vak & mens

Spraakmakende zaken

Traditiegetrouw blikt het Advocatenblad in december terug op spraakmakende zaken. Binnen alle drie de rechtsgebieden hielden verscheidene procedures de gemoederen bezig. Drie advocaten vertellen over hun meest spraakmakende zaak. Twaalf andere uitspraken worden kort vermeld.


De Formule 1-zaak

Begin juli bepaalde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de Formule 1-race op Circuit Zandvoort door mocht gaan. Enkele natuur- en milieuorganisaties waren in beroep gegaan tegen het verlenen van een natuurvergunning en twee ontheffingen door de provincie Noord-Holland. Milieurechtadvocaat Marieke van Eik (Prakken d’Oliveira, Amsterdam) stond de Stichting Natuurbelang bij in de zaak.

‘De zaak ging om de zandhagedis en de rugstreeppad. Twee diersoorten die allebei bescherming genieten op grond van de Wet natuurbescherming. Het begon in 2019 met het verlenen van een ontheffing voor het verstoren van deze twee diersoorten door werkzaamheden rond het circuit. Zandvlaktes moesten worden geëgaliseerd en er zouden een aantal paden worden aangelegd en verbreed voor toeschouwers. Tegen de ontheffing is bezwaar ingediend en ook is er om een voorlopige voorziening gevraagd om te voorkomen dat de werkzaamheden werden uitgevoerd. Dat werd afgewezen. In bezwaar kwamen we bij de hoor- en adviescommissie van de provincie die adviseerde om het bezwaar gegrond te verklaren. Zij vonden dat de provincie de dwingende redenen van groot openbaar belang niet voldoende had gemotiveerd om de ontheffing te rechtvaardigen. Vervolgens heeft de provincie een beslissing op bezwaar genomen met nadere motivering. Daar heb ik beroep tegen ingesteld wat ongegrond is verklaard. Toen het eenmaal bij de afdeling lag, was de ontheffing al uitgewerkt, maar vanwege het procesbelang kon de zaak toch uitgeprocedeerd worden. De vragen waren ook nog steeds van belang.

De afdeling zegt in de uitgebreide uitspraak dat de dwingende redenen van groot openbaar belang voldoende zijn aangetoond. Volgens de afdeling zijn de aantallen toeschouwers (125.000) noodzakelijk om het Formule 1-evenement te kunnen organiseren. Die aantallen zijn ook nodig vanwege de sociaal-economische effecten. Toeschouwers overnachten en eten in Zandvoort en de regio en geven daar geld uit. Het evenement is dus goed voor de ondernemers daar. De afdeling oordeelde ook dat het Formule 1-evenement zelf grote openbare belangen dient. De toegangswegen en tribunes zijn noodzakelijk om al die mensen veilig te huisvesten. Ook wordt er volgens de afdeling geen afbreuk gedaan aan het streven om de zandhagedis en de rugstreeppad in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

‘Dit soort zaken moeten gevoerd blijven worden’

Een teleurstellende uitspraak voor mijn cliënt. Ik had zelf nog de hoop dat het zou lukken in hoger beroep, maar gelet op alle eerdere uitspraken wist ik dat het zwaar werd. In deze zaak zijn veel rapporten ingediend ter onderbouwing van de zaak. Voor mijn cliënte was die mogelijkheid er in mindere mate vanwege beperkte financiële middelen. Dat maakt het lastig. Als je geen tegenadviezen van deskundigen hebt, sta je in dit soort zaken achter.

De uitspraak zorgde voor gemengde gevoelens. Die dwingende redenen van openbaar belang ziet mijn cliënt niet, met name omdat het om de toeschouwers gaat. In de ogen van de stichting kun je zo’n evenement zelfs organiseren zonder toeschouwers. Dat geeft natuurlijk een andere dynamiek, maar het is voor de Formule 1-race zelf niet noodzakelijk.

Ik ben blij dat deze uitspraak meer bekendheid heeft gegeven aan de zandhagedis en de rugstreeppad. Er is veel over geschreven en ook cabaretiers maakten er filmpjes en grappen over. We hebben dus in ieder geval bereikt dat het geen onbekende diersoorten meer zijn. Dat is voor cliënte gelet op haar natuurdoelstelling ook winst.

