juridisch analyse

Model ouderschapsplan in nieuw jasje

Het vernieuwde ouder­schaps­plan van de vFAS hecht nog meer belang aan de wensen van kinderen, leggen familie­recht­advocaten Ruud Tuinstra en Myrthe Monfrance uit.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding in maart 2009 dienen ouders met gezamenlijk gezag over hun minderjarige kinderen in verband met de ontbinding van hun huwelijk/geregistreerd partnerschap of beëindiging van hun samenleving (wettelijk verplicht) een ouder­schaps­plan op te stellen. In dat ouder­schaps­plan leggen zij (onder andere) afspraken vast over de verdeling van de zorg en opvoedingstaken, de wijze waarop zij elkaar informeren en consulteren over kwesties die betrekking hebben op de persoon of het vermogen van de kinderen, alsmede een regeling ten aanzien van de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen.

De kinderen dienen bij het opstellen van het plan te worden betrokken. Het ouder­schaps­plan is een ontvankelijkheidseis voor de echtscheiding (ook al wordt deze eis in de praktijk niet zeer streng toegepast). De inhoud wordt marginaal door de rechter getoetst. Bij beëindiging van informele relaties is er in beginsel geen rechterlijke tussenkomst, en dus ook geen toets van het ouder­schaps­plan, niet ten aanzien van het bestaan, noch ten aanzien van de inhoud.

De doelstellingen van het ouder­schaps­plan zijn grofweg: het verbeteren van contacten tussen ouders en kinderen na scheiding, het verminderen van conflicten en het terugdringen of voorkomen van problemen bij kinderen als gevolg van de scheiding.

Het verplicht stellen van een ouder­schaps­plan maakt ouders in elk geval bewust van het feit dat zij bij een scheiding vooral en vooreerst (ook) stil moeten staan bij het belang van hun kinderen en de gevolgen van de scheiding voor hen.

Sinds de invoering van het verplichte ouder­schaps­plan hebben er meerdere evaluaties plaatsgevonden. De rode draad uit die onderzoeken is dat de doelstellingen door het verplichte ouder­schaps­plan niet (in elk geval niet volledig) zijn gehaald. Dat geldt met name voor problematische complexe scheidingen, waarvoor het ouder­schaps­plan geen oplossing biedt, al was het maar omdat het in die situaties ouders simpelweg niet lukt om tot een plan te komen. Het verplichten tot het maken van afspraken is bovendien geen garantie dat deze in de praktijk ook worden nagekomen. En het ouder­schaps­plan is een dynamisch en geen statisch instrument; continu veranderen gezinssituaties, kinderen worden ouder en ontwikkelen zich, het leven gaat door, en daarop moet het ouder­schaps­plan zich voortdurend (kunnen) aanpassen. Die gewenste flexibiliteit leidt niet zelden tot nieuwe conflicten en procedures over nakoming/wijziging. In die gevallen heeft het plan zelfs een averechts, in potentie polariserend effect.

Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat het ouder­schaps­plan als mislukt project moet worden gekwalificeerd. Integendeel. Uit onderzoek is gebleken dat het ouder­schaps­plan voor bijna de helft van de gescheiden ouders bijdraagt aan een goede verstandhouding met hun ex-partner; een van de doelen van het ouderschapsplan. Per saldo geldt voor het merendeel van de ouderschapsplannen: baat het niet, het schaadt ook niet.

Belangrijk is wel dat gaandeweg steeds meer aandacht is gekomen voor de vraag of en op welke wijze de kinderen verantwoord en adequaat bij het ouder­schaps­plan worden betrokken. Natuurlijk is dat afhankelijk van hun leeftijd en van elke individuele situatie op zich. One size doesn’t fit all. Maar het besef is gegroeid dat het ouder­schaps­plan een document is dat afspraken vastlegt niet alleen over maar ook met de kinderen.

