vak & mens

Een vak apart

Nederland kent bijna duizend advocaten in dienstbetrekking. ‘Als Cohen-advocaat heb je maar één cliënt. Die leer je dan ook heel goed kennen.’

Advocaten in dienstbetrekking zijn het er unaniem over eens: het bedienen van slechts één cliënt is een groot voordeel. Je hoeft geen tijd te schrijven, de lijnen zijn kort en er is ruime kennis van de verschillende belangen die er spelen. Bovendien is het mogelijk om indien nodig in een vroeg stadium in te grijpen of te adviseren om zo conflicten te voorkomen. Daar komen een goede werk-privébalans, brede carrièremogelijkheden en collega’s met verschillende nationaliteiten en achtergronden bij. Wie wil dat nou niet?

Beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen

Het NGB, de beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen, heeft een aparte sectie voor advocaten in dienstbetrekking. De sectie organiseert jaarlijks verschillende bijeenkomsten om kennis te bevorderen en ervaringen uit te wisselen bijvoorbeeld op het gebied van onafhankelijkheid en verschoningsrecht. Het NGB biedt daarnaast bijeenkomsten Gestructureerd Intercollegiaal Overleg (GIO) aan. Het NGB-lidmaatschap kost 175 euro exclusief btw per jaar.

Van de 18.562 advocaten die Nederland rijk is, werken er 966 in dienstbetrekking (peildatum eind mei). De advocaat in dienstbetrekking werd in 1998 geïntroduceerd door toenmalig staatssecretaris van Justitie Job Cohen. De Cohen-advocaten werken onder strenge voorwaarden die zijn uitgewerkt in afdeling 5.5 van de Verordening op de advocatuur (Voda). De regels uit de Voda zijn er op gestoeld de onafhankelijkheid van de advocaat te waarborgen. Die onafhankelijkheid kan immers onder druk komen te staan als de advocaat een werknemer is en op grond van de arbeidsrelatie inherent afhankelijk is van die werkgever. Een van de eisen waar advocaten in dienstbetrekking aan moeten voldoen, is het tekenen van een professioneel statuut over de onafhankelijkheid (artikel 5.12 Voda). Ook zijn er regels ter voorkoming van tegenstrijdige belangen (artikel 5.13 Voda). Vier Cohen-advocaten weiden uit over hun vak.


‘Fijn om bij een groot bedrijf te werken’

Margot Allertz (55)

Sinds 2010 advocaat omgevingsrecht bij DSM-Firmenich (voorheen: Koninklijke DSM N.V) in Heerlen.

Daarvoor zes jaar werkzaam bij een advocaten­kantoor in Limburg.

‘Voor DSM-Firmenich werkte ik voor een advocaten­kantoor in Limburg met als specialisatie omgevingsrecht. Daar werkte ik ook op andere rechtsgebieden, zoals civiel recht en strafrecht. Daar heb ik veel van geleerd, met name hoe verschillende rechts­gebieden op elkaar kunnen inhaken. Uiteindelijk werd het verlangen om mijzelf nog meer toe te leggen op het omgevings­recht steeds groter. Bij DSM kreeg ik die kans en inmiddels kan ik mij ook bezighouden met ESG (Environmental, Social en Governance).

Margot Allertz (55)

Sinds 2010 advocaat omgevingsrecht bij DSM-Firmenich (voorheen: Koninklijke DSM N.V) in Heerlen.

Daarvoor zes jaar werkzaam bij een advocaten­kantoor in Limburg.

Ik doe omgevingsrecht in de breedste zin van het woord, denk aan vergunningen, bestemmingsplannen, bodem­veront­reiniging et cetera. Bij DSM-Firmenich gaat het vaak om grote projecten op ruimtelijk en milieuvlak die heel interessant zijn.

‘Collega’s weten je al in een vroeger stadium te vinden’

De voordelen van werken in dienstverband is dat je geen tijd hoeft te schrijven en dat je iets makkelijker de ruimte kunt nemen om een casus goed te onderzoeken. Collega’s weten je al in een vroeg stadium te vinden, zodat je oplossingsrichtingen aan kunt dragen om te voorkomen dat het escaleert. Zo hoeft het niet altijd tot een procedure te komen. Omdat je de organisatie kent, kun je vaak al anticiperen op wat bijvoorbeeld de gevolgen zijn van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en wetgeving. Je kunt collega’s daar dan al op voorhand op attenderen en adviseren.

