vak & mens cover
Het gas verrijkte Nederland, maar verlamde Groningen. Drie advocaten die zich met de aardbevingszaken bezighouden, vertellen over de moeizame schadeafwikkeling en de impact op de Groningers.
Het was onder anderen advocaat Pieter Huitema die de kat de bel aanbond. Na de aardbeving van 2012, de zwaarste tot op heden, vonden steeds meer Groningers hun weg naar een advocaat. Omdat er nog geen duidelijke route bestond om aardbevingsschade te verhalen, startte het Groningse kantoor DeHaan Advocaten en Notarissen een tweetal massaclaims tegen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de Staat. De eerste procedure draaide om vergoeding van de waardedaling van woningen in het aardbevingsgebied. Huitema, partner bij DeHaan, trad op als advocaat van dertien woningcorporaties en Stichting Waarvermindering door Aardbevingen Groningen (Stichting WAG), waarin ruim vijfduizend particuliere huiseigenaren zich verenigden. Met een tweede massaclaim werd vergoeding van immateriële schade en de kosten voor gederfd woongenot gevorderd. Huitema zag het leed van de Groningers van dichtbij. ‘Mensen voelen zich onveilig in hun huis, terwijl het een veilige haven moet zijn. Het is steeds gedoe om vrij te nemen omdat de aannemer komt. Je ziet je woning onder je kont wegzakken. Je pensioen zit er vaak in. Dat doet iets met mensen.’
In 1963 startte de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) de gaswinning in het Groningenveld. Het gas bracht Nederland welvaart. De Drentse politicus Meent van der Sluis waarschuwde in de jaren tachtig al voor schade door aardbevingen. In de jaren daarna volgden vele kleine bevingen. De zwaarste beving tot dusver is die van 2012, bij het dorp Huizinge, met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter. Het sentiment kantelde en in de landelijke politiek kwam aandacht voor de veiligheidsrisico’s. In 2021 werd de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen ingesteld. De commissie presenteerde op 24 februari haar rapport: ‘Groningers boven gas’. Nederland heeft volgens de commissie een ereschuld aan de Groningers. Er moet niet alleen geld, maar ook aandacht, zorg en mankracht naar Groningen.
Mede dankzij deze procedures ontstond een bestuursrechtelijk schadeafwikkelingstraject. Inwoners met aardbevingsschade kunnen zich tegenwoordig melden bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Het IMG vergoedt onder andere fysieke schade aan woningen, de waardedaling van woningen en smartengeld. Ook gederfd woongenot komt voor vergoeding in aanmerking, legt Huitema uit. ‘Mensen betalen wel hun hypotheek en rente of huur om ergens te kunnen wonen, maar ze hebben niet het woongenot dat iemand buiten het aardbevingsgebied wel heeft.’

Recordhoogte
Na de zware beving bij Huizinge in 2012 ging de gaswinning niet omlaag, maar juist omhoog. Tot verbazing van bestuursrechtadvocaat Jewan de Goede, ook al jarenlang in de frontlinie te vinden. De Goede treedt in rechte op voor onder andere de Groninger Bodem Beweging (GBB), die opkomt voor de belangen van inwoners met aardbevingsschade. Ieder jaar ging de GBB in beroep tegen de gaswinningsbesluiten van de minister van Economische Zaken, ook toen die in 2013 het quotum tot recordhoogte opschroefde. ‘Het doel was om de torenhoge gaswinning terug te brengen naar nul,’ vertelt De Goede. ‘En als dat niet lukte, dan omlaag naar de volgens het Staatstoezicht op de Mijnen veilig geachte 12 miljard kuub gas. Dat was ook nog net voldoende voor leveringszekerheid.’ Uiteindelijk kondigde minister Wiebes in 2018 het einde van de gaswinning aan.
Tijdens de procedures van de GBB werd de leveringszekerheid opgeworpen als reden om de gaskraan wijd open te houden. ‘Als we de gaswinning zouden terugdraaien, dan zouden in het hele land opa en oma in de kou komen te zitten. Pure framing,’ aldus De Goede. ‘Die ouderen komen pas in de kou te zitten als het overige gasverbruik onveranderd blijft. Dus wordt het tijd om tegen de grootverbruikers in de industrie te zeggen: jongens, als de veiligheid van de Groningers en de warmte van de ouderen bovenaan staan, dan gaan we de industrie afschakelen.’ Ook de parlementaire enquêtecommissie schrijft in haar recente rapport ‘Groningers boven gas’ dat het argument van leveringszekerheid als rookgordijn is ingezet.
