vak & mens
De gezondheidsschade door Tata Steel wordt inzet van juridische procedures. Waar eerst Bénédicte Ficq zich mengde, is nu ook letselschadespecialist John Beer van de partij.
Terwijl Wijk aan Zee in april ontwaakt uit de winterslaap – de hotels nog gesloten, de strandtenten in onderhoud – loert net buiten het dorp, verstopt achter een duin, de vuurspuwende draak. Een eeuw lang hebben de dorpelingen het monster in de IJmond gevoed met kolen en arbeid. Maar de stemming is omgeslagen. Een deel van het dorp blijft trots op de staalfabriek, een ander deel bestookt Tata Steel met rechtszaken.
Letselschadeveteraan John Beer is deze maand op persoonlijke titel bestuurslid geworden van stichting Frisse Wind. Met zijn eigen kantoor stond Beer als advocaat slachtoffers bij van alle rampen van de afgelopen decennia. De vuurwerkramp, de MH17, legionella, Alphen aan den Rijn, de lijst is eindeloos. ‘Dit wordt een nieuwe rol voor mij,’ vertelt Beer, ‘want ik zit altijd aan de andere kant van de tafel. De twee zittende bestuursleden hebben me benaderd. Ik vond het sympathieke mensen en een maatschappelijk belangrijk doel, dus ik doe het graag.’
De stichting vroeg eerder advocaat Bénédicte Ficq om de mogelijkheden voor een strafzaak tegen Tata Steel te onderzoeken. Dit leidde vorig jaar tot een aangifte van 1.200 omwonenden en tien stichtingen. ‘Naar aanleiding van onze aangifte loopt er een politieonderzoek naar Tata Steel,’ reageert Ficq, ‘en op basis van de uitslag zal het Openbaar Ministerie in de loop van dit jaar een beslissing nemen over al dan niet vervolgen. Ik sta nog altijd achter mijn aangifte, maar ga niet speculeren over de uitkomst van het onderzoek. Ik ben geen civilist, dus over de massaclaim kan ik ook niets zeggen.’
Gesteund door kritische rapporten van de GGD, het RIVM en de Onderzoeksraad voor Veiligheid kondigde stichting Frisse Wind in januari op haar site een massaclaim aan. Er meldden zich al 1.100 gedupeerden, maar de oproep op de site is dan ook erg ruim en vrijblijvend geformuleerd: ‘Wonen naast Tata Steel is ongezond. Als buren hebben we last van stank en geluid en maken we kosten voor onder andere schoonmaak, onderhoud of zelfs verhuizing. De vervuiler zou dit moet betalen en daarom onderzoeken we of een collectieve “no cure, no-pay” massaschadeclaim haalbaar is.’
Frisse Wind
Maar schadevergoeding voor vuile ramen en een extra wasbeurt voor de auto is van een heel andere orde dan compensatie voor een hoger risico op kanker of voor het negatieve effect van bepaalde emissies op de ontwikkeling van opgroeiende kinderen. Met de keuze voor een letselschadeadvocaat in het bestuur lijkt de stichting zich nu te willen richten op gezondheidsschade. ‘Ik spendeer veel tijd aan de kust,’ zegt de Amsterdammer Beer, ‘juist voor de frisse, schone lucht. Ik heb me verdiept in de rapporten over de belasting die Tata Steel veroorzaakt voor omwonenden in Wijk aan Zee, Beverwijk, Velsen-Noord en IJmuiden en dat heeft me wel aangegrepen. Dat is heftig.’
Het verzet van stichting Frisse Wind roept zelf ook verzet op, en niet alleen van Tata Steel. Veel omwonenden werken of hebben gewerkt bij het bedrijf. Ze zien met lede ogen aan hoe hun voorheen Koninklijke Hoogovens steeds meer de tijdgeest tegen zich krijgt. De nationale trots van vroeger staat nu te boek als grootste CO2-uitstoter. De grafietregens zijn allang weer verleden tijd, maar het imago komt niet meer goed, lokaal bestuurders hebben zich tegen het bedrijf gekeerd en voor het Indiase moederbedrijf lijkt de dochter in IJmuiden weinig prioriteit te hebben.
‘De massaclaim dwingt iedereen hier om te kiezen,’ zegt Roel Berghuis, ‘voor of tegen. Het polariseert een kleine gemeenschap. Er zijn ook duizenden mensen die zich niet bij de claim aansluiten. Tata wordt een thema dat je beter kunt mijden, om de lieve vrede te bewaren.’ Hij woont zijn hele leven al vlak bij de fabriek en werkte er als jongeman zeventien jaar als smelter. Afgestudeerd vervolgde hij zijn loopbaan bij de FNV. Van 2020 tot zijn pensioen vorig jaar was hij vakbondsbestuurder bij zijn oude baas, en praatte mee in de onafhankelijke Zeestergroep, een denktank van voormalige functionarissen van Tata Steel en wetenschappers – over een schonere toekomst. ‘In 2030 moet Tata Steel overgestapt zijn op de productie van groen staal met behulp van gas en waterstof. Iedereen ondersteunde ons plan, ook de milieubeweging en Urgenda. Maar nu kalft dat af door te trage besluitvorming en ook door deze rechtszaak.’