Dat laatste nu komt meer en beter tot uitdrukking in het door de vFAS recent gepubliceerde nieuwe model ouderschapsplan. Het is in elk geval een stimulans voor ouders om hun kinderen meer en beter te betrekken bij het opstellen van het ouder­schaps­plan, terwijl handvatten worden gegeven voor eventuele hulp en begeleiding daarbij.

Vooropgesteld: de meeste onderwerpen uit het oude plan komen terug in de nieuwe versie en de uitgangspunten en hoofdlijnen zijn nagenoeg gelijk gebleven. Naast de reeds genoemde prominente plek voor de mening van de kinderen en de wijze waarop zij betrokken zijn bij het ouder­schaps­plan, is een aantal passages gewijd aan zaken die in de samenleving meer aan belang hebben gewonnen, zoals social media en het gebruik van een kinder­rekening.

Er is een model voor één kind en een variant voor meerdere kinderen. Wat vooral opvalt, is dat het ouder­schaps­plan tekstueel vereenvoudigd is en meer ‘gewonemensentaal’ is gebruikt. Dat is op zich al een verbetering. En waar in vele gevallen het model ook (bijna) een-op-een wordt ingevuld/overgenomen, is het gebruik door het hanteren van invul-/optievelden vergemakkelijkt. Keerzijde hiervan is wel –⁠ dat was een van de kritiekpunten ⁠– dat het plan wellicht nog meer dan voorheen als een snelle (verplichte) invuloefening wordt ervaren dan dat het ouders echt uitnodigt om hun eigen invulling te geven en goed doordacht ‘maatwerk’ te leveren met/voor hun kinderen.

Hierna bespreken wij de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het oude model.

Waar het oude ouder­schaps­plan begon met het artikel omtrent gezag, start het nieuwe ouder­schaps­plan met ‘respectvol ouderschap’. Logisch als we weten dat het ouder­schaps­plan met name beoogt om het proces rondom echtscheidingen te verbeteren, zodat (ex-)partners zorgvuldig en respectvol uit elkaar gaan en met elkaar omgaan.

De mening van het kind is in het nieuwe ouder­schaps­plan uitgebreid opgenomen in artikel 2; voorheen werd daar in de considerans slechts kort bij stilgestaan. Uit het onderzoek van Motivaction blijkt dat jong gescheiden ouders hun kinderen vaker betrekken bij de totstandkoming van het ouderschapsplan. Dat wordt door de wijze waarop artikel 2 nu is geformuleerd extra aangemoedigd. In lid 2 wordt verwezen naar Stichting Villa Pinedo: een (online) platform/community voor en door kinderen van gescheiden ouders. Het doel van Villa Pinedo is ervoor te zorgen dat kinderen zo min mogelijk last hebben van de scheiding. Het is een veilige plek waar kinderen hun ervaringen met elkaar kunnen delen en elkaar kunnen steunen.

In het ouder­schaps­plan moet worden aangegeven hoe de kinderen zijn betrokken bij het maken van het ouderschapsplan. Als optievelden zijn genoemd: overleg, het KIESKindplan, een KIES professional of een Kindbehartiger. Het KIES Kindplan is een contract tussen kleuters (KIES Kleuterplan), kinderen (KIES Kindplan) of jongeren (KIES Jongerenplan) en hun ouders bij scheiding. In dat document kunnen kinderen een stem krijgen bij scheiding volgens de richtlijnen van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Een via de Beroepsorganisatie Kindbehartiger te zoeken ‘kindbehartiger’ is een professional die kinderen van gescheiden ouders ondersteunt; deze staat naast het kind en helpt hem om zijn wensen en behoeften in kaart te brengen, biedt het kind een luisterend oor, legt uit wat er tijdens een scheiding gebeurt en beantwoordt vragen.

