van de nova

Vier vragen over de vergoedingen van advocaten en mediators in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand

Advocaten en mediators die werkzaam zijn in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand hebben te maken met forse kostenstijgingen door de inflatie. De huur van het kantoorpand, salarissen van personeel, opleidingen, licenties voor online juridische databanken, verzekeringspremies: alles wordt tot wel 14% duurder. Anders dan in veel andere beroepsgroepen wordt de hoge inflatie voor deze groep rechtsbijstandsverleners de komende twee jaar niet of nauwelijks gecompenseerd. Hoe zit dat?

Waarom blijft indexatie van het tarief in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand in 2023 beperkt tot 0,67%?

Elk jaar indexeert de overheid het basisbedrag van de rechtsbijstandsverleners in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. Hierbij wordt uitgegaan van indexcijfers van het CBS van twee jaar geleden. Dit is voorgeschreven in artikel 3 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand (Bvr). Het peiljaar voor indexering in 2023 is dus het jaar 2021. Het basisbedrag voor toevoegingen voor rechtsbijstand (onder andere in een piketzaak) en voor mediation afgegeven op of na 1 januari 2023 is inclusief indexatie 120,20 euro.

Hoe ziet de indexering voor advocaten en mediators in het stelsel eruit in 2024?

De mate van indexering per 2024 is nog niet duidelijk, omdat nog niet alle benodigde cijfers bekend zijn voor (de berekening van) de indexering. Het is ook de vraag welke ruimte de indexeringsformule in artikel 3 lid 2 Bvr zal bieden. Afgezien van voorgaande onzekerheid, is wel duidelijk dat advocaten een groot deel van de effecten van een hoger punttarief niet direct per 1 januari 2024 zullen merken. In het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand wordt namelijk uiteindelijk het tarief uitbetaald dat gold op het moment van aanvraag van de toevoeging; niet op het moment dat de zaak is afgerond. Een voorschotregeling geldt niet (meer).

Wat vindt de NOvA van de beperkte indexering?

De NOvA heeft zorgen over de beperkte indexering van het punttarief met 0,67%. Het gevolg hiervan is dat advocaten in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand in 2022 en 2023 geconfronteerd zijn en worden met sterk stijgende kosten, terwijl de vergoedingen hiervoor pas worden geïndexeerd in 2024 en 2025. Ondanks dat de minister meermaals heeft medegedeeld hier niets aan te gaan doen, blijft de NOvA onverminderd aandacht vragen voor dit knelpunt.

Wanneer wordt de reiskostenvergoeding voor advocaten en mediators in het stelsel verhoogd?

De reiskostenvergoeding van 0,09 euro per kilometer schiet al jaren tekort voor rechts­bijstands­verleners in het stelsel. Zeker gezien de gestegen brandstofprijzen van het laatste jaar. Tot nu toe gold de belastingvrije reiskostenvergoeding niet voor rechts­bijstands­verleners in het stelsel. Voor hen golden de tarieven uit de CAO Rijk 2021 (0,09 euro) en dat levert voor hen problemen op. De minister voor Rechtsbescherming heeft in januari 2023 aangekondigd dat hij de reiskostenvergoeding voor deze groep wil aanpassen: er moet een uniform tarief komen voor reiskostenvergoeding in toevoegingszaken. Dat sluit aan bij de belastingvrije reiskostenvergoeding. Voor advocaten en mediators geldt dat de reiskostenvergoeding per kilometer vanaf 1 juli 2023 wordt verhoogd naar 0,21 euro per kilometer en naar 0,22 euro per kilometer vanaf ongeveer 1 april 2024.