In het dorp wordt geroddeld over verborgen agenda’s. Over de gefnuikte politieke ambities van de oprichter van Frisse Wind Jaap Venniker. Over de vervuilende oldtimers waarin hij handelt. Over een architect die al plannen uitwerkte voor een villawijk op de plek van Tata Steel. ‘Ik heb de maquette gezien,’ zegt Berghuis, ‘in een bijkamer bij hem thuis.’ Hij stoort zich vooral aan de ‘no cure, no pay’-belofte op de website van de stichting. ‘Natuurlijk wil iedereen sneller verbetering, maar deze rechtszaak helpt niet om de verduurzaming te versnellen. Het splijt de inwoners in hun dagelijkse omgang met elkaar en het stimuleert hebzucht. Ik ken iemand die telefonisch met de dood bedreigd is, omdat hij zich uitsprak tegen de massaclaim. Op sociale media gaat het er over en weer hard aan toe. De ondernemingsraad van Tata raakte in opspraak door uitgelekte chatberichten waarin demonstranten de ovens in werden gewenst. Allemaal schadelijk voor de sociale cohesie, terwijl het maar de vraag is of er iets uitkomt. Dit soort claims lijkt vooral lucratief voor advocaten en investeerders.’
Procesfinancierder
Gedupeerden hoeven niet te betalen om zich aan te sluiten bij de claim. Voor de kosten heeft de stichting contact gezocht met de Hilversumse procesfinancierder Redbreast. Partner Rein Philips verruilde in 2015 een bestaan als Zuidas-advocaat voor een eigen bedrijf met als doel massaclaims van gewone mensen financieel mogelijk te maken. Zo financierde Redbreast claims over borstimplantaten en droogteschade door waterwinning. ‘Wij vinden het het mooist als de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) wordt gebruikt tegen misstanden in Nederland. Dat je zo’n fabriek en zijn omgeving met elkaar in het reine weet te brengen. Daarvoor lijkt compensatie voor de schade wel nodig. In theorie zou dit een mooi mechanisme zijn om langs rechterlijke weg een balans te vinden en een maatschappelijk probleem op te lossen. Dan voorkom je situaties als in Groningen.’
Het verwijt dat een massaclaim polariserend zou werkten, vindt hij onterecht. ‘Het is altijd een strategie om te zeggen dat degene die schade lijdt polariseert. Maar die mensen ervaren overlast en er is al heel vaak gezegd dat het beter zou worden. Ze zouden niet bij ons gekomen zijn als het probleem was opgelost. Een civiele zaak als deze begint met een onderzoek en een uitnodiging voor overleg en schikken. Dan is het aan Tata om daar serieus op in te gaan. Als ze dat niet doen en alleen polarisatie verwijten, dan vind ik dat niet waarachtig.’
‘Dit soort claims lijkt vooral lucratief voor advocaten en investeerders’
Ook Beer is niet onder de indruk van de kritiek vanuit het kamp van Tata-hervormers. ‘Dit zijn geen democratische beslissingen. De stichting is voldoende representatief voor de omgeving. Dat is ook een eis van de WAMCA. Ik ben me zeer bewust dat aan een zaak als deze meer aspecten kleven dan alleen juridische. Het is een grote werkgever, economisch belangrijk. Maar aan het eind van de dag mag een groep mensen deze juridische stap nemen.’
Berghuis begint over de Zee van Staal, de beeldentuin die nog maar twintig jaar geleden werd opgezet in de duinen. Stalen kunstwerken. Het dorp was trots op zijn Hoogovens. ‘Er werken nog steeds duizenden mensen. En we hebben staal nodig voor de verduurzaming. Windmolens worden ook van staal gemaakt.’ Hij vindt dat de Nederlandse staat moet investeren in het bedrijf, misschien zelfs een belang moet nemen. Niet om schadeclaims te betalen, maar om zeggenschap te krijgen en de vervuiling te stoppen. ‘Natuurlijk ruik je het. En ik zie ook dat de IJmond onevenredig wordt belast qua klimaat: Tata en andere industrie, het verkeer over de A9 en de Ring Amsterdam, het Noordzeekanaal met dieselscheepvaart, Schiphol. Het is niet alleen Tata. Maar wie wordt er beter van jarenlang juridisch touwtrekken daarover? Hoeveel commissie krijgen die investeerders van Redbreast?’
