vak & mens
Voor een grote tussengroep is het problematisch gesteld met de toegang tot het recht, zeggen advocaten. Hulp voor deze burgers is hard nodig. ‘Met LegalCrowd helpen wij mensen die in dat gat vallen.’
In de nacht van 7 op 8 maart 1985 werd in Rijswijk een gewelddadige aanslag gepleegd op een muziekbandje. Drie mannen werden geëxecuteerd, er vielen twee zwaargewonden. De aanslag, bekend geworden onder de naam Rijswijkse moorden, is nooit opgelost. Vast is komen te staan dat de aanslag niet bedoeld was voor de band, maar voor de Bevrijdingsraad voor Suriname, die in hetzelfde pand in Rijswijk gevestigd was. De Bevrijdingsraad behoorde tot de tegenstanders van Bouterse. Vermoed wordt dat het regime Bouterse achter de aanslag zit.
De politie heeft sterke aanwijzingen dat het om een vergismoord gaat, maar toch kwam het onderzoek niet verder. Ook gaan er geruchten dat het onderzoek is tegengewerkt. De overlevenden en de nabestaanden, verenigd in de stichting Gerechtigheid en Waarheidsvinding, vinden het onverteerbaar dat een buitenlandse mogendheid mensen in Nederland laat vermoorden, zonder repercussies. Zij hebben de vurige wens een rechtszaak tegen de staat te beginnen om de onderste steen boven te krijgen en de coldcasezaak te heropenen.
Maar hoe pak je dat aan zonder toevoeging of een grote zak geld? Daar komt LegalCrowd om de hoek kijken. Het platform van ondernemers Joost Jansen (25) en Gabriel Poltorak (27) faciliteert crowdfundingsacties om geld bij elkaar te krijgen voor het starten van juridische procedures. Inmiddels is in de zaak van de Rijswijkse moorden ruim een derde van het streefbedrag van 26.600 euro opgehaald.
LegalCrowd is ontstaan vanuit idealisme. ‘Tijdens de rechtenstudie werkten we allebei bij de rechtswinkel en we zagen dat er een vrij grote groep tussen wal en schip valt,’ vertelt Jansen, die onlangs is beëdigd als advocaat en bij De Roos Advocaten in Amsterdam binnen het ondernemingsrecht werkt. ‘Mensen die wij niet konden helpen en doorverwezen naar een advocaat maar ook daar niet verder kwamen. Vaak omdat ze het niet konden betalen en geen recht hadden op rechtsbijstand. Dat vonden wij frustrerend.’
De jonge entrepreneurs verdiepten zich tijdens het vak justice entrepreneurship verder in die financiële drempel en zo werd LegalCrowd geboren. Het platform is in de basis gericht op stichtingen en organisaties die zelf een campagne kunnen voeren en die geen geld hebben voor een advocaat. ‘Voor die partijen zijn crowdfundingsacties het meest geschikt. Voor individuen is dat moeilijker omdat het minder aantrekkelijk is om te doneren aan iemand met een kleine huurzaak bijvoorbeeld. Bovendien leeft het echt bij stichtingen. Die komen niet in aanmerking voor een toevoeging maar zitten wel verlegen om financiële middelen. Daarnaast hebben ze vaak een link met de pers of het voeren van een campagne.’
Principiële kwesties
Het betekent niet dat het voor particulieren onmogelijk is een campagne te starten, maar de ondernemers sturen wel aan op een samenwerking met een stichting. Voorbeeld is vader Lex die zijn donordochter wilde erkennen, maar waarbij de wet in de weg stond. Jansen: ‘Hij kwam niet in aanmerking voor een toevoeging. Wij hebben toen samen een coalitie bedacht met Stichting Donorkind die ook voor dit belang strijdt. Dat werkte want al snel was de benodigde 1.242 euro opgehaald. Zo zijn er manieren te bedenken om toch individuele zaken te ondersteunen.’
‘Er moet meer geld naar de gefinancierde rechtsbijstand. Ik hoop echt dat dat er komt’
De ondernemers stellen enkele minimumeisen waar een aanvraag aan moet voldoen. Zo mag een campagne niet de anonimiteit van een slachtoffer of een minderjarige bedreigen of geweld, misbruik, haat of intimidatie bevorderen en moet er een realistische begroting van de te verwachten juridische kosten worden weergegeven. Ook moet er een juridisch professional, het liefst een advocaat, betrokken zijn bij de actie. ‘Dat maakt het makkelijker, bijvoorbeeld voor het maken van de begroting voor de juridische zaak. Wij vragen de aanvrager zelf om het verhaal achter de actie te schrijven en de promotie op te zetten. Daarvoor bieden wij een handleiding en geven we tips over bijvoorbeeld het bereiken van de pers en het gebruik van sociale media.’ Op het moment dat de donaties aan de campagnestarter worden uitgekeerd en er daadwerkelijk juridische kosten worden gemaakt, ontvangen Jansen en Poltorak vijf procent fee.

