van de nova plannen sociale advocatuur

‘Een toevoegingszaak is vaak juist complexer’

Vijf euro per uur. Dit is wat advocate Marloes Sterrenberg met een complexe toevoegingszaak soms verdient. Toevoegingen zijn vaak ingewikkeld en niet snel af te ronden. Er gaat veel tijd inzitten. Tijd die maar beperkt wordt vergoed. De minister voor Rechtsbescherming erkent dat het belang van de sociale advocatuur groter is dan ooit. Voor het waarborgen van voldoende aanbod is echter meer nodig dan hij in zijn Kamerbrief van 20 april aankondigde. Twee advocates illustreren waarom.

Marloes Sterrenberg

Ze heeft het geprobeerd, maar een commercieel advocatenkantoor lag haar niet zo. ‘De focus op omzet stond mij tegen en dus ben ik op zoek gegaan naar een kantoor dat beter bij mij past.’ Marloes Sterrenberg werkt bij het Utrechtse Zumpolle Advocaten. Zij is gespecialiseerd in arbeids- en familierecht. Gemiddeld besteedt zij 70% van haar tijd aan zaken op toevoegingsbasis en de overige tijd aan betalende zaken. Qua inkomsten zijn toevoegingen 40% van de omzet. Onderscheid tussen beide maakt ze niet. Niet in benadering en niet in tijd. ‘Zowel bij familierecht als bij arbeidsrecht gaat het om life events die mensen heel erg raken. Ik vind dat iedereen recht heeft op goede rechtsbijstand.’ Ze vervolgt: ‘Een toevoegingszaak is niet per se simpel. Het is vaak juist complexer. Er komen veel emoties bij kijken, de problemen stapelen zich op en de cliënten willen veel aandacht. Iemand die een toevoeging heeft, voelt de rem van de nota niet.’

Indexering

De NOvA heeft de afgelopen maanden overleggen gevoerd met het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland en de Raad voor Rechtsbijstand. De NOvA heeft hierbij meermaals gewezen op achterblijvende indexering en periodieke herijking, wat broodnodig is om goede rechtsbijstand te blijven waarborgen. De indexering is dit jaar 0,67%, terwijl de gemiddelde consumentenprijsindexinflatie in Nederland vorig jaar 10% was.

Lees ook: ‘Aandacht van minister voor sociale advocatuur mooi, maar aanpak onvoldoende’ op advocatenorde.nl/nieuws (20 april).

Passende vergoeding

Minister Weerwind voor Rechtsbescherming noemt in zijn brief een aantal oplossingsrichtingen voor de sociale advocatuur. Zo wil hij meer aandacht voor de sociale advocatuur in het onderwijs, verlengt hij de subsidieregeling voor de beroepsopleiding en wil hij de specialisatievereisten vereenvoudigen. De NOvA werkt deze voorstellen graag samen met de minister verder uit, maar vraagt in de eerste plaats aandacht voor de financiële positie van de sociale advocatuur. De NOvA ziet het realiseren van een passende vergoeding als een belangrijk onderdeel van de door de minister benoemde overheidstaak om goede en toegankelijke rechtsbijstand te waarborgen. Het is volgens Sterrenberg goed om in de studie al meer aandacht aan de sociale advocatuur te besteden. ‘Maar als daarbij een beroep wordt gedaan op sociaal advocaten komt er meer werk op ons bordje. Als je buffer al klein is, is die ook snel op. Dus er moet wel wat tegenover staan.’ De subsidieregeling waardoor de beroepsopleiding voor advocaat-stagiairs wordt betaald door de overheid helpt volgens Sterrenberg wel iets. ‘Je moet echter ook loon betalen. Het zou helpen als de overheid sociaal advocatenkantoren ook hierin tegemoetkomt.’

Aisha Akhiat

Met de stofkam

Ook asieladvocate Aisha Akhiat, zzp’er in Den Haag, heeft haar roeping gevonden. ‘Ik ben in 2008 begonnen op de Zuidas. Daar was mijn uurtarief als advocaat-stagiair al 175 euro per uur, exclusief btw en kantoorkosten. Het was alleen niet wat ik wilde. Nu verdien ik ⁠–⁠ bij wijze van spreken ⁠–⁠ niet veel meer dan iemand die achter de kassa van de supermarkt zit. Ik neem het feit dat ik zo weinig verdien voor lief. Ik vind dit echt honderdduizend keer leuker dan commercieel werk.’ Akhiat doet nu alleen maar toevoegingszaken. Haar voldoening haalt zij uit het helpen van mensen. ‘Een nabespreking duurt zo drie uur. Je moet met de stofkam door een document om te kijken of alles wel goed is opgeschreven, er is een tolk aanwezig en ik neem de tijd om door te vragen. Zo heb ik ooit een jonge vrouw bijgestaan die was gevlucht omdat ze was uitgehuwelijkt aan een oudere man. Wat ze niet meteen vertelde, was dat ze als vijftienjarige elke avond door die man werd misbruikt. Zoiets pijnlijks vertellen kost tijd. Het aantal punten (en daarmee uren) dat voor een zaak staat, overschrijd ik altijd ruimschoots.’

‘Meer zaken aannemen zou niet goed zijn voor de kwaliteit’

Kantelpunt

Het feit dat Akhiat een volledige werkweek draait van veertig uur en nog steeds geen modaal inkomen, pensioenopbouw en vakantiegeld heeft, baart haar weleens zorgen. ‘En toch denk ik er niet aan om ook betalende cliënten aan te nemen. Ik wil mijn kwaliteit hooghouden. Ik ben echt gespecialiseerd in asielrecht. Vreemdelingenrecht ligt mij gewoon een stuk minder.’ Ze vervolgt: ‘Ik zit nu wel op een kantelpunt. Ik zit gewoon vol. Meer zaken aannemen zou niet goed zijn voor de kwaliteit. Dat betekent ook dat dit wel het maximum is van wat ik kan verdienen. Ik hoop dat mijn werk in de toekomst beter op waarde wordt geschat. Het wordt voor mij ook weleens tijd om pensioen op te bouwen.’

Voor Sterrenberg is het juist goed om een gemengd kantoor te hebben. Het doen van verschillend werk voor verschillende typen cliënten houdt haar scherp. Voor de toekomst hoopt ze dat de minister naar de vergoedingen kijkt. ‘Je moet toch je broek op kunnen houden en er een modaal inkomen uit kunnen halen. Het is eigenlijk vreemd. Medisch specialisten krijgen toch ook geen toevoeging voor een operatie, waarom wij wel?’