Redbreast werkt vooral met Nederlandse investeerders, deels particulieren en deels financiële instellingen. De namen worden niet bekendgemaakt. De commissie die gedupeerden in dit soort gefinancierde zaken over hun uiteindelijke, eventuele schadevergoeding moeten afdragen, kan oplopen tot veertig procent. Op de eigen website onderstreept Redbreast geen milieu- of sociale kenmerken te promoten en evenmin duurzame beleggingen als doelstelling te hebben.
‘Ook als het morgen allemaal over zou zijn, is er nog altijd gisteren schade veroorzaakt’
‘Je mag veronderstellen dat geldschieters niet zouden investeren als ze niet achter de zaak zouden staan,’ zegt Philips, ‘maar het gaat te ver om dat als idealisme te bestempelen. Ze denken als een ondernemer, ze staan achter wat ze doen, maar willen ook geld verdienen. Hoe hoger het risico, hoe hoger het rendement. Je vindt de zaak sympathiek en gaat af op wat deskundigen zeggen, maar je weet niet wat een rechter gaat doen. Het is durfkapitaal, een gok, en naarmate je meer zakendoet, spreid je het risico en wordt het dus een meer betrouwbaar bedrijf.’
Trots
Suzanne van de Mortel is advocaat in dienstbetrekking bij Tata Steel. ‘Vanuit mijn positie als advocaat geef ik geen commentaar op eventuele toekomstige of lopende procedure,’ reageert ze schriftelijk. ‘Ons bedrijf staat enorm onder de aandacht. Veel mensen hebben een mening over ons bedrijf. En dat heeft ook impact op onze werknemers. De oorspronkelijke trots die zij voelen om bij ons te werken, is nu geworden tot onzekerheid en angst om op verjaardagsfeestjes te vertellen waar zij werken. Dit is een andere kant van het verhaal waar wij als bedrijf mee om moeten gaan.’
Zelf spande het bedrijf in april een kort geding aan tegen de regionale toezichthouder. De camera’s waarmee vanaf grote afstand de rookpluimen boven de schoorstenen gemonitord worden, zouden de privacy van het personeel schenden.
‘Het bedrijf stelt zich defensief en vijandig op,’ constateert Berghuis, ‘Tata reageert bij elk onderzoek bijna standaard technisch. Zonder empathie. Beloftes over een plan van aanpak. Dat kan niet meer. Adequaat reageren kunnen ze vaak niet. Het gaat daar altijd over te veel schijven. Het staalbedrijf heeft niet de tijdgeest aangevoeld.’
Als dat niet verandert, kan het bedrijf aan boetes, slepende rechtszaken, stijgende energieprijzen en steeds strengere emissienormen alsnog ten onder gaan, vreest hij. ‘Er zijn hier genoeg mensen die dat heel erg zouden vinden. Mensen die net als ik menen dat het beter en schoner moet, maar dat het bedrijf wel de kans moet krijgen om van grootste CO2-producent te transformeren naar grootste vergroener.’
Volgens Van de Mortel zit Tata Steel midden in de beloofde transitie. ‘Tata Steel is druk bezig met een groen staal-plan. Het bedrijf heeft besloten te stoppen met het gebruik van kolen in het staalproductieproces. Dit is de kern van de verduurzaming die Tata Steel wil doen. Hoe eerder dit plan van de grond komt, des te groter zal de impact op de omgeving zijn. Daarnaast is er ook een enorm investeringsprogramma dat erop gericht is om de impact op de directe omgeving zo veel mogelijk te verminderen. Er is een hal gebouwd om grafietuitstoot terug te dringen, met succes. Om stof te verminderen, wordt een enorme ontstoffingsinstallatie gebouwd bij een van onze fabrieken en is het bedrijf bezig met de voorbereidingen van het neerzetten van een groot windscherm bij de plek waar de grondstoffen liggen opgeslagen.’
Niettemin blijven de milieurapporten alarmerend, constateert John Beer. Ook de meest recente metingen van het RIVM, eind maart, lieten geen vooruitgang zien. ‘Wanneer het bedrijf serieus met verbeteringen bezig zou gaan, dan is iedereen daar alleen maar blij om, maar tot dusver is het niet zo en het wordt al een tijdje beloofd. En de schade is er al. Ook als het morgen allemaal over zou zijn, dan is er nog altijd gisteren schade veroorzaakt. Schrikbarende significante cijfers. Er is al die jaren veel kwaad gedaan. Daar willen we het over gaan hebben.’
Als bestuurslid van de claimstichting zal Beer in deze zaak niet optreden als advocaat. ‘We gaan onze organisatie verder optuigen met een raad van toezicht en andere eisen die de WAMCA stelt. En ik ga ook meedenken wie deze zaak te zijner tijd het best kan bepleiten.’