Het verschil met de “gewone” advocaat is dat je één cliënt hebt. Die leer je dan ook heel goed kennen. Wanneer je vanaf het begin bij een project wordt betrokken, kun je meerwaarde creëren door voor- en nadelen van bepaalde keuzen in juridisch opzicht te verduidelijken. Dat helpt bij het maken van een afgewogen keuze. Bij veel advocaten­kantoren is er meer afstand tussen de advocaat en de cliënt. Als advocaat word je pas betrokken als er al een conflict is. Bijsturen in een vroeg stadium is dan niet meer mogelijk.

Contact met andere, externe advocaten is er zeker. Bij zaken met een hoge werklast heb ik de ruimte om een externe advocaat in te schakelen als dat nodig is. Als Cohen-advocaat kun je dan inhoudelijk bijdragen, coördineren dat intern de juiste informatie beschikbaar komt en het proces bewaken.

Ik ben binnen de organisatie duidelijk over wat mijn rol is als Cohen-advocaat en ik neem die rol ook. Ik geef geen advies aan mijn baas maar aan mijn cliënt en dat is het bedrijf. Daarin voel ik me volledig vrij ongeacht de inhoud van de boodschap. Alleen op die manier kun je het beroep van Cohen-advocaat goed uitoefenen. Dat komt het bedrijf en uiteindelijk ook jezelf ten goede. Het bedrijf heeft er namelijk niets aan als je het “naar de mond praat” en van daaruit bijvoorbeeld bepaalde reële risico’s onderbelicht laat.

Als ik over de toekomst nadenk, zie ik mezelf eerder in de rol van Cohen-advocaat dan als advocaat bij een onafhankelijk kantoor. Ik vind het fijn voor één cliënt te werken, en dan met name bij een wat grotere en internationale organisatie met diversiteit aan zaken.’


‘Ik hoef geen tijd te schrijven’

Maarten Sturm (45)

Werkt sinds 2017 als advocaat bij Tata Steel in IJmuiden.

Daarvoor was hij vanaf 2004 advocaat bij Houthoff in Rotterdam.

Is voorzitter van de sectie advocaat in dienstbetrekking van het NGB, dé beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen.

‘Na mijn studies rechten en technische bestuurskunde begon ik bij Houthoff. Ik wilde echter nog iets met mijn technische achter­grond doen en dat kon bij Tata Steel. Ik richt me op grote investeringen die momenteel voornamelijk zien op vergroening.

Maarten Sturm (45)

Werkt sinds 2017 als advocaat bij Tata Steel in IJmuiden.

Daarvoor was hij vanaf 2004 advocaat bij Houthoff in Rotterdam.

Is voorzitter van de sectie advocaat in dienstbetrekking van het NGB, dé beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen.

Het grote verschil met Houthoff is dat ik nu maar één klant heb. Dat zorgt ervoor dat ik veel kennis heb van het bedrijf en zicht op hoe dingen lopen en met wie we allemaal zakendoen. Ik vind het een groot voordeel dat ik geen tijd meer hoef te schrijven. Ik moet nu wel meer prioriteiten stellen. Bij Houthoff heeft eigenlijk elke zaak een hoge prioriteit. Binnen Tata Steel is geen sprake van een uurtarief waardoor er een laagdrempelige toegang is tot juridisch advies. Het is daardoor meer schipperen met de tijd. Ook de bedrijfscultuur is heel anders vergeleken met de advocatuur. Ik werk nu met mensen van verschillende nationaliteiten en met allerlei achtergronden. Er is meer diversiteit. Het feit dat ik naast bedrijfsjurist ook advocaat ben, zie ik als pluspunt. Ik heb een onafhankelijke positie die door het professioneel statuut is geformaliseerd. Daardoor voel ik geen terughoudendheid in mijn advisering. Ik ben daardoor vrijer in mijn advies. En ik ben ervan overtuigd dat Tata Steel ook het meest gebaat is bij onafhankelijk juridisch advies. Het nadeel is dat je als advocaat aan allerlei opleidings­eisen moet voldoen. Dat is best pittig, naast alle overige werkzaamheden, maar het positieve daaraan is natuurlijk dat je gedwongen wordt je vakkennis op peil te houden. Aan de verplichting op het gebied van kwaliteitstoetsen geef ik invulling door gestructureerd intercollegiaal overleg. Die GIO’s zijn een van de zaken die het NGB, dé beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen, voor de leden van de sectie advocaat in dienstbetrekking organiseert.

