vak & mens impact

Boerendrama om nalatenschap

Advocaat Lukas Witsenburg (46, Penrose) stond van 2012 tot 2019 een boerenzoon bij die verwikkeld was in een juridisch conflict met zijn moeder. De zaak hield hem uit zijn slaap. ‘Wegens het onrecht dat de moeder haar zoon aandeed én de taak die op mijn schouders lag.’

‘Ik maakte me zorgen over het beeld dat de Friese rechter had tijdens het kort geding. Ik stelde me voor hoe hij vanachter zijn tafel op links een jonge jongen zag, met een advocaat uit de stad. Op rechts zat de moeder, gesteund door talloze familieleden. Ik vreesde dat de rechter de zaak niet meer zou zien, maar zou zwichten voor het onsympathieke beeld van een zoon die het tegen zijn moeder opnam.

Mijn cliënt was eind twintig toen hij via via bij mij op kantoor kwam. Sinds zijn achttiende exploiteerde hij samen met zijn moeder de boerderij die vader na een te vroege dood had nagelaten. Aan het sterfbed van vader was besloten dat hij –⁠ als jongste in het gezin ⁠– het werk ging overnemen. Na tien jaar zou moeder een stapje terug doen en mijn cliënt de boerderij tegen de agrarische waarde overnemen.

Na tien jaar gaf moeder aan niet uit de maatschap te willen. Inmiddels had ze zichzelf al feitelijk uitgekocht door veel geld te lenen op naam van de maatschap, en dat geld naar zichzelf over te maken.

Terwijl ik hem op dat gebied adviseerde, kwam er plotseling een brief van de moeder. Ze wilde de maatschap opzeggen en de boerderij niet langer aan haar zoon verkopen. Een gecalculeerde zet. De bank had inmiddels de financiëring opgezegd en dat betekende dat de boerderij verkocht moest worden om de bank af te lossen. Een executoriale verkoop zou moeder meer opleveren dan de agrarische waarde, want moeder en zoon zaten weliswaar fiftyfifty in de exploitatie, maar het eigendom van de activa stond op haar naam. Kassa dus.’

Slapeloze nachten

‘Het ging me aan het hart. Hoe kun je zo met elkaar omgaan, zeker als familie? Dit zou betekenen dat mijn cliënt nooit meer een boerenbedrijf zou kunnen beginnen. Zelfstandig een boerderij starten is nagenoeg onmogelijk, omdat daar hoge kosten aan verbonden zijn. Bedrijfsovername van ouders is voor veel boeren de enige manier. Dat werd hem nu –⁠ tegen alle afspraken in ⁠– ontnomen. Terwijl hij vanaf zijn achttiende keihard had gewerkt, zonder inkomen. Hij was kostwinner geweest voor het hele gezin, terwijl broers en zussen naar school gingen en konden studeren.

Inmiddels had ik een hechte band met cliënt opgebouwd. Hij was maar vijf jaar jonger dan ik en een intelligente, leuke jongen. Ik ben geen agrarisch advocaat. Hij nam altijd uitgebreid de tijd om mij te informeren. Als we zitting hadden, haalde ik hem meestal eerst op en besefte ik hoe onze werelden uit elkaar lagen. Hij die altijd vroeg moest opstaan, de fysieke arbeid. Daar kwam ik dan aanrijden in mijn pak en mijn stadse accent. Op het erf trok ik mijn kaplaarzen aan, want we moesten daarna nog naar de rechtbank. Dat vond ik zelf een nogal grappig gezicht. We hadden echt een klik. Dat maakte het natuurlijk nog lastiger om afstand te houden. Slapeloze nachten zijn al vervelend als het je eigen problemen betreft, laat staan als het de problemen van een ander zijn.

De kortgedingrechter was gelukkig niet onder de indruk van het beeld in de rechtszaal. Op alle punten gaf hij ons gelijk. De boerderij moest per direct aan mijn cliënt geleverd worden, tegen de agrarische waarde.

Moeder liet het er echter niet bij zitten. Talloze kort gedingen, bodemprocedures en hoger beroepen volgden. Zes jaar later zaten we bij het hof. Mijn zorgen kwamen alsnog uit. De rechter keek de zaal in en zei bij aanvang van de zitting tegen mijn cliënt: “Als jij maar niet denkt dat deze zaak net zo goed voor jou afloopt als in eerste aanleg.” Ik wist niet wat ik hoorde. Achteraf had ik het hof misschien moeten wraken, maar ik was overvallen door de opmerking. Mijn cliënt had tot dan toe alles gewonnen en bood aan afstand te doen van de tonnen schadevergoeding die in eerste aanleg ook aan hem waren toegewezen, als moeder maar zou stoppen met procederen. Ik wist één ding: ik ga hier niet weg voordat dit geschikt wordt.

Zes uur later –⁠ het was inmiddels tegen acht uur ’s avonds ⁠– accepteerde moeder eindelijk het “gesloten beurzen”-schikkingsvoorstel dat mijn client al in 2013 had gedaan. Wel had mijn cliënt nog één verzoek: in het oude maatschapscontract stond een meer­waarde­clausule. Deze clausule kwam er op neer dat als hij de boerderij binnen vijftien jaar zou vervreemden, hij de meeropbrengst aan moeder moest afdragen. Hij wilde dat deze clausule niet zou werken als de boerderij door zijn overlijden zou overgaan naar zijn vrouw. Op deze manier zouden zijn vrouw en kinderen niet met lege handen achterblijven. Moeder ging akkoord.

Twee jaar later werd mijn cliënt ernstig ziek. Hij is inmiddels overleden. Het is niet te bevatten: na jarenlang zo’n strijd geleverd te hebben en eindelijk gewonnen te hebben, is dit het lot. Op het moment van schikken, wist hij niet dat hij ziek zou worden. Ongelooflijk dat hij last minute vroeg die meer­waarde­clausule aan te passen. Deze geschiedenis ontroert mij nog steeds alsof het gisteren was. Het was ook één van de laatste zaken waarin ik heb geprocedeerd. Ik geloof altijd zo stellig in mijn zaak dat de mogelijkheid dat de rechter mij ongelijk geeft te veel stress oplevert. Ik doe het niet meer, richt me tegenwoordig alleen nog op M&A. Maar deze cliënt? Die heeft een eeuwige plek in mijn hart.’

Impact

In de rubriek Impact vertelt een advocaat over een zaak die bovengemiddeld veel indruk maakte, daarmee het maatschappelijke belang van de advocatuur onderstrepend. Heeft u een soortgelijke ervaring die u wilt delen, stuur dan een e-mail naar redactie@advocatenblad.nl.