juridisch even opfrissen
De tweeconclusieregel van artikel 347 rv in hoger beroep
De civiele appelrechter kan een grief, stelling of verweernoot 1 buiten beschouwing laten omdat die in strijd is met de tweeconclusieregel.
Naar vaste rechtspraak staat het de rechter niet vrij zijn beslissing te baseren op rechtsgronden of verweren die weliswaar zouden kunnen worden afgeleid uit in het geding gebleken feiten en omstandigheden, maar die door de desbetreffende partij niet aan haar vordering of verweer zijn ten grondslag gelegd. Daardoor wordt de wederpartij immers tekortgedaan in haar recht zich daartegen naar behoren te kunnen verdedigen.noot 2 Een grief of weer ‘erin lezen’ mag de rechter dus niet. Die zal dus met zoveel woorden moeten worden aangevoerd. Dat geldt ook voor een verweer.
Wat is een grief?
Volgens het arrest-Wertenbroek q.q./Erven Van Vlerkennoot 3dienen als grieven te worden aangemerkt alle gronden die de appellant aanvoert ten betoge dat de bestreden uitspraak behoort te worden vernietigd. Als grief moet daarom ook worden aangemerkt een verandering of vermeerdering van eis in hoger beroep indien toewijzing daarvan zou meebrengen dat het dictum van het vonnis van de rechtbank door een ander moet worden vervangen zodat het vonnis vernietigd moet worden. Aan een grief moet de eis worden gesteld dat deze voor de wederpartij voldoende kenbaar in de procedure naar voren is gebracht.noot 4
Wat wordt bedoeld met de tweeconclusieregel?
Met de tweeconclusieregel van artikel 347 Rv wordt bedoeld dat grieven en weren in het eerste inhoudelijke processtuk dienen te worden opgenomen evenals een wijziging van eis. De regel berust op een belangenafweging waarbij de kaarten direct op tafel moeten komen.noot 5 Er is dus sprake van strijd met de tweeconclusieregel indien en voor zover er in een later processtuk of tijdens een mondelinge behandeling sprake is van een nieuwe grief of weer of van een eiswijziging c.q. -vermeerdering.
Hoe zit het dan met nieuwe feiten na de eerste ronde?
De tweeconclusieregel ziet op nieuwe grieven en weren en in beginsel ook op nieuwe feiten. Voor nieuwe feiten geldt dus ook dat die zo veel mogelijk in het eerste processtuk dienen te worden aangevoerd. Eerder aangevoerde feiten kunnen wel in een later processtuk nader worden uitgewerkt.noot 6 Daarbij geldt het beginsel van de goede procesorde: indien de feiten in een zodanig laat stadium zijn aangevoerd dat de wederpartij in zijn of haar verdediging wordt geschaad, dan wel tot een nader onderzoek nopen, dan kan de rechter op die grond die nieuwe feiten buiten beschouwing laten.
Uitzonderingen op de tweeconclusieregel
Op die regel zijn drie uitzonderingen: 1) ondubbelzinnige instemming, waaronder wordt verstaan dat de wederpartij daar zodanig op ingaat dat deze nieuwe grief of weer of deze nieuwe feiten tot het debat gaan behoren, 2) onverkorte toepassing leidt tot strijd met de goede procesorde omdat er sprake is van een fout, een nieuwe ontwikkeling of een verkeerde voorstelling van zaken bij de appellant en 3) wegens de aard van de desbetreffende procedure (faillissement, alimentatie, omgang enzovoort).noot 7
Conclusie
Het is dus zaak om een zo compleet mogelijk eerste inhoudelijk processtuk in hoger beroep op te stellen. Reparatie is in veel gevallen niet meer mogelijk.
Noten
-
In dit geval ten onrechte zie: HR 29 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1334.
-
HR 17 februari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU5663 (Spector/Fotoshop 2000) en nadien nog een aantal keren herhaald in latere uitspraken
-
HR 19 juni 2009, NJ 2010, 154 met annotatie door H.J. Snijders.
-
Bijvoorbeeld: HR 6 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG6231.
-
Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein & Wesseling-van Gent 2022/90b.
-
Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein & Wesseling-van Gent 2022/162 en HR 29 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1334.
-
Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein & Wesseling-van Gent 2022/107.