‘De publieke opinie is kritisch maar dat maakt het juist interessant’

De werk-privébalans binnen Tata Steel is goed, ook als vader van drie jonge kinderen. Ik heb veel flexibiliteit, ondanks dat Tata Steel best een traditioneel bedrijf is. We hebben allemaal onze eigen praktijk en werken daar zelfstandig in. Ik werk heus weleens in de avonduren maar dat is niet structureel. In de advocatuur was dat met periodes wel anders.

Op dit moment zit ik hier dus goed. Tata Steel heeft met name op het gebied van vergroening een grote uitdaging. Het is echt een megaproject dat op korte termijn moet gebeuren. De publieke opinie is kritisch maar dat maakt het juist interessant. Tata Steel heeft een duidelijk doel: het zorgen voor een groen, circulair staalbedrijf in een schone omgeving. Als je ergens daadwerkelijk impact kunt hebben, dan is het wel bij Tata Steel. Er ligt dus nog genoeg werk. En mocht ik geen advocaat willen blijven dan zijn er ook veel andere mogelijkheden binnen Tata Steel.’


‘Ons kantoor is minder hiërarchisch’

Marcella de Haan (38)

Sinds 2012 advocaat bij NN Advocaten, het inhouse advocaten­kantoor van Nationale-Nederlanden.

Daarvoor (vanaf 2007) werkzaam bij Ekelmans & Meijer Advocaten als procesadvocaat op de sectie Verzekering & Aansprakelijkheid.

‘Ik ben procesadvocaat in hart en nieren. Voor mijn overstap naar NN Advocaten behandelde ik al zaken voor NN. Ik ben geswitcht om dichter op de cliënt te zitten. Ook de bedrijfscultuur en het procesbeleid van Nationale-Nederlanden spraken me aan.

Marcella de Haan (38)

Sinds 2012 advocaat bij NN Advocaten, het inhouse advocaten­kantoor van Nationale-Nederlanden.

Daarvoor (vanaf 2007) werkzaam bij Ekelmans & Meijer Advocaten als procesadvocaat op de sectie Verzekering & Aansprakelijkheid.

Ons inhouse kantoor, met ruim twintig medewerkers, behandelt procedures voor de verschillende bedrijfsonderdelen van NN Group en adviseert over proceskansen in concreet dreigende procedures. Zelf behandel ik voornamelijk zaken op het gebied van verzekeringsrecht en bedrijfs-/beroepsaansprakelijkheid. Naast mijn praktijk ben ik Hoofd Operations.

Het grootste voordeel van inhouse werken, is de korte lijn met de cliënt en het daardoor beter zicht hebben op het grotere plaatje. Ik kom eenvoudig in gesprek met andere stakeholders dan de behandelaar van het dossier. Ik heb meer zicht op andere belangen van de cliënt die ook mee moeten worden gewogen in de afweging om al dan niet een zaak uit te procederen. Men denkt vaak dat het ook een voordeel is dat wij als advocaat in dienstbetrekking geen uren meer hoeven te schrijven. Het systeem is inderdaad anders, maar voor onder meer ons eigen inzicht en buitengerechtelijke kosten-discussies schrijven wij wel degelijk onze uren. Nadeel vind ik het gemis aan (de kick van) acquisitie. Intern wil je uiteraard ook dat bedrijfsonderdelen je inschakelen omdat ze zich graag door jou als advocaat laten bijstaan, maar dat geeft toch net een ander gevoel dan het binnenhalen van een nieuwe cliënt voor kantoor.

‘We worden gezien als een nichekantoor dat op gelijke voet meedoet in het speelveld’

Feitelijk verschilt mijn advocatenwerk in dienstbetrekking niet veel van mijn werk bij mijn oude kantoor. NN Advocaten opereert binnen de organisatie als een ‘echt’ advocaten­kantoor in een eigen kantooromgeving met zelfstandige ondersteuning, een afgescheiden adminis­tratie en gespecialiseerde informatiesystemen. We zijn ook op holdingniveau gepositioneerd, waardoor voldoende afstand wordt bewaard tot de business waarvoor we optreden.

Anders is de opzet van het kantoor. Wij zijn een afdeling binnen een groter geheel en hebben geen maatschap of partners. Dat maakt ons kantoor platter en minder hiërarchisch. Daarnaast zijn wij gebonden aan enkele specifieke regels vanuit de NOvA. Als kantoorverantwoordelijke vind ik het belangrijk om ervaringen uit te wisselen met andere advocaten in dienstbetrekking, via gestructureerd intercollegiaal overleg of het NGB bijvoorbeeld. De verhoudingen met advocaten van externe kantoren zijn goed. Ik denk dat men wel met enige argwaan naar ons inhouse kantoor heeft gekeken toen dat werd opgericht, maar inmiddels worden we in mijn beleving gezien als een nichekantoor dat op gelijke voet meedoet in het speelveld.