Ik vind het belangrijk dat dit soort zaken gevoerd blijven worden en dat natuurorganisaties worden bijgestaan. Die komen op voor het algemene belang van natuurbescherming dat ons allemaal raakt. We moeten niet denken dat het maar om een paar diertjes gaat. Het is het hele ecosysteem waar we mee te maken hebben. Het gaat om op grond van de wet strikt beschermde soorten. Bij aantasting van die soorten is het van groot belang dat de rechter toetst of aan de daarvoor geldende strenge eisen is voldaan. Een gang naar de rechter vind ik in dit soort zaken nodig en belangrijk. De natuur staat enorm onder druk. Om het voor iedereen goed leefbaar te houden, is het heel belangrijk om binnen ons kleine land voldoende natuur te houden. De beperkte natuur die we nog hebben, moeten we koesteren.’


De zaak-Youssef Taghi

Youssef Taghi, neef en voormalig advocaat van Ridouan Taghi, werd eind januari tot een gevangenisstraf van vijf jaar en zes maanden veroordeeld. De rechtbank Amsterdam achtte bewezen dat Youssef een sleutelrol speelde in de criminele organisatie van zijn neef. Youssef gaf volgens de rechtbank berichten door van en aan Ridouan Taghi, die in de EBI in Vught zit, waardoor de criminele activiteiten van de organisatie verdergingen. Een duurzaam en bestendig samenwerkingsverband, aldus de rechtbank. Volgens de rechtbank heeft Taghi niet alleen het vertrouwen van zijn beroepsgroep op grove wijze geschaad, maar ook het vertrouwen van de maatschappij in de advocatuur en de rechtsstaat.


De discriminatiezaak

Het gerechtshof Den Haag deed in februari een baanbrekende uitspraak in de zaak van Amnesty International en enkele andere belangenorganisaties en burgers tegen de Staat over etnisch profileren door de Koninklijke Marechaussee (KMar). De zaak ging om de manier waarop de KMar mensen selecteert voor controle op verblijfsstatus na grensovergang. Volgens Amnesty gebruikt de Koninklijke Marechaussee daarbij onder meer ras als selectiemiddel en dat is volgens Amnesty discriminatie op grond van ras en dus verboden. Het gerechtshof Den Haag gaf Amnesty daarin gelijk en bepaalde dat de KMar haar werkwijze per direct moest aanpassen.


Hoger beroep Wiersum

Het gerechtshof Amsterdam veroordeelde in februari de twee verdachten van de moord op advocaat Derk Wiersum tot dertig jaar cel. Het hof spreekt van een ‘volstrekt gewetenloze’ moord. De rechtbank veroordeelde Moreno B. (34) en Giërmo B. (39) eerder al tot dertig jaar cel, maar zowel zij als justitie gingen daarop in hoger beroep. Volgens het Openbaar Ministerie, die beide mannen als medeplegers bestempelt, was er sprake van een ‘koelbloedig uitgevoerde moord ‘om het verloop van het Marengo-proces te beïnvloeden. Het hof achtte bewezen dat de moord door de mannen professioneel en grondig is voorbereid en stelde dat samenleving dient te worden beschermd tegen beide mannen.


De bouwuitspraak

Voor elk project dat stikstof veroorzaakt, moeten de stikstofgevolgen tot op een afstand van 25 kilometer berekend worden. Of dat nu de aanleg of verbreding van een weg is of de oprichting of uitbreiding van een veehouderij. Het kabinet heeft deze afstand in 2021 vastgesteld, maar er is sindsdien discussie over of de afstand wel groot genoeg is voor een volledig zicht op de gevolgen van stikstofneerslag. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde in april dat deze zogenoemde rekenafstand van 25 kilometer bij individuele projecten aanvaardbaar is. De afdeling deed dat in een tussenuitspraak in de zaak over het tracébesluit ‘A15/A12 Ressen-Oudbroeken (ViA15)’ van de minister van Infrastructuur en Waterstaat (project ViA15). Over vijf andere bezwaren tegen de passende beoordeling en de externe saldering rond het project moet de afdeling nog beslissen.


De zaak-Weski

Inez Weski, voorheen de advocaat van Ridouan Taghi, werd begin juni op vrije voeten gesteld. De raadkamer oordeelde dat er geen grond meer is om haar nog langer vast te houden. Weski werd op 21 april aangehouden. De inmiddels door de deken geschorste advocaat uit Rotterdam wordt er door het Openbaar Ministerie van verdacht berichten van en naar haar cliënt Ridouan Taghi te hebben doorgegeven. Taghi is hoofdverdachte in het Marengo-proces en zit vast in de EBI in Vught. Weski had op het moment van de arrestatie haar verdediging vrijwel afgerond. Op 4 mei besloot de rechtbank nog om haar voorarrest te verlengen met dertig dagen.