Bewijsvermoeden
Om het verhalen van aardbevingsschade voor Groningers te vergemakkelijken, werd in 2016 een bewijsvermoeden in de wet opgenomen. Dit houdt kort gezegd in dat schade aan woningen die aardbevingsschade lijkt te zijn, ook vermoed wordt aardbevingsschade te zijn. Is het IMG het daarmee oneens? Dan is het aan het instituut om een evidente en aantoonbare andere autonome oorzaak aan te dragen. Van bepaalde soorten schade, zoals kleine barsten in stucwerk of afbladderende verf, kan redelijkerwijs niet gezegd worden dat het om aardbevingsschade gaat.
Het bewijsvermoeden maakt procedures in de praktijk juist geregeld ingewikkelder. ‘Het IMG is veel te terughoudend met de toepassing ervan,’ vindt Huitema. Het IMG wordt in de schadeprocedures vertegenwoordigd door advocaten van Pels Rijcken. Huitema wijst op de ongelijke positie van particuliere benadeelden tegenover het IMG. ‘De landsadvocaat komt in elk klein zaakje met enorme rapporten en conclusies aanzetten om het bewijsvermoeden te ontzenuwen. Een particulier die via het IMG een schadezaak probeert te regelen, wordt op die manier volledig overklast. Ik zie regelmatig dat particulieren het niet kunnen betalen om door te procederen en dan zeggen: laat maar zitten.’
De Goede voerde een van de eerste procedures over de vraag: hoe moet het bewijsvermoeden ingevuld worden? ‘Het IMG zei: als onze deskundige er voldoende van overtuigd is dat er een andere oorzaak voor de schade is, dan is daarmee het bewijsvermoeden ontzenuwd. Dan hebben wij een andere oorzaak aangetoond. Ik heb toen tegen de rechter gezegd: dit is oude wijn in nieuwe zakken. Dit is precies wat de NAM-inspecteurs voorheen deden. Die kwamen met de meest exotische verklaringen voor schades.’
Hoger beroep

Een paar dagen na het verschijnen van het rapport van de enquêtecommissie verzocht staatssecretaris Vijlbrief het IMG om niet langer in hoger beroep te gaan, en in lopende zaken het hoger beroep in te trekken. Voor gedupeerden blijft hoger beroep bij de Raad van State wel mogelijk. Het IMG kan als alternatief prejudiciële vragen stellen aan de Raad van State.
Dit lijkt gunstig voor gedupeerden, maar De Goede waarschuwt voor een nadelig effect. ‘Zo’n prejudiciële vraag is een soort tussenprocedure bij de Raad van State met schriftelijke en mondelinge toelichtingen. Gedupeerden kunnen zo’n lange, dure procedure niet betalen. Als gedupeerden zich terugtrekken, kan het IMG helemaal losgaan, zonder weerspraak. En de uitkomst van de prejudiciële procedure wordt in de verdere zaak en alle daaropvolgende zaken tegen de gedupeerde gebruikt. Een behoorlijke wassen neus dus.’
Voordat het bestuursrechtelijk schadeafwikkelingstraject via het IMG in het leven werd geroepen, moesten gedupeerden hun schade verhalen via de civiele rechter – met de NAM als wederpartij. Net als de procedures tussen gedupeerden en het IMG, tekenden ook die procedures zich door de ongelijke verhouding tussen de gedupeerden en de NAM. Huitema herinnert zich een zaak waarin hij een hobbyboer bijstond. Op enig moment moest een deskundige benoemd worden. De kosten? Tachtig mille. ‘Of meneer dat even wilde voorschieten. Die man viel bijna van zijn stoel. Het hof vond dat ook te ver gaan en stelde voor om de kosten te delen. Maar dan moet je dus alsnog 40.000 euro voorschieten. Daar loopt heel Groningen tegenaan. Mensen nemen een tweede hypotheek op hun huis om de schade te kunnen afhandelen. Dat kun je toch niet van mensen verlangen?’
Schrijnende gevallen
Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat de trage schadeafhandeling en de langdurige onzekerheid gevolgen hebben voor de gezondheid van Groningers. Vooral inwoners wier huizen meermaals schade opliepen ervaren stressgerelateerde klachten, zoals angst, slapeloosheid en depressiviteit. Kinderen in het aardbevingsgebied leven met constante gevoelens van angst en gevaar. Het wantrouwen tegenover de overheid is groot.
De Goede is naast zijn werk als advocaat ook zaakwaarnemer voor de Commissie Bijzondere Situaties (CBS). Deze commissie werd in 2014 opgericht om in de meest schrijnende gevallen de benodigde extra hulp en begeleiding te bieden. Inwoners die naast aardbevingsschade ook medische, psychische of financiële problemen hebben, krijgen van de CBS een zaakwaarnemer toegewezen. Deze professionals met een achtergrond in maatschappelijke hulp- of dienstverlening ondersteunen en begeleiden de inwoners tot ze weer op eigen kracht verder kunnen. De Goede ziet mensen volledig instorten door de veelvoudige problemen die op hen afkomen. ‘Ik hielp een stel van begin dertig met jonge kinderen. Hij hield zich sterk en probeerde alles op te lossen, zij kreeg een burn-out. Hij werd prikkelbaar, ze kregen relatieproblemen. Het ging van kwaad tot erger. Mensen hier worden echt vermalen door het systeem. Iedereen zegt: och, wat erg. Maar zij gaan ’s avonds naar huis en jij bent weer een probleem voor morgen.’