In de zaak van de Rijswijkse moorden staat mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld (Prakken d’Oliveira, Amsterdam) de nabestaanden en overlevenden bij. Zij vindt het platform een mooi initiatief. ‘In mijn rechtsgebied lopen vijf op de tien zaken vast op geld, dus ik juich het enorm toe. In het geval van de Rijswijkse moorden gaat het om burgers met een normaal salaris die in een gat vallen. Het is een complexe zaak waar veel tijd in gaat zitten en de kosten voor een advocaat zijn dan, ook met een normaal salaris, niet te betalen. Bovendien is geld niet het doel van deze zaak. Ze willen gerechtigheid en erkenning. Dat soort principiële kwesties zijn niet te meten in geld. Het is belangrijk dat een initiatief als LegalCrowd in dat gat springt.’
Volgens Zegveld is het voor deze tussengroep problematisch gesteld met de toegang tot het recht. ‘Hierdoor worden fundamentele zaken niet aan de orde gesteld en komt het aan op grotere fondsen en organisaties die wel geld hebben om te procederen. Ik heb bijvoorbeeld cliënten die een zaak willen starten over het slavernijverleden, maar die daarvoor de middelen niet hebben. LegalCrowd zou voor hen een manier zijn om toch te kunnen procederen. Ik hoop ook dat LegalCrowd zich daarnaast richt op de kleine initiatieven die anders geen kans van slagen hebben.’
Normale beloning
Er zijn meer initiatieven die zich hardmaken voor het bevorderen van de toegang tot het recht. Zo is LegalCrowd onlangs een samenwerking aangegaan met stichting Fonds Toegang tot het Recht. Zij zijn er niet voor het voldoen van advocaatkosten maar dragen de risico’s van burgers als het gaat om proceskostenveroordeling en extra kosten voor het oproepen van deskundigen.
De stichting is een voortzetting van de stichting Steunfonds Proceskosten van de Vereniging voor Rechtshulp (VVR) die stamt uit de jaren zeventig. Het bestuur, bestaande uit vier advocaten, wil het fonds nieuw leven inblazen. ‘We bestaan al sinds 2000, maar de laatste twee jaar zijn we actiever geworden,’ vertelt voorzitter Wout van Veen (Wout van Veen advocaten, Utrecht) en sociaal advocaat in hart en nieren. ‘Elke particulier kan via een advocaat een aanvraag doen. Wanneer de zaak wordt gewonnen, wordt een bijdrage betaald. Zo houden we het vermogen, nu zo’n 40.000 euro, in stand.’

De stichting kreeg altijd zo’n drie à vier aanvragen per jaar, maar het bestuur ziet dat de laatste tijd toenemen. Naar eigen zeggen doordat de leden meer ruchtbaarheid geven aan de stichting door middel van presentaties bij congressen en samenwerkingen zoals met LegalCrowd. Het gaat niet zelden om schrijnende gevallen. Zo heeft letselschadeadvocaat Evert Wytema (Van Wassenaer Wytema Letselschade Advocaten & Mediation, Haarlem), secretaris binnen de stichting, net een zaak ingediend van een man die een deskundige moet inschakelen. ‘Hij heeft een bijstandsuitkering en drie opgroeiende minderjarige kinderen. Zijn vrouw is onlangs overleden door een artsenfout. De nota van de deskundige hebben wij voor hem kunnen betalen, zodat de zaak door kon gaan.’
‘Maar we krijgen ook aanvragen van buiten ons netwerk,’ vult Van Veen aan. ‘We hebben het inschakelen van een deskundige gefinancierd in een zaak over het meeroken in een verzorgingstehuis. En een cliëntenraad ondersteund die bang was in het kader van de medezeggenschap in de kosten veroordeeld te worden. Heel verschillende zaken dus. Als een zaak voor ons principieel is, komt die in aanmerking voor ondersteuning. Dat is al snel, want iets is per definitie principieel als er geen geld is en er iets moet gebeuren.’
De toegang tot het recht is volgens de advocaten een groot probleem voor mensen aan de onderkant van de samenleving. Wytema: ‘Neem de toeslagenaffaire. Het lijkt steeds botter en botter te worden. Wat wij doen is dus belangrijk.’ Ook het feit dat er steeds minder mensen sociaal advocaat willen worden, is volgens de advocaten een probleem. Van Veen: ‘Met onze stichting kunnen we een steentje bijdragen, maar er moet in de eerste plaats een normale beloning komen voor sociaal advocaten. Een sociaal advocaat moet zich kunnen vestigen in een wijk en een modaal inkomen verdienen of iets daaronder. Dat is nu onmogelijk. Het kan niet als je een gezin moet onderhouden. Wij, de letselschadeadvocaten, zitten relatief goed, omdat wij een bron van inkomsten hebben via de verzekeraar van de tegenpartij. Dat is waar wij op drijven. Anders waren ook wij kansloos.’