Een overstap terug naar een extern kantoor is op de lange termijn niet uitgesloten, maar ik word nog voldoende uitgedaagd. Het mooie aan mijn praktijk is de diversiteit aan zaken. Daarnaast kan ik mij als Hoofd Operations verder ontwikkelen op managementgebied. Die combinatie zie je in de externe advocatuur niet veel.’


‘Ik word volledig vrijgelaten’

Arthur Overweel (43)

Sinds 2021 advocaat bij Brandmeester Advocaten en Juristen in Den Haag op het gebied van onroerend goed.

Werkte eerder als jurist voor DAS Rechtsbijstand en SRK Rechtsbijstand en als bedrijfsjurist bij Dura Vermeer.

Is voorzitter van de sectie advocaat in dienstbetrekking van het NGB, dé beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen.

‘Ik heb verschillende dingen geproefd waaronder ook het werken als bedrijfsjurist voor één klant. Het werd mij snel duidelijk dat ik het werken voor verschillende cliënten een stuk interessanter vind. Het is meer divers en je ontmoet mensen uit verschillende lagen van de samenleving.

Arthur Overweel (43)

Sinds 2021 advocaat bij Brandmeester Advocaten en Juristen in Den Haag op het gebied van onroerend goed.

Werkte eerder als jurist voor DAS Rechtsbijstand en SRK Rechtsbijstand en als bedrijfsjurist bij Dura Vermeer.

Is voorzitter van de sectie advocaat in dienstbetrekking van het NGB, dé beroepsvereniging voor bedrijfsjuristen.

Ik heb ook een tijdje als jurist op uurtarief gewerkt bij SRK Rechtsbijstand. Het fijne aan BrandMR vind ik dat we een commercieel kantoor zijn, maar alleen werken op basis van vaste tarieven. Dat maakt het een bijzondere bedrijfsstructuur. Verder is BrandMR in mijn ogen een gewoon advocaten­kantoor met dezelfde waarden en tuchtrechtelijke verplichtingen als elk ander kantoor. Er is natuurlijk wat discussie geweest, maar onze directeur is inmiddels ook gewoon advocaat. Als je praat over onafhankelijkheid dan is onze directeur wel de laatste die zich met mijn werk gaat bemoeien. Iedere advocaat moet onafhankelijk kunnen werken en zijn praktijk zo kunnen invullen zoals hij zelf wil. Dat geldt voor onze advocaten ook.

Het enige verschil met andere kantoren is dat we met vaste tarieven werken. Ik vind dat een groot voordeel. Daardoor kan ik voor de volle honderd procent geconcentreerd zijn op dienstverlening en hoef ik me niet druk te maken over acquisitie of het uitsturen van facturen. Ik neem een zaak aan, de klant betaalt zijn vaste bedrag en ik ga aan de slag. Ik werk voor particulieren, verzekeraars en binnenkort ook voor mkb’ers. Dat maakt het leuk en divers. De gewone man helpen, dat vind ik bevredigend.

Experiment

Vreemde eend in de bijt onder advocaten in dienst­betrekking zijn advocaten in dienst van schade­regelings­kantoren. Sinds 2021 is het voor rechts­bijstands­verzekeraars en schade­regelings­kantoren mogelijk advocaten in loondienst in te zetten voor niet-verzekerde cliënten (artikel 5.16 Voda). Het gaat om een tijdelijk experiment van vijf jaar om ervaring op te doen met dit soort initiatieven. BrandMR, ontstaan uit SRK Rechts­bijstand, is de bekendste partij die deelneemt aan het initiatief. Inmiddels heeft het kantoor 28 advocaten in dienst.

‘Het fijne aan BrandMR is dat we alleen werken op basis van vaste tarieven’

Ik zie mezelf niet naar een traditioneel kantoor overstappen. Ik werk al lang als jurist en mij werd een aantal jaren geleden binnen de organisatie gevraagd of ik advocaat wilde worden. Ik zit nu in het laatste stukje van mijn opleiding en wat ik om me heen hoor van opleidings­genoten over traditionele kantoren klinkt ouderwets. Hard werken in de zin van veel uren draaien en een slechte werk-privébalans. Dat zit hier allemaal goed. We zijn een platte organisatie met een open cultuur en structuur waarbij ik volledig word vrijgelaten. Er is hier veel mogelijk.’