citaat

‘Hoewel de vrije advocaat­keuze een groot goed is, achten wij het uit een oog­punt van veilig­heid gerecht­vaardigd dat de kring van advocaten die wordt ingeschakeld beperkt blijft. Denkbaar is dat wordt gebruik­gemaakt van een poule van civiele, niet buiten de anonimiteit tredende advocaten.’

De procureur-generaal bij de Hoge Raad adviseert in een rapport om in overleg met de NOvA bepaalde advocaten aan te wijzen die kroongetuigen kunnen helpen bij het maken van afspraken over getuigenbescherming.


cijfers

61

procent, zo groot is de kans dat een rechter de kant van de indiener kiest als diens advocaat hem vier keer vaker laat lachen dan de advocaat van de verweerder. Dat ontdekten politicologen die bijna 800 zaken van het Amerikaanse hooggerechtshof onderzochten. Slaagt de advocaat daar niet in, dan is die kans 55 procent.

Bron: Sigrid van Wingerden, ‘Knock, knock…’: humor in de rechtszaal, in Proces: Tijdschrift Voor Strafrechtspleging (2023).

column

De neus en het deksel

Demissionair minister Weerwind is van plan de maatregel kosten­verhaal draagkrachtige veroordeeldennoot 1 af te schaffen. Dat schrijft hij in zijn recent voortgangsrapport over de stelselvernieuwing rechtsbijstand.

Wat houdt deze regeling in? Na onherroepelijke veroordeling in een strafzaak toetst de Raad voor Rechtsbijstand of de veroordeelde gedetineerde eigenlijk wel recht had op door de overheid gefinancierde rechtsbijstand. Deze draconische maatregel is in maart 2017 ingevoerd. Draconisch, omdat het na veroordeling terugvorderen van noodzakelijke ⁠–⁠ opgedrongen ⁠–⁠ rechtsbijstand in het geval van vrijheids­beroving zich slecht met elkaar verhoudt.

Wanneer een verdachte van zijn vrijheid dreigt te worden beroofd, is rechts­bijstand geen luxe maar bittere noodzaak. Het is een belangrijk element van het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM). Daarom volgt in die situatie een piketmelding en een last tot toevoeging, zodat de in voorarrest genomen verdachte van rechtsbijstand is verzekerd. Op kosten van de overheid.

Het vervolgens, na veroordeling, terug­vorderen van die kosten staat op gespannen voet met het van overheids­wege optrommelen van een advocaat. De maatregel werd in 2017 ingevoerd, in de periode dat er veel is bezuinigd op de sociale advocatuur, maar kent een andere achtergrond.

Concrete aanleiding vormde destijds het bericht dat de verdediging van Willem Holleeder op basis van een toevoeging werkte.noot 2 Daar gingen de wenkbrauwen in politiek Den Haag behoorlijk van omhoog. De maatschappij kon toch niet opdraaien voor de advocaat­kosten van rijke criminelen?

Waar Den Haag geen moment aan dacht, is dat die vermeende schatrijke criminelen hun vermogen voor de fiscus uit het zicht houden waardoor zij financieel onder de toevoegings­grens vallen. En dus recht hebben op gefinancierde rechtsbijstand.

Gedetineerden die wel over enig inkomen of vermogen beschikken en boven die financiële grens uit komen, zijn wel door het kosten­verhaal getroffen. Zij zijn door detentie veelal in financieel zwaar weer terecht­gekomen. Vaak verloren ze hun baan, maar liepen de woonlasten en kosten van levens­onderhoud van hun gezinsleden gewoon door. Het gevolg voor de overheid: verzoeken tot peiljaar­verleggingen, bezwaar­procedures, beroeps­procedures. Tijdrovend en veel administratieve rompslomp. Per saldo kostte de maatregel meer dan ze opleverde.

Weerwind herstelt de fout. Hopelijk wordt er in Den Haag ook aan gedacht de gedetineerden die de advocaat­kosten inmiddels hebben terugbetaald, alsnog schadeloos te stellen.

Noten

  1. Artikel 43 lid 3 Wrb.

  2. Evaluatie maatregel kostenverhaal draagkrachtige veroordeelden (artikel 43 lid 3 Wrb) – oktober 2022.