actueel interview

New Yorkse balie eert Amsterdamse hulp aan jezidi’s

Een tikje opgelaten voelde ze zich wel, toen ze begin maart op het podium in New York stond te schitteren. Juriste Hope Rikkelman (34) werd onderscheiden door de New York City Bar Association voor het werk dat ze doet voor overlevers van de genocide op de jezidi’s in Irak en Syrië.

Rikkelman: ‘Ik heb een intrinsieke motivatie de wereld beter te maken en daar hoef ik geen prijs voor. Maar de prijs is wel waardevol voor de zichtbaarheid van een kleine organisatie als de onze.’

Die kleine organisatie is het Yazidi Legal Network, opgericht in 2019. Het houdt kantoor bij de Amsterdam Law Hub van de UvA en heeft een internationaal netwerk, van Europa tot in het Midden-Oosten. Rikkelman is medeoprichter, geïnspireerd door een Koerdische studiegenoot. Rikkelman: ‘Zij werkte bij de UNHCR in Koerdistan in Irak. Terug in Nederland vertelde ze dat de jezidi’s een onder­vertegen­woordigde groep zijn. Dat heb ik opgepakt.’

Rikkelman was al verbonden aan de Nuhanovic Foundation, een stichting die streeft naar gerechtigheid en herstelbetalingen voor burgerslachtoffers van oorlogen en conflicten. Van daaruit heeft ze ook het Syria Legal Network opgezet, dat samen met Syriërs met een juridische achtergrond oorlogsmisdaden documenteert en probeert schuldigen voor de rechter te krijgen. Rikkelman: ‘Dat format kon ik ook voor jezidi’s gebruiken.’

Hope Rikkelman

De jezidi’s waren lang een vrij onzichtbare religieuze minderheid in (voornamelijk) Irak, tot hun thuisregio Sinjar in de zomer van 2014 werd binnengevallen door ISIS, dat oprukte in Irak en Syrië. Beelden van tienduizenden mensen die naar de Sinjar-berg vluchtten, gingen de wereld over. Het lukte niet iedereen te ontsnappen. ISIS vermoordde duizenden mannen, ontvoerde jongetjes om ze op te leiden tot strijders en meisjes en vrouwen om ze tot (seks)slaven te maken en te verkopen op markten.

Bij die misdaden waren ook mannen en vrouwen betrokken die vanuit Nederland waren uitgereisd naar ISIS-gebied. ‘Ik wist,’ zegt Rikkelman, ‘dat zij naar Nederland terug­kwamen en er belangrijke rechtszaken gevoerd zouden worden. Daar konden jezidi’s wel wat hulp bij gebruiken, dacht ik.’

Een studiegenoot inspireerde haar de zaak van de jezidi’s op te pakken, maar Rikkelmans belangrijkste inspiratiebron is wijlen haar opa. Hij meldde zich in 1944 als broekie met talenknobbel bij het Schotse Bataljon en tolkte bij verhoren van Duitse militairen. Na de oorlog tolkte hij in Duitse rechtbanken waar processen tegen nazi’s werden gevoerd. Hope groeide op met zijn verhalen en dagboeken. ‘Ik was zijn enig kleinkind. Zijn zoon, mijn vader, overleed jong, waardoor mijn opa eigenlijk mijn vader werd. Onze band was enorm sterk.’

Het Yazidi Legal Network werkt vanuit de behoeftes van de jezidische gemeenschap, en probeert die te verbinden met wat politie en justitie kunnen doen. Rikkelman: ‘Iemand wil bijvoorbeeld getuigen, maar voelt zich daar mentaal niet sterk genoeg voor. Dan is het regelen van psychische hulp mijn eerste prioriteit. Of ik regel budget als iemand reiskosten moet maken om te kunnen getuigen. Of iemand wil alleen archiveren wat hij of zij weet; dan leg ik contact met het NIOD, of zorg voor contact met de media.’

‘Ik ben dus,’ zegt ze met een zucht, ‘het werk van de overheid aan het doen. Het OM is geen sociaal werker, maar als er mentale hulp nodig is voordat een kind dat slachtoffer is van een misdrijf kan worden gehoord en kan getuigen, wordt dat toch ook geregeld? Waar het om gaat, is toegang tot het recht.’

Nederland zou zich daar wel wat harder voor in mogen zetten, vindt ze, als land dat zich afficheert met de internationale hoofdstad van het recht. Rikkelman: ‘De Nederlandse politie en justitie hebben het grootste team “internationale misdrijven” van Europa, maar wij van het Yazidi Legal Network doen een belangrijk deel van het werk. Zij hebben enorme budgetten, terwijl wij altijd moeten zoeken naar fondsen en ik deels pro bono werk.’

Het zit haar dwars, want als de toegang tot het recht niet centraal staat, ‘waarom hebben we dan rechten gestudeerd? Dan kunnen we er toch net zo goed mee ophouden?’ Het is de reden dat ze zich heeft ingezet voor Pro Bono Connect – ze is er net weg. Ze zou liever strategisch nadenken over de vraag hoe de commerciële advocatuur kan bijdragen aan de sociale, dan een bestaande formule bestieren. Ze oppert meer detacheringen van commerciële naar sociale kantoren, maar vooral ook meer coördinatie op dat gebied.

Gevraagd of ze zelf geen advocaat wil worden, schemert er structurele ontevredenheid door. ‘Er zijn weinig slachtofferadvocaten,’ zegt ze. ‘Ik zou het wel willen, maar wil niet eerst de commerciële advocatuur in, zoals veel mensen doen. Intern advocaat worden is lastig en duur. Het is een archaïsch systeem.’ Op eigen kosten de beroepsopleiding volgen is evenmin betaalbaar, voegt Rikkelman daaraan toe.

Inmiddels zijn er vrouwelijke ISIS-leden teruggekeerd naar Nederland. Rikkelman: ‘Jezidi’s moesten in de krant lezen dat ze in Nederland waren aangekomen. Er heerste paniek. Niet alleen onder directe slachtoffers van de genocide, ook onder jezidi’s die al langer in Nederland zijn. Zij zeggen: “Deze mensen hebben genocide op ons gepleegd en nu komen we ze straks tegen in de rij bij de kassa, of ze worden onze buren?” Mensen zijn boos, verdrietig, bang.’

De overheid had contact moeten zoeken met de jezidi’s en hen niet zo voor het blok moeten zetten, vindt Rikkelman: ‘Laat weten wat je doet, welke maatregelen je neemt, wees transparant, zodat je een vertrouwensrelatie opbouwt. Dan kun je betere rechtszaken voeren.’

Ze zal erom blijven ‘schreeuwen,’ zoals ze zelf zegt. Ook al omdat er nieuw werk in het verschiet ligt: ze legt samen met collega’s nu de fundamenten van het Ukraine Legal Network. Ook de Oekraïense gemeenschap, in Nederland én daarbuiten, zal juridisch bijgestaan moeten worden in het zoeken naar gerechtigheid.