Volledig nieuw is artikel 7 over het gebruik van social media en digitale apparaten. ‘Onderwerpen, zoals over hoe ouders omgaan met informatie en foto’s delen op social media, of over schermgebruik en locatie delen, die steeds belangrijker zijn geworden in de dagelijkse praktijk, en waarover ouders en kinderen samen het best duidelijke afspraken maken en één lijn hanteren’. In artikel 8.3 is de toestemming voor reizen naar het buitenland opgenomen. Ouders geven elkaar daarbij (bij voorbaat, tenzij een ‘goede reden’ als bezwaar) toestemming voor een buitenlandse reis met het kind en geven aan het formulier ‘Toestemming reizen met minderjarige naar het buitenland’ in te zullen vullen en te ondertekenen. Dat moet dan overigens in de praktijk wel nog feitelijk gebeuren. Op het moment dat een van de ouders het formulier niet ondertekent, kan er alsnog vervangende toestemming aan de rechter gevraagd worden. Enkel de intentie in het ouder­schaps­plan is immers niet voldoende om aan te tonen dat de toestemming voor de specifieke reis ook is verleend.

Onderwerp Nieuwe ouder­schaps­plan Oude ouder­schaps­plan
Respectvol ouderschap Artikel 1 Artikel 5
De mening van ons kind/onze kinderen Artikel 2 Considerans
Het gezag Artikel 3 Artikel 1
De woon- en verblijfplaats/inschrijving BRP/verhuizingen Artikel 4 Artikel 2
Zorg en opvoeding Artikel 5 Artikel 3
Informatie delen en beslissingen nemen Artikel 6 Artikel 4
Gebruik van social media en digitale apparaten Artikel 7 -
Verzekeringen, identiteitsbewijzen en toestemming buitenlandreizen Artikel 8 Artikel 3.6, 2.2 en 2.3
Andere familieleden/vrienden en nieuwe relaties Artikel 9 Artikel 6, 5.6 en 5.7
Kosten en de verdeling ervan, kinderbijslag en kindgebonden budget Artikel 10 Artikel 7
Bankrekeningen van ons kind/onze kinderen Artikel 11 Artikel 7.6
Evaluatie en meningsverschillen Artikel 12 Artikel 8
Aanpassing afspraken Artikel 13 Artikel 9

Bij artikel 10 is –⁠ anders dan in het oude model ⁠– een passage gewijd aan het gebruik van een kinderrekening als alternatieve optie voor het betalen van alimentatie door de ene ouder aan de ander. In de praktijk wordt steeds vaker gekozen voor het gebruik van zo’n kinderrekening. Uit het genoemde onderzoek van Motivaction volgt dat zestien procent van de gescheiden ouders een kinderrekening aanhoudt. Verwacht mag worden dat dit in de toekomst alleen maar meer het geval zal zijn. De kinderrekening wordt gebruikt voor het bestrijden van de verblijfsoverstijgende kosten (zie voor de toelichting de begrippenlijst bij het ouderschapsplan).

In de bovenstaande transponeringstabel is per artikel het verschil tussen het oude en nieuwe ouder­schaps­plan inzichtelijk gemaakt.

Conclusie

De meeste onderwerpen uit het oude plan komen ook terug in de nieuwe versie. Het is dus een remaster en geen remake geworden. Het ouder­schaps­plan is vooral tekstueel vereenvoudigd. Dat er meer aandacht is voor de mening van het kind en de wijze waarop het kind bij het maken van het plan is betrokken, is een verbetering. Het kind staat immers centraal. Het model is een goede leidraad en checklist voor ouders. Een hulp­middel om ouders te helpen bij het opstellen van een plan en wat ze zouden kunnen afspreken. Maar het ontslaat ouders natuurlijk niet van de plicht om er zorgvuldig over na te denken en er met elkaar én met het kind over te praten, en maatwerkafspraken te maken. Geen enkel ‘model’ kan dat vervangen.

Ruud Tuinstra en Myrthe Monfrance zijn verbonden aan Boels Zanders in Maastricht.