vak & mens impact

Minderjarige toch bevoegd tot juridische actie

Advocaat Ewout Jansen (40) stond in hoger beroep een cliënt (17) bij die in eerste aanleg niet-ontvankelijk werd verklaard vanwege procesonbevoegdheid. ‘Waarom is er zoveel onduidelijkheid en hebben minder­jarigen in sommige gevallen wél een juridische actie en in andere niet?’

‘Ik stond eerlijk gezegd versteld van hetgeen mijn cliënt in eerste aanleg had gedaan. Hij had de zaak zonder hulp van een advocaat bij de kantonrechter aanhangig gemaakt. Hij liet me de processtukken zien en die zaten geweldig in elkaar. De zaak betrof het ophangen van ongeveer dertig camera’s op de middelbare school van cliënt. Dit was in verband met de veiligheid, maar mijn cliënt had op grond van de AVG geen toestemming verleend. Het was voor hem een principe­kwestie: met het oog op zowel zijn privacy als die van zijn medescholieren vond cliënt het ophangen van zoveel camera’s een slechte ontwikkeling. Hij kwam er met de school niet uit en besloot hen te dagvaarden.

Cliënt beleefde duidelijk plezier aan deze principe­kwestie. Hij had zich grondig in de materie verdiept, een deurwaarder ingeschakeld en het was hem zelfs gelukt om op een rolzitting een snellere termijn bij de kanton­rechter voor elkaar te krijgen omdat dit een fundamentele zaak betrof. Iets dat menig advocaat niet lukt. De school beriep zich echter op de proces­onbevoegdheid van cliënt vanwege zijn leeftijd. De kantonrechter ging daarin mee en hij werd niet-ontvankelijk verklaard.

Eerder had ik een stuk in het Nederlands Juristenblad  geschreven over dit onderwerp.noot 1 Naar mijn mening is de wet onduidelijk over de proces­bevoegdheid van minder­jarigen. De wetgever zegt niet meer dan dat ouders hun kinderen moeten “vertegenwoordigen”, tenzij kinderen iets doen dat “gebruikelijk” is. Dat is volgens mij niet bedoeld als een radicale inperking van de toegang tot de rechter. Toch leren alle juristen dat minder­jarigen als hoofdregel geen proces­bevoegdheid hebben. Er zijn echter zo veel uitzonderingen op dat uitgangspunt dat de term “hoofdregel” niet juist is. In meer dan vijftien gevallen heeft een minderjarige wél een juridische actie, bijvoorbeeld in het arbeidsrecht en in het bestuursrecht bij acties tegen de overheid. Dit betrof echter een zaak tegen een school, wat onder het civiele recht valt. Nu had cliënt opeens vertegen­woordiging door zijn ouders nodig en werd hij te jong bevonden om zelf naar de rechter te stappen. Terwijl zestienjarigen op grond van de AVG wel zelfstandig toestemming mogen geven voor het wel of niet ophangen van camera’s. Er staat niet letterlijk in de AVG dat iemand van zestien jaar ook proces­bevoegdheid heeft, maar de wetgever vindt blijkbaar wel dat iemand van die leeftijd zelfstandig de afweging kan maken om wel of geen toestemming te geven. Dat betekent dat de wetgever erkent dat een minder­jarige zijn privacy­belangen kan overzien. Als de toestemming van de minderjarige wordt genegeerd, moeten de ouders plotseling worden betrokken. Is dat nu werkelijk een bewuste keuze van de wetgever of is hier sprake van een omissie? Waarom kan een minderjarige de ene keer wel de gang naar de rechter maken en de andere keer niet? Waarom mag een minder­jarige wel procederen tegen een werkgever, maar niet tegen een opdrachtgever? Een minderjarige kan ook procederen tegen een arts, maar niet tegen een fysio­therapeut. En waarom neemt iedereen klakkeloos over dat Nederland een harde hoofdregel heeft en zet niemand er vraagtekens bij? Zou het niet beter zijn om per geval te bekijken of de minderjarige in kwestie kan overzien wat een juridische actie inhoudt? Kortom, ik had me ook uitgebreid in de materie verdiept en er een heel epistel over geschreven. Dat artikel was de reden dat cliënt naar mij kwam.’

Stagiair

‘In dit geval kon cliënt het prima overzien. Sterker nog, hij studeerde inmiddels rechten en ging op mijn kantoor als stagiair aan de slag. Ondertussen bereidden we ons samen voor op de zitting van het hof. Ik liet hem de concepten schrijven, wat hij perfect deed.

Bij het hof is er natuurlijk verplichte proces­vertegen­woordiging, maar het leek mij verstandig dat cliënt zelf tijdens de zitting het woord voerde. Hij is actief bij allerlei pleitgenootschappen en dan zou meteen duidelijk te zien zijn dat het gek was om cliënt weg te houden bij de rechter. Het hof moest zich er even over beraadslagen, maar ging uiteindelijk akkoord. Tijdens de vijf uur durende zitting werden er veel vragen gesteld, vooral aan de school. Het hof liet doorschemeren dat ze het vreemd vonden dat de school zich in eerste aanleg op proces­onbevoegdheid had beroepen, terwijl overduidelijk was dat mijn cliënt prima in staat was om een en ander te overzien. Waarom had de school niet gewoon verweer gevoerd op de privacy? Wie wilden ze beschermen, hun leerling of zichzelf?

Op 19 december 2023 concludeerde het hof in Leeuwarden in een baanbrekend arrestnoot 2 dat cliënt procesbevoegd was en dat de Nederlandse wet buiten toepassing moet blijven. Het hof oordeelde dat het mijn cliënt “uiterst moeilijk, zo niet praktisch onmogelijk” was gemaakt om een oordeel van de rechter te krijgen. Het hof maakt ook expliciet dat de Nederlandse wet over vertegen­woordiging door de ouders op basis van de grondwet buiten toepassing moet worden gelaten, omdat deze inbreuk maakt op het grondrecht van toegang tot de rechter.

Ik hoop dat de wetgever deze vreemde wet nu ook echt schrapt. Dat is ook in lijn met een aantal rapporten van het WODC. Net als in het bestuursrecht moet voortaan per geval beoordeeld worden of de minderjarige in kwestie de gang naar de rechter kan overzien. De ene minderjarige is de andere niet. Met de school werd een schikking getroffen over de privacykant van de zaak. De school gaf aan ook wat lessen te hebben geleerd rondom het cameratoezicht. Ik ben natuurlijk trots op mezelf, maar vooral op mijn cliënt. Iets waar ik me al jaren hard voor maak, heeft hij voor elkaar gekregen.’

Impact

In de rubriek Impact vertelt een advocaat over een zaak die bovengemiddeld veel indruk maakte, daarmee het maatschappelijke belang van de advocatuur onderstrepend. Heeft u een soortgelijke ervaring die u wilt delen, stuur dan een e-mail naar redactie@advocatenblad.nl.