De hersteloperatie toeslagen

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State liet zich in augustus uit over de aanhoudende problemen rondom de beslistermijnen bij de hersteloperatie toeslagen. Volgens de afdeling is het niet de taak van de bestuursrechter om een structurele oplossing te bieden voor deze kwestie. De uitspraak komt voort uit een zaak die eerder dit jaar voor de rechtbank Midden-Nederland werd behandeld. Die besliste dat de Belastingdienst meer tijd kreeg om te beslissen op aanvragen voor compensatie en stelde dat de in de wet vastgelegde beslistermijnen onrealistisch waren. De Afdeling onderschrijft dat standpunt maar stelt dat het aan de wetgever is om met een structurele oplossing te komen.


Het Haviltex-criterium

In 1981 bepaalde de Hoge Raad dat bij de uitleg van de partijbedoelingen bij schriftelijke overeenkomsten alle feiten en omstandigheden van belang kunnen zijn (het Haviltex-criterium). Afgelopen augustus oordeelde de Hoge Raad dat het is toegestaan om contractueel een eigen uitlegmaatstaf af te spreken. Zo mag worden afgesproken dat bij de uitleg van een contract alleen naar het geschreven woord wordt gekeken. De Hoge Raad komt met het arrest tegemoet aan de praktijkbehoefte en lagere rechtspraak, waarin dergelijke afspraken eerder al werden toegestaan.


De zaak Richard de Mos

De rechtbank Rotterdam sprak in april de Haagse wethouder Richard de Mos vrij. Hij, zijn collega-wethouder en zes andere medeverdachten werden beschuldigd van lidmaatschap van criminele organisaties en ambtelijke omkoping. De Mos werd ook vervolgd voor schending van het ambtsgeheim, meineed en mensensmokkel. Peter Plasman (Plasman Advocaten, Amsterdam) stond de politicus bij.

‘De beschuldigingen waren te gek voor woorden. De Mos was wethouder in Den Haag voor zijn lokale partij Groep de Mos/Hart voor Den Haag, de grootste partij van de stad. De deelneming aan verschillende criminele organisaties zou onder andere bestaan uit omkoping en de medeverdachten zouden dan de omkopers zijn. Het ging om ondernemingen, mensen die dicht tegen de partij aan zitten en doneren. In de ogen van justitie worden ze bevoorrecht. Zo zouden ze een voorkeursbehandeling krijgen in ruil voor donaties en privégiften, kleine dingen als een etentje en een boottochtje.

Toen in 2019 de inval in zijn woning werd gedaan, liep het onderzoek naar De Mos al een jaar. Ik zag meteen dat dit een uitdagende, boeiende en helaas voor hem langlopende zaak zou worden.

De rechtbank heeft op alle punten vrijgesproken. Tijdens de zitting verdwenen de criminele organisaties eigenlijk al uit beeld. Het was duidelijk dat dat geen stand ging houden, terwijl dat de zwaarte was van de zaak. Het kleurde de zaak voor de publieke opinie en dat was naar. De rechter oordeelde dat het een grijs gebied is, wat precies wel en niet kan met donaties. Veel lokale partijen zijn afhankelijk van donaties. De cruciale vraag is of er voor donaties tegenprestaties zijn geleverd die verder gaan dan het voeren van een generiek beleid. Als je ondernemer bent in het vastgoed, dat zijn deze medeverdachten, dan heb je belang bij het bestaan van een politieke partij die de belangen van de vastgoedwereld dient. Daar is niets mis mee. Maar volgens het OM zijn de wethouders te ver gegaan omdat ze de vastgoedondernemers een voorkeurspositie hebben gegeven. Dat is met kracht bestreden bij de rechtbank. Er is van alles gedaan waar de donateurs belang bij hebben, maar dat is generiek gedaan en geldt voor alle vastgoedondernemers in de stad. Daarmee wordt het belang van de stad gediend. Er wordt gebouwd, er worden winkelcentra opgeknapt enzovoort.

‘Het was een intensief en spannend proces met grote belangen’

Spraakmakend is deze zaak zeker. Twee wethouders van een grote stad, een omvangrijk dossier met veel verdachten. De wethouders traden af en daarmee was de grootste partij van de stad op een zijspoor beland qua bestuur. De Mos was zwaar geëmotioneerd na de uitspraak. Hij heeft vanaf het allereerste begin gestreden, overtuigd van zijn onschuld.