Commerciële kantoren
Vanuit de solidariteitsgedachte vinden de advocaten dat er ook een rol ligt bij de commerciële kantoren. Wytema: ‘Ik zou het mooi vinden als commerciële kantoren een zekere mate van verantwoordelijkheid tonen door bij te dragen aan een fonds als het onze.’ Volgens Van Veen is het dan wel de overheid die de eerste grote stap moet zetten. ‘Pas dan is het moreel gerechtvaardigd om tegen de grote kantoren te zeggen dat ze moeten bijdragen. Initiatieven als het samengaan van grote kantoren met sociale kantoren om zo stagiairs te leren procederen geloof ik niet in. Een sociaal advocaat kiest voor het vak om morele redenen. Daar moet je hart zitten.’ Om het fonds te voeden, heeft de stichting zo’n tien jaar geleden wel een bedelactie onder de grote advocatenkantoren gehouden. Dat heeft toen zo’n 20.000 euro opgeleverd. Van Veen: ‘We sluiten niet uit dat we nog een keer een bedelbrief gaan sturen als het aantal aanvragen toeneemt.’

De advocaten zien daarnaast een samenwerking voor zich met Stichting Allemansrecht. Dat goededoelenfonds is onlangs in het leven geroepen en ondersteunt projecten die als doel hebben de toegang tot het recht te bevorderen. Het fonds, dat beschikt over diepe zakken, is ontstaan vanuit de Stichting Opleidingen Sociaal Recht (stichting OSR). ‘In 2020 hebben wij vastgoed verkocht waarin OSR gehuisvest was en waar behoorlijk wat geld uitkwam,’ vertelt voorzitter Els Unger (Unger Nolet advocaten, Amsterdam). ‘Met dat geld willen we projecten financieren die de toegang tot het recht bevorderen. Ons fonds verstrekt subsidies aan niet-commerciële partijen en daarnaast nemen we deel in vennootschappen om het vermogen op peil te houden en op die manier weer projecten te kunnen financieren.’
‘Als een zaak voor ons principieel is, komt die in aanmerking voor ondersteuning’
Allemansrecht heeft inmiddels drie projecten gefinancierd. Zo is er geld verstrekt aan de Nederlandse Vereniging van Rechtswinkels voor de opstart van de vereniging, aan Pro Bono Connect voor het verder professionaliseren van de organisatie en aan The Nuhanovic Foundation. Dat fonds werd in 2011 opgericht door Liesbeth Zegveld en zet zich in voor de toegang tot het recht voor oorlogsslachtoffers. Volgens Unger gaat het hard met de aanvragen. ‘Er zitten er een heleboel in de pijplijn. De aanvragen zijn heel divers, van commerciële en niet-commerciële partijen en uit binnen- en buitenland. De toegang tot het recht is niet alleen hier maar ook in veel andere landen niet optimaal.’
Jansen van LegalCrowd vindt dat er al tijdens de rechtenstudie meer aandacht moet komen voor de toegang tot het recht en de sociale advocatuur. ‘De focus ligt te veel op de Zuidas en bedrijf tegen bedrijf. Daar wordt het meeste geld in verdiend, een makkelijke keuze. Maar we moeten niet vergeten wat het recht nou eigenlijk is. Het zorgt ervoor dat burgers worden beschermd en dat moeten we niet uit het oog verliezen.’
Inmiddels zijn er via LegalCrowd twee crowdfundingsacties succesvol afgerond en lopen er nog drie, waaronder die van de Rijswijkse moorden. Het platform is sinds kort volledig geautomatiseerd, zodat de ondernemers het naast hun baan kunnen doen. ‘Zowel uit financieel oogpunt als qua tijdsinvestering kunnen we het niet fulltime doen,’ zegt Jansen.
Of hij hoopt dat LegalCrowd groot gaat worden? ‘Natuurlijk vanuit ondernemersperspectief, maar dat zou ook betekenen dat mensen op de normale manier geen toegang tot het recht hebben. Het is voor organisaties prachtig als een zaak die niet gefinancierd kan worden uit de eigen kas, met een korte campagne en met publiek die erachter staat, alsnog gefinancierd wordt. Maar voor individuen hebben we onze hoop vooral gevestigd op het systeem vanuit de overheid. Er moet meer geld naar de gefinancierde rechtsbijstand. Ik hoop echt dat dat er komt.’