vak & mens
advocaat en algoritme
Morsen met persoonsgegevens
Onschuldig in de cel omdat je abusievelijk op een terrorismelijst staat. Uithuisplaatsing van je kind na roddels van je ex. Vervuilde data kunnen burgers jarenlang achtervolgen.
Niet alleen de Belastingdienst, maar ook UWV en gemeenten helpen onder het mom van fraudebestrijding onschuldige burgers in de vernieling, zo concludeert de parlementaire enquêtecommissie in ‘Blind voor mens en recht’. Illegale en ondoordachte risicoselectie ontwricht tienduizenden levens van volwassenen en kinderen. ‘Het gebruik van digitale toepassingen stelt de overheid in staat om efficiënt haar taken uit te voeren’, aldus het enquêterapport, ‘maar dit kan alleen als er voldoende kennis is over de materie en als er voldoende waarborgen worden toegepast.’
Het probleem beperkt zich niet tot toeslagen en uitkeringen. Al ruim drie jaar ligt de omstreden Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) bij de Eerste Kamer. Het voorstel wil een wettelijke grondslag regelen voor datauitwisseling tussen tientallen publieke en private ketenpartners in bijvoorbeeld de infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen, de Regionale Informatie- en Expertisecentra en de Zorg- en Veiligheidshuizen. De instanties verwerken elkaars data bijvoorbeeld in (al dan niet geautomatiseerde) beslissingen. Het wetsvoorstel is al een paar keer aangepast, maar de privacyzorgen blijven.
Dat zelfs veiligheidsdiensten slordig kunnen morsen met persoongegevens ondervond een man uit Tilburg. Afgelopen zomer werd hij op doorreis naar Marokko aangehouden en twee maanden gedetineerd in Spanje. Hij zou ooit betrokken zijn geweest bij een Arnhemse terreurgroep, maar de Nederlandse overheid zegt van niets te weten en ontkent informatie daarover te hebben verspreid. ‘Hij is helaas geen uitzondering,’ zegt zijn advocaat Samira Sabir. De man werd vlak voor een kort geding vrijgelaten, maar de zaak is nog niet opgehelderd. ‘Ook zonder de WGS worden gegevens al massaal gedeeld, zowel nationaal als internationaal. Ik heb namens andere cliënten inzageverzoeken gedaan bij bijvoorbeeld de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en ik schrik van wat daaruit komt. Waarom deelt de NCTV persoonsgegevens met bijvoorbeeld Sociale Zaken, gemeenten of de Belastingdienst? Tijdens hoorzittingen komt daar geen antwoord op. Instanties zijn aan het pionieren en aftasten. Honderden mensen lopen tegen de gevolgen aan, bij een grenscontrole of bij een overheidsloket. Moslims, maar ook sympathisanten van bijvoorbeeld Extinction Rebellion.’ Mede na een melding van Sabir startte de Nationale ombudsman onlangs een onderzoek.
Dat probleem is niet op te lossen met alleen een kaderwet als de WGS, denkt Maarten van Nijendaal van Nysingh Advocaten. Hij adviseert regelmatig overheden op het gebied van privacy en AVG. ‘Een wettelijke grondslag voor informatieverwerking is een eis, maar net zo belangrijk is of de bevoegdheid in de uitvoering juist wordt gebruikt, conform de eisen van doelbinding en dataminimalisatie. Zijn de uitvoerders op de werkvloer voldoende toegerust om de noodzakelijke afweging elke keer weer te maken? Heb ik al deze gegevens nodig en is dit redelijk en proportioneel?’
Tom Knijp, docent bij opleidingsinstituut LLM Legal, deed onderzoek naar het wetsvoorstel WGS in relatie tot de jeugdzorg. Die moet soms werken met niet-gecheckte meldingen en roddels in dossiers. Tegelijkertijd is er de angst om signalen te missen, waardoor kinderen gevaar kunnen lopen. Knijp staat een aantal gezinnen bij waar jeugdzorg heeft gefaald. Soms omdat foutieve informatie werd gebruikt, soms omdat signalen werden genegeerd. ‘Als je je als hulpverlener strikt aan de AVG houdt, dan zit je in beginsel altijd goed,’ denkt Knijp, ‘de privacywet zit mooi in elkaar. Je moet de afweging maken of het nodig is om de gegevens te delen. Daarnaast zou jeugdzorg meer moeten werken op basis van objectieve data. Vermoedens en meningen zo veel mogelijk onderbouwen met rapporten van deskundigen en medische diagnoses. Dat leidt tot minder fouten, dat weet ik zeker.’