Ook voor mij was het een fantastisch resultaat. Het was een intensief en spannend proces met grote belangen. Het was hard tegen hard met het OM vanwege de zware aantijgingen. De beschuldiging van deelneming aan criminele organisaties kwam keihard aan. Die heeft het OM nu in hoger beroep ook laten varen. Ze zijn schoorvoetend met excuses gekomen, maar in mijn ogen denken ze daar te lichtzinnig over. Het heeft de zaak gekleurd en de verdachten zwaar belast. Die vastgoedjongens kwamen bijvoorbeeld niet meer aan de bak. In hoger beroep is de verdenking nog steeds corruptie. Het OM wil dat de rechter bepaalt wat de grens is van het grijze gebied bij omkoping.

Ik verwacht dat het hof de rechtbank volgt. Drie verstandige rechters hebben dit zo beslist. Het is in deze zaak lastig voor te stellen dat drie andere verstandige rechters dat anders zouden doen. Maar het blijft spannend totdat de zaak onherroepelijk is geëindigd.’


De wolvenzaak

De provincie Gelderland mag de wolf op De Hoge Veluwe voorlopig niet verjagen met paintballgeweren, oordeelde de rechtbank Midden-Nederland begin september. Volgens de rechtbank heeft de provincie niet goed genoeg onderbouwd waarom het verjagen met verfkogels nodig is. De provincie besloot eind 2022 het gebruik van verfkogels toe te staan bij wolven die stelselmatig niet-schuw gedrag vertonen op De Hoge Veluwe. Zo zouden wolven weer bang moeten worden voor mensen. De Faunabescherming stapte naar de rechter. De provincie kreeg van de rechtbank Midden-Nederland zes weken de tijd voor een betere onderbouwing, maar de paintballgeweren blijven sowieso in de kast tot de einduitspraak.


De zaak-Chemours

Chemische fabriek Chemours in Dordrecht is deels aansprakelijk voor schade die gemeenten in de omgeving hebben geleden door vervuiling met pfas, bepaalde de rechtbank Rotterdam in september in een tussenvonnis in een civiele zaak aangespannen door gemeenten. Volgens de rechtbank hebben Chemours en voorganger DuPont bij het aanvragen van vergunningen belangrijke informatie over de schadelijkheid van de uitstoot achtergehouden. De rechtbank oordeelde dat er bij de uitstoot door de lucht van de pfas-variant PFOA tussen 1984 en 1998 sprake was een onrechtmatige daad. De uitstoot van de stof GenX was dat volgens de rechtbank niet. Het oordeel over de pfas-uitstoot van 1998 tot 2012 volgt in het eindvonnis.


Vereniging Woekerpolis.nl tegen NN

De vereniging Woekerpolis.nl behaalde in september een overwinning voor consumenten in een slepende rechtszaak tegen Nationale-Nederlanden (NN). De verzekeraar heeft klanten met een woekerpolis kosten in rekening gebracht zonder hen daarover in te lichten, oordeelde het gerechtshof Den Haag in de massaprocedure die al in 2013 is aangespannen door de vereniging. NN heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak. De uitspraak was de eerste in een reeks hoger beroepen van claimgroepen tegen alle grote Nederlandse verzekeraars en staat naar verwachting model. In de zaak tegen Aegon Nederland (inmiddels onderdeel van ASR) oordeelde het Haagse hof in dezelfde week min of meer hetzelfde. Die verzekeraar trok vervolgens flink de portemonnee. In totaal wordt er een bedrag van 250 miljoen euro terugbetaald aan mensen die in het verleden zijn gedupeerd, liet de ASR eind november weten.


De verschonings­rechts­zaak

De langslepende strafzaak tegen vermogensbeheerder Box Consultants kwam in oktober ten einde toen het OM besloot het onderzoek te seponeren vanwege schending van het verschoningsrecht. Justitie verdacht twee partners van vermogensbeheerder Box Consultants van fraude, witwassen en valsheid in geschrifte. Tijdens het onderzoek vorderde het OM in 2015 bij een IT-provider het e-mailverkeer van Box waartussen ook vele e-mails van Box aan de advocaten van Stibbe en vice versa zaten. Opsporingsambtenaren van OM, FIOD en Belastingdienst en landsadvocaat Pels Rijcken hadden toegang tot het mailverkeer. Stibbe stelde dat het verschoningsrecht was geschonden. Ondanks meerdere rechterlijke uitspraken hield het OM vast aan het eigen gelijk. Totdat ze in september het boetekleed aantrokken. De civielrechtelijke procedures tegen de Staat over de kwestie gaan wel door. Dat geldt ook voor tuchtrechtelijke procedures tegen advocaten van Pels Rijcken.