Deskundigen
Hoewel niet alle advocaten inwoner zijn van het aardbevingsgebied, is hun leven zowel zakelijk als privé vervlochten met het gaswinningsdossier. ‘Eigenlijk heeft iedereen hier er direct of indirect wel mee te maken,’ zegt Leonie Ettema, advocaat bij PlasBossinade. ‘Ze hebben een beving gevoeld, of een schadevergoedingsverzoek lopen, of ze hebben erkende schade. Je hoort het van vrienden, familie, collega’s.’

Ettema staat geen particulieren bij maar adviseert met name bedrijven en gemeenten. Ze ziet geregeld dat deskundigen tot verschillende conclusies komen. ‘Ik adviseerde eens een gemeente in een zaak waarin meerdere deskundigen van het IMG andere oorzaken aanwezen voor dezelfde schade. De eerste deskundige oordeelde: schade door oorzaak A, geen aardbevingsschade. De gedupeerde ging in bezwaar. Deskundige twee oordeelde: oorzaak B, geen aardbevingsschade. Een derde deskundige vond weer een andere oorzaak. De gemeente plaatste vraagtekens bij dat “wisselen” van oorzaak. Mijn advies was: als meerdere deskundigen er allemaal anders over denken, dan kun je niet spreken van een evidente andere oorzaak. En dan is het bewijsvermoeden dus niet weerlegd.’
In reactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie deed het IMG op 23 maart een aantal voorstellen voor de afhandeling van de aardbevingsschade:
- Fysieke schade moet sneller hersteld worden, op kosten van het IMG.
- Het IMG wil voor toekomstige fysieke schade een vaste vergoeding per aardbeving.
- Het smartengeld voor minderjarigen en volwassenen moet gelijkgetrokken worden. Binnen een gezin heeft iedereen recht op dezelfde vergoeding.
De kosten van deze maatregelen bedragen vijf tot tien miljard euro.
Ettema staat nog altijd een cliënt bij in een langlopende zaak tegen de NAM. De cliënt heeft schade aan een bedrijfspand. Het KNMI verstrekt online gegevens over de trillingssnelheid in de bodem. Daarmee kan haar cliënt de schadeclaim onderbouwen. Ter aanvulling trof hij extra maatregelen om tegen de rapporten en deskundigen van de NAM op te kunnen. ‘Mijn cliënt heeft zelf sensoren geïnstalleerd op het bedrijfspand die de trillingen vanuit de bodem registreren,’ vertelt de advocaat. ‘Bij een aardbeving kun je in het rapport van de sensoren tot op de seconde nauwkeurig zien dat ze uitslaan bij een aardbeving. De sensoren geven dan een enorme beweging in het pand weer. Dan denk ik: dan kun je als rechter toch niet ontkennen dat dit pand beïnvloed is door aardbevingen?’
Zak geld
In haar rapport schrijft de enquêtecommissie dat niet alleen Den Haag, maar ook de rest van Nederland de problemen in Groningen jarenlang heeft onderschat. Daardoor konden de Groningers niet rekenen op solidariteit en erkenning van hun leed. ‘Het pijnlijke is dat wij als Groningers dit allang weten,’ zegt De Goede. ‘Ik heb het idee dat men in de rest van Nederland nog geen fractie doorkrijgt van hoe heftig het is. Als een rapport uitkomt, is er even landelijke aandacht. Dan komen de obligate stutten weer in beeld, maar daarna is het weer gauw gedaan.’ Ook Huitema betwijfelt of de ernst van de zaak doordringt tot de rest van Nederland. ‘Ik vraag me weleens af: zien ze ons als die klagers in het noorden?’
Of het rapport op korte termijn iets concreets gaat opleveren? De advocaten hebben er een hard hoofd in. Huitema heeft wel een duidelijk beeld van de benodigde vervolgstappen. ‘Ten eerste moet er een fonds komen waarmee juridische bijstand in gerechtelijke procedures wordt vergoed en waarvoor zowel particulieren als ondernemers in aanmerking komen. En ten tweede moet hier in Groningen een heel grote zak geld uitgekeerd gaan worden, waar amper voorwaarden aan gesteld worden. En dan moeten de Staat en de NAM maar voor lief nemen dat mensen te veel vergoed gaan krijgen, of een vergoeding gaan krijgen terwijl ze geen schade hebben. Op die manier krijgt in ieder geval het merendeel van de gedupeerden waar ze recht op hebben, zonder alle bureaucratische rompslomp te moeten doorworstelen.’