde duizenden Nederlandse aandeelhouders. De introductiekoers lag op 43 euro, maar al snel bleek dat WOL-bestuursvoorzitter Nina Brink haar eigen aandelen kort voor de beursgang had verkocht voor zes euro. Uiteindelijk halveerde de koers van WOL en waren beleggers een fiks deel van hun inleg kwijt.
Coenen: ‘Er is tien jaar geprocedeerd over de prospectusaansprakelijkheid. Waren de uitlatingen in het prospectus juist? Dat was de eerste vraag. En ten tweede, als je als begeleidende bank weet dat ze niet juist zijn, heb je dan de plicht om ze te corrigeren. Daar is een bevestigend antwoord van de Hoge Raad op gekomen.’
Met dat arrest in de hand konden de begeleidende banken, RBS en Goldman Sachs, medeaansprakelijk worden gesteld, vertelt Coenen. ‘Dat leidde uiteindelijk tot een schikking, waardoor onze leden heel goed konden worden gecompenseerd. Dat ging om twaalfduizend beleggers en 110 miljoen euro, waarbij de beleggers mede dankzij de vergoeding van de wettelijke rente uiteindelijk 115 procent van hun schade vergoed kregen. Een fantastisch bedrag.’
Desondanks bood dat niet iedereen volledige genoegdoening, erkennen de beide advocaten. Koster: ‘Nog altijd krijgen we vragen van beleggers die vinden dat mevrouw Brink gevangenisstraf had moeten krijgen. Genoegdoening omvat meer dan alleen financiële compensatie, daar zit soms ook een element van governance in.’
De afwikkeling van Fortis, de bank-verzekeraar die in 2008 door ongebreidelde expansiedrift ten onder ging en moest worden gered door de Nederlandse en Belgische overheid, vergde maar liefst vijftien jaar. Pas eind vorig jaar kon dat dossier finaal worden afgesloten, ook al lag er al sinds 2016 een schikking voor een bedrag van 1,3 miljard euro om gedupeerde beleggers schadeloos te stellen.
Schikken lijkt de corebusiness van de beide VEB-advocaten. Als puntje bij paaltje komt, telt het rendement. Coenen: ‘Onze kracht is dat we zo dicht op onze cliënt zitten. We kunnen heel snel de omkering maken van litigieus naar schikken. In de Fortis-zaak hebben we de avond voor de eindzitting geschikt. In zo’n zaak wordt voor alle betrokken partijen gaandeweg duidelijk wat een reëel en haalbaar vergoedingspercentage is. Als je merkt dat de geesten rijp zijn om er een klap op te geven, moet je voortvarend handelen.’
Zodra een schikking binnen handbereik is, brengt het VEB-onderhandelingsteam waar Koster en Coenen deel van uit maken, steevast de VEB-fee te berde. De jaarlijkse ledencontributie volstaat niet om de kosten van de VEB te dekken. Het advocatenduo huurt geregeld externe advocaten in, hetgeen al snel in de papieren loopt. ‘We hebben een oorlogskas nodig en die moet gevuld worden,’ zegt Coenen. ‘Inmiddels hebben we een kas van 58 miljoen euro, we zijn een rijke vereniging. Dat heb je ook nodig om het gevecht te kunnen aangaan. Vroeger zag je wel dat advocatenkantoren aan de wederpartijen adviseerden om zo lang mogelijk te procederen. Vanuit de gedachte dat de VEB dat niet vol zou kunnen houden. Dat speelt niet meer. De wederpartij mag erop rekenen dat we niet opgeven, wat het ook kost. Bij een faillissement evenmin, dan richten we ons op bestuurders, commissarissen en accountants.’
Het relatief grijze ledenbestand van de VEB vormt niettemin een extra stimulans om procedures niet nodeloos te rekken. De meeste mensen komen pas na hun veertigste toe aan vermogensopbouw. Coenen: ‘Onze achterban is op leeftijd. Dat betekent dus ook dat een doorlooptijd geen twintig jaar moet zijn, want dan mis je de boot. In de tijd van World Online belde mij af en toe een man van begin negentig. Die vroeg mij steevast een beetje haast te maken, want het werd voor hem hoog tijd. Gelukkig heeft hij de schikking nog meegemaakt.’
Momenteel is het relatief rustig voor de VEB-advocaten. Een aantal grote zaken, zoals Imtech, is recent afgerond en van nieuwe aanwas lijkt vooralsnog geen sprake. Nederland is de afgelopen jaren gevrijwaard gebleven van beursschandalen. Maar dat kan zich keren zodra de economie kentert, waarschuwen de twee.
Daarnaast zijn collectieve acties voor de VEB momenteel minder aantrekkelijk. De in 2020 geïntroduceerde Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) is de VEB slecht bekomen. De wet zou het eenvoudiger moeten maken om massaschadegevallen collectief af te wikkelen via de rechter, maar daar wringt precies de schoen, legt Koster uit. ‘Met de WAMCA ga je met z’n allen een procedure in en daar kom je maar op twee manieren uit. Of de vordering wordt afgewezen, of de rechter zegt dat onrechtmatig is gehandeld jegens de hele groep en stelt meteen de vergoeding vast.’
Formeel is het dan nog altijd mogelijk om binnen de WAMCA de WCAM toe te passen, waarna er alsnog een schikking tot stand kan komen. Koster: ‘Maar ook die geldt dan voor iedereen. We kunnen dus niet meer alleen voor een deel van de beleggers (zoals de VEB-leden) tot een schikking komen. Voor een wederpartij is dat niet aantrekkelijk. Bij World Online besloten RBS en Goldman Sachs te schikken omdat het alleen om de gedupeerde VEB-leden ging. Was het om alle beleggers gegaan, dan hadden we via individuele schadevergoedingsprocedures, die volgen op de oude collectieve actie waarin enkel een verklaring voor recht werd uitgesproken, langer moeten doorprocederen.
Coenen: ‘In beginsel houden we ook rekening met belangen van alle beleggers, dus ook niet-leden. Maar als een schikking voor de totale groep er niet inzit, proberen we in ieder geval voor de VEB-leden tot een overeenkomst te komen. De VEB-leden betalen uiteindelijk ons salaris. Met de WAMCA lukt dat nu niet meer, dat maakt deze wet onaantrekkelijk.’