Werkvergunning voor asielzoekers

UWV mag bij het verstrekken van werkvergunningen aan asielzoekers niet langer de eis stellen dat zij maximaal 24 weken per jaar mogen werken. Deze zogenoemde 24-wekeneis verhindert dat asielzoekers effectieve toegang krijgen tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze eis doet afbreuk aan het doel en nuttig effect van de Europese Opvangrichtlijn en is daarom in strijd met het Europees recht. Dat oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State eind november in twee uitspraken. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigde hiermee uitspraken van de rechtbank in Arnhem en Utrecht van eerder dit jaar.


De toeslagenzaak

Letselschadeadvocaat Cyril Spiertz (Spiertz advocaten, Nijmegen) behaalde in april een belangrijke overwinning in het toeslagenschandaal. Hij won voor meerdere ouders verschillende civiele procedures tegen de Staat. In plaats van wachten op een trage afwikkeling van de Belastingdienst kunnen ouders vanaf dat moment schadevergoeding uit onrechtmatige daad vorderen.

‘Ik werd twee jaar geleden benaderd door een groepje van acht ouders. In totaal zes gezinnen die waren getroffen door de toeslagenaffaire. Ze geloofden niet in de hersteloperatie van de Belastingdienst. Ze zagen dat als een groot, traag vehikel waarmee ze nooit de schadevergoeding zouden krijgen waar ze in hun ogen recht op hadden. Het waren stuk voor stuk gezinnen die kapot waren gegaan aan de affaire. Waar de schade niet om tonnen, maar om miljoenen ging. Mijn collega’s Milan Jans, Ruben Verplanke en ik zagen de potentie van de civiele route.

De Staat wordt normaal gesproken gedagvaard bij de rechtbank Den Haag. Wij kozen als uitgangspunt voor de competentie de plek waar het onrechtmatig handelen heeft plaatsgevonden. Daar waar de auto’s en huisdieren in beslag zijn genomen en de huizen zijn geëxecuteerd. Het resulteerde in zes procedures bij verschillende rechtbanken die logischerwijs in tijd uiteenliepen.

In twee zaken werd als eerste uitspraak gedaan. Dat was op 25 april bij de rechtbank in Almelo en op 26 april bij de rechtbank Rotterdam. De uitspraken komen er kort gezegd op neer dat de Staat onrechtmatig handelde tegen de gedupeerde ouders. Bij verschillende vaststellings- en terugvorderingsbesluiten hield de overheid geen rekening met het evenredigheidsbeginsel, aldus de rechters. Het leverde veel commotie op in de media en de Tweede Kamer.

‘Voor dit soort zaken ben ik ooit advocaat geworden’

Al snel liet de landsadvocaat namens de overheid weten dat de aansprakelijkheid in de overige zaken werd erkend. Er werd niet verder geprocedeerd en de Staat zou ook niet in hoger beroep gaan. De ouders hebben dus in alle gevallen gelijk gekregen en kunnen schadevergoeding vorderen. Dat geldt ook voor andere ouders die de Staat aansprakelijk willen stellen.

De erkenning van onrechtmatigheid is een bevestiging voor de mensen dat ze zwaar gedupeerd zijn. Het is een morele overwinning. Daarnaast geeft het de mogelijkheid om de schade te inventariseren volgens de civielrechtelijke modus via de rechter. In de hersteloperatie zijn die mogelijkheden marginaal.

We staan sinds de uitspraken nog meer ouders bij. Als letselschadeadvocaten richten wij ons op de schades die substantieel zijn qua omvang. Ouders van wie huizen, auto’s en ondernemingen zijn verkocht. Van wie kinderen uit huis zijn geplaatst. Gezinnen waar psychische schade is en waar emotionele trauma’s hebben geleid tot arbeidsongeschiktheid bij de ouders en studievertraging bij de kinderen. Ga zo maar door.

Voor dit soort zaken ben ik ooit advocaat geworden. Dit zijn de zaken waarin je het verschil kunt maken voor mensen en groepen mensen. In eerste instantie voor je eigen cliënten. Dat dit hiertoe zou leiden, hadden wij niet voor mogelijk gehouden. Het betekent dat wij de juiste snaar hebben geraakt.

Na de uitspraak in Almelo zijn we naar Nijmegen gereden. We hebben met kantoor een fles champagne opengetrokken en zijn uit eten gegaan. Zeker als je het uit principe doet, is het een grote overwinning en een compliment voor je kantoor. Wij zijn apetrots dat we dit als kantoor als eerste en als enige hebben gedaan.

Wat betreft de schadevergoedingen volgen nu onderhandelingen en eventueel procedures. De overheid is redelijk halsstarrig. Ze gaat niet zomaar ruimhartig betalen. Dat wordt nog een strijd. Maar de rechters staan er gunstig in mochten we er in gezamenlijk overleg niet uitkomen.’