actueel
De elf lokale dekens, verenigd in het dekenberaad, willen hun werk voortzetten onder de vlag van de landelijk toezichthouder. Dat schrijven ze in een brief aan minister Weerwind (Rechtsbescherming) en de Tweede Kamer.
Weerwind neemt een dezer dagen een definitief besluit over de precieze inrichting van de landelijk toezichthouder LTA. Met hun brief van half april hopen de dekens de bewindsman op het laatste moment op andere gedachten te brengen. Weerwind staat tot dusver op het standpunt dat de LTA alleen (preventief) toezicht gaat houden op advocaten. Klachtbehandeling (reactief) blijft bij de lokale dekens, die verder hun pastorale rol behouden. Zowel LTA als dekens kunnen een tuchtzaak beginnen, maar de LTA zal vooral bestuursrechtelijk handhaven.
Anders dan Weerwind vinden de dekens dat er geen knip moet worden gezet tussen toezicht en klachtbehandeling. In hun brief attenderen ze hem ‘op een onvolkomenheid in de voorstelling van zaken ten aanzien van het geschetste onderscheid tussen toezicht en klachten’. Volgens de dekens is juist bij de behandeling van klachten sprake van toezicht op naleving van regels. Bovendien bevatten klachten vaak relevante signalen over de praktijkvoering van advocaten, die voor het toezicht relevant zijn.
Niettemin benadrukken de dekens dat ze groot voorstander zijn van een LTA, ‘mits het bewezen effectieve lokale toezicht behouden blijft’. Het dekenberaad geeft in de brief, ondertekend door het dagelijks bestuur bestaande uit Peter Hanenberg, Barbara Rumora-Scheltema en Jan Frederik Schnitzler, echter ook blijk van ‘voortschrijdend inzicht’.
Waar ze eerst vonden dat de LTA zou moeten worden aangestuurd door het dekenberaad, willen ze nu de verantwoordelijkheid omdraaien. De lokale dekens dienen onder de vlag van de LTA te opereren. ‘Het dekenberaad/LTA krijgt zijn legitimiteit niet langer van de (verkozen) dekens, maar de lokaal toezichthouders (dekens) krijgen hun legitimiteit (en dus ook benoeming) vanuit de LTA.’
Op deze manier krijgt het landelijk toezicht de door iedereen gewenste ‘lokale inbedding’, menen de dekens. ‘Eén toezichthoudend orgaan op de advocatuur, dat beschikt over zowel het tuchtrechtelijk als het bestuursrechtelijk instrumentarium, centraal aangestuurd met lokale inbedding en uitvoering beantwoordt aan het beoogde effectieve, uniforme, transparant en onafhankelijk toezicht.’
Ze voegen eraan toe dat op deze manier gebruik kan worden gemaakt van de bestaande kennis van de lokale ordebureaus, hetgeen de verwachte kostenstijging beperkt. ‘Zo kan het toezicht moeiteloos overgaan in een LTA.’
Onvrede bij CVA
Ondertussen is er binnen het college van afgevaardigden van de NOvA onvrede ontstaan over het standpunt dat de algemene raad heeft ingenomen over het toekomstig toezicht op advocaten. Een aantal fracties voelde zich overvallen door de brief die de algemene raad in maart naar minister Weerwind heeft gestuurd.
De irritatie kwam aan het licht tijdens de reguliere voorjaarsvergadering van het college van afgevaardigden. Op de agenda stond een inhoudelijke discussie over de brief, maar daar kwam de vergadering niet aan toe.
Al aan het begin van de bijeenkomst stemde een ruime meerderheid van de 53 aanwezige CvA-leden in met het voorstel eerst in beslotenheid te praten over ‘de procesmatige gang van zaken’. De vergadering, die in beginsel openbaar is, ging vervolgens verder achter gesloten deuren.
De wrevel kwam voort uit het besluit van de algemene raad om in maart de eigen visie naar de minister te sturen, zonder die eerst af te stemmen met het college. In december had het CvA juist een kernteam van elf leden gevormd om met de algemene raad van gedachten te wisselen over het toezicht. Volgens een betrokkene was het kernteam liever ‘meegenomen in het proces, in plaats van achteraf met conclusies te worden geconfronteerd’.
Na afloop wilde niemand iets zeggen over hetgeen was besproken. De algemene raad had wel weten te voorkomen dat een kritische motie die vooraf was aangekondigd in stemming werd gebracht.
Algemene raad en kernteam wisselden op 18 april opnieuw van gedachten. Ook dat was achter gesloten deuren.
Zie ook de opiniebijdrage Lokale orden te duur en onnodig.