vak & mens impact
Advocaat en MfN-registermediator Lennard van Kesteren van juridisch dienstverlener DAS stond een vader bij die zijn dochter wilde laten inenten tegen HPV. De moeder weigerde toestemming.
‘Toen cliënt naar DAS belde, gaf hij aan dat hij een rechtsbijstandsverzekering had en een advocaat nodig had. Niet veel later had ik een intake met hem. Hij vertelde dat hij zijn negenjarige dochter wilde laten inenten tegen HPV volgens het rijksvaccinatieprogramma, maar dat zijn ex-vrouw – de moeder van het meisje – geen toestemming gaf voor de tweede vaccinatie. Vader en moeder waren na een huwelijk van negen jaar in 2020 gescheiden en verschilden zo fundamenteel van inzicht dat ze allebei besloten hadden een advocaat in de arm te nemen.’
Loyaliteitsconflict
‘Moeder gaf aan meer onderzoek te willen doen naar de vaccinatie tegen HPV. Ze wilde met name weten wat de eventuele gevolgen waren op de lange termijn. Over het wel of niet geven van toestemming voor de eerste vaccinatie verschilden de ouders ook van mening, maar dat was inmiddels een gepasseerd station. Terugdraaien van de eerste vaccinatie – HPV-vacinatie vergt twee prikken – was immers niet mogelijk. Naast onderzoek wilde moeder ook wachten totdat het meisje de leeftijd van twaalf jaar had bereikt zodat ze zelf kon meebeslissen. De vader, mijn cliënt, wilde dat pertinent niet. Hij gaf aan dat het rijksvaccinatieprogramma niet voor niets is teruggebracht van twaalf naar negen jaar. Jongeren schijnen steeds eerder seksueel actief te zijn en daarom is het beter om al op zeer jonge leeftijd in te enten tegen HPV. Vader verwachtte ook dat zijn dochter in een loyaliteitsconflict zou komen als zij zelf de keuze moest maken op haar twaalfde. De kans was volgens hem groot dat moeder haar dochter zou afraden de vaccinatie te nemen en dan zou zij tussen vader en moeder in komen te staan.
Als advocaat heb ik niet eerder zo’n zaak gehad. Ik vond het bijzonder dat twee ouders – die overduidelijk het beste met hun kind voorhadden – zo van inzicht konden verschillen. Moeder had een deskundig advocaat ingeschakeld, met wie ik vaak heb samengewerkt en die ik hoog heb zitten. Voor mij was het echter duidelijk. Uit de weinige jurisprudentie die er is, blijkt dat het rijksvaccinatieprogramma gevolgd dient te worden. Als het tot een rechtszaak kwam, zou moeder hoogstwaarschijnlijk aan het kortste eind trekken.
In een brief aan moeder maakte ik dat standpunt duidelijk. Cliënt gaf aan in de daaropvolgende drie maanden te willen proberen er samen met zijn ex-vrouw uit te komen. Dat lukte niet en in een reactie op mijn brief gaf moeder aan geen toestemming te geven. Er zat niets anders op dan dit aanhangig te maken.’
PGTO
‘In overleg met de advocaat van de moeder besloten we de Procedure Gezamenlijke Toegang Ouders (PGTO) te volgen. Deze procedure is er speciaal voor ouders met kinderen jonger dan achttien jaar die uit elkaar gaan of al uit elkaar zijn en samen de onderwerpen waarover zij het niet eens zijn aan de rechter willen voorleggen. Als advocaten moesten we een deelnameformulier indienen waarin we aangaven wat het geschil was, maar we hoefden geen inhoudelijke standpunten in te nemen of bewijsstukken te overleggen. De rechter hoeft zich op deze manier niet uitvoerig in te lezen en binnen een paar weken konden we al terecht. Tijdens de twee uur durende zitting zat mijn cliënt tegenover zijn ex-vrouw. Samen gingen ze in gesprek met de rechter. Allebei konden ze hun standpunten goed kenbaar maken. Een PGTO-zitting lijkt op mediation, maar de rechter is oplossingsgericht en onpartijdig. Het streven is dat de ouders er onderling uitkomen.
Mijn opdracht als advocaat in deze procedure was anders. Ik moest mijn cliënt van tevoren coachen en voorbereiden op de PGTO-zitting, omdat de ouders een veel grotere rol hebben dan bij een reguliere zitting. De advocaten hebben maar een beperkte rol. Zij vullen de ouders aan waar nodig en bespreken de juridische onderdelen met de rechter. Ook was er iemand van de Raad voor de Kinderbescherming bij. De sfeer was gemoedelijk. De rechter nam uitgebreid de tijd en wilde weten hoe beide ouders tegen het geschil aankeken. Ze vroeg goed door en toonde begrip voor beide standpunten. Na afloop complimenteerde ze hen. Ze gaf aan dat het knap was hoe zij één en ander hadden verwoord en dat het niet makkelijk voor hen moet zijn geweest om de stap naar de rechter te zetten. Ze gaf aan niet gelijk uitspraak te doen, maar er nog even goed over na te willen denken. Met de advocaat van de moeder sprak ik af dat de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard zou worden, omdat een vaccinatie onomkeerbaar is. Ook was de afspraak specifiek ter voorkoming van een schorsingsgeschil.
Mijn cliënt gaf na afloop aan zich goed gehoord te voelen. Ergens vonden de ouders het fijn dat een derde de knoop zou doorhakken. Ze kwamen er onderling niet uit en dat zorgde voor spanningen die voelbaar waren voor de kinderen.
De uitspraak was zoals verwacht: mijn cliënt werd in het gelijk gesteld. Tegen mijn verwachting in stelde moeder hoger beroep in. Dit wordt de allereerste appelzaak over dit onderwerp en ik vind het bijzonder dat ik onderdeel mag uitmaken van deze baanbrekende jurisprudentie. Ook binnen kantoor is dit het gesprek van de dag. Ik ben benieuwd hoe het gaat aflopen.’
Het Hof heeft inmiddels de uitspraak van de rechtbank bekrachtigd. De moeder overweegt om cassatieberoep bij de Hoge Raad in te stellen.
In de rubriek Impact vertelt een advocaat over een zaak die bovengemiddeld veel indruk maakte, daarmee het maatschappelijke belang van de advocatuur onderstrepend. Heeft u een soortgelijke ervaring die u wilt delen, stuur dan een e-mail naar redactie@