actueel

‘Rem op OM bij kroongetuigendeal’

Minister Yeşilgöz wil de regeling voor kroongetuigen verruimen, in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit. Advocaten Janssen en De Jong deelden hun verbeterpuntjes met de Tweede Kamer.

Geen getuige zo omstreden als de kroongetuige. Het fenomeen roept voortdurend vragen op, over de betrouwbaarheid ervan, over de deal die is gesloten, de bevoegdheden van het OM en over de veiligheid. Aangenomen wordt dat Derk Wiersum is vermoord omdat hij optrad als advocaat van kroongetuige Nabil B., sleutelfiguur in de Marengozaak. Zonder kroongetuigen was het in het Passageproces niet gekomen tot de veroordeling tot levenslang van zes verdachten. Ook in het grote Eris proces (Caloh Wagoh) leidde de inzet van een kroongetuige tot lange gevangenisstraffen en vier veroordelingen tot levenslang.

Het OM dringt niettemin al jaren aan op meer bewegingsvrijheid, zodat het instrument beter kan worden benut. Justitieminister Yeşilgöz kwam eind vorig jaar aan die wens tegemoet met het voorstel tot verruiming van de regeling (zie kader). Voordat de Tweede Kamer het debat met de minister aangaat, liet ze zich eind januari informeren door deskundigen, tijdens een zogeheten rondetafelgesprek.

De twee advocaten hebben geen bezwaar tegen verruiming van de regeling, maar stellen voorop dat eerst een aantal mankementen dient te worden verholpen. Ze hebben vooral moeite met de grote en ongecontroleerde rol van het OM. Het is het OM dat een overeenkomst sluit met de kroongetuige over strafvermindering in ruil voor openheid van zaken, de zogeheten strafdeal. Het is ook het OM dat een (civielrechtelijke) overeenkomst sluit met de kroongetuige over zijn bescherming én die van zijn naasten na afloop van de strafzaak. En het is het OM dat verantwoordelijk is voor de bewaking en beveiliging van de getuige én diens gezin voor en tijdens de strafzaak.

Kleine vissen vangen

Minister Yeşilgöz wil de kroongetuigenregeling uitbreiden om meer ‘kleine vissen’ te kunnen vangen. Op dit moment is het alleen voor ‘grote vissen’ interessant om kroongetuige te worden, aangezien de maximale strafvermindering vijftig procent is. Yeşilgöz verwacht met informatie van bendeleden die laag in de rangorde staan ook de kopstukken te kunnen vervolgen. Daarom wil ze deze categorie honderd procent strafvermindering bieden. Alleen verklikkers met een straf van maximaal zes jaar boven het hoofd komen daarvoor in aanmerking.

Yeşilgöz vindt het prima dat de beoogde strafvermindering wordt voorgelegd aan de rechter, maar wil geen rechterlijke toetsing van de afspraken over getuigenbescherming. Deze civielrechtelijke overeenkomst moet buiten het strafdossier blijven, vindt ze. Ook toetsing door de rechter-commissaris ziet ze niet zitten, omdat die daar geen kijk op zou hebben.

Naast twee wetenschappers en het OM (dat achter gesloten deuren wenste te praten), gaven strafrechtadvocaten Sander Janssen en Onno de Jong acte de présence. Best bijzonder, want zo vaak doet de politiek geen beroep op advocatuurlijke praktijkkennis. Zowel De Jong als Janssen geldt als ervaringsdeskundig, met de uitgesproken opvattingen die daaruit voortkomen.

Frustratie

Sander Janssen, raadsman tijdens het Passageproces, promoveerde in 2013 op de kroongetuigenregeling. Ook toen bepleitte hij verbetering van de getuigenbescherming, meer transparantie en onafhankelijke toetsing van het OM. Tot zijn ‘lichte frustratie’ liggen dezelfde kwesties nu opnieuw op tafel en blijkt er in tien jaar tijd feitelijk niets veranderd, gaf hij de Kamer fijntjes mee.

‘Het zwaartepunt van de problematiek ligt vaak bij de getuigenbescherming. Een verdachte vindt het belangrijker om te weten hoe de rest van zijn leven eruitziet dan de vraag of hij twee, vier of zes jaar gevangenisstraf pakt. Destijds lag er het advies de getuigenbescherming niet door het OM te laten doen, omdat het kan leiden tot een onwenselijke vermenging van zaken. Het OM heeft het toch aan zichzelf gehouden, met alle huidige problemen tot gevolg.’

De dubbelrol van het OM is een bron van conflict, vindt ook Onno de Jong, momenteel raadsman van kroongetuige Nabil B. ‘Het OM dient bij voorbeeld met het gezin van een kroongetuige te onderhandelen. Er moet dan een deal worden gemaakt over de veiligheidsgaranties voor de toekomst, terwijl de veiligheid ook op dat moment moet worden gewaarborgd. Dat levert in de praktijk grote conflicten op.’ Daarnaast heeft het OM ook nog een ander belang, benadrukt De Jong. ‘Namelijk dat van het binnenhalen van de kroongetuige. Dat kan ten koste gaan van het belang dat aan veiligheid wordt gehecht.’

‘Een verdachte vindt het belangrijker te weten hoe de rest van zijn leven eruitziet dan hoeveel gevangenisstraf hij pakt’

Wanneer het OM in gesprek gaat met een mogelijke kroongetuige wil het eerst een overeenkomst sluiten over de strafvermindering en pas daarna over de getuigenbescherming. Voor de kroongetuige werkt dat niet, aldus beide advocaten. Janssen: ‘De ervaring heeft geleerd dat de kroongetuige die een afspraak maakt met het ene en ondeelbare OM, zowel over strafvermindering als over getuigenbescherming, dat als één pakket beschouwt. Alle problemen die we tegenkomen, komen voort uit het feit dat wordt geprobeerd in theorie en in de wet te scheiden wat in de praktijk onlosmakelijk verbonden is.’

Het OM is erg krampachtig in het vasthouden aan de twee trajecten, stelt De Jong. ‘Er kunnen formeel best twee trajecten zijn, maar er is maar één cliënt en dus uiteindelijk maar één pakket.’

Idealiter sluit het OM in de toekomst alleen nog de strafdeal en komt de civielrechtelijke beschermingsovereenkomst ergens anders te liggen. Janssen: ‘Het zou het meest zuiver zijn om getuigenbescherming weg te halen bij het OM. Dat schept een nieuw probleem, namelijk dat de kroongetuige, die in zijn beleving één pakket sluit met een en dezelfde overheid, met twee instanties te maken krijgt. Dat lijkt me opnieuw een recept voor problemen.’

Expertise

Een oplossing kan zijn dat het OM verantwoordelijk blijft voor zowel het sluiten van de strafdeal als de beschermingsovereenkomst, mits wordt voldaan aan twee voorwaarden. De eerste is externe toetsing, de tweede het onderbrengen van de feitelijke uitvoering van de getuigenbescherming bij de NCTV. De Jong: ‘Het OM heeft verstand van opsporen en vervolgen. De NCTV heeft meer expertise in veiligheidsanalyse en maken van beveiligingsprogramma’s.’

‘Het zou het meest zuiver zijn om getuigen­bescherming weg te halen bij het OM’

Een raamovereenkomst over de bescherming aan het begin van het traject ligt het meest voor de hand, stelt De Jong. ‘Ook de veiligheid dient aan het begin te worden geregeld. Naast de strafdeal moet duidelijk worden wat er aan veiligheid kan worden geboden. Dat kun je vastleggen in een raamovereenkomst, die je vervolgens laat toetsen door een rechter-commissaris. Zodat het OM zijn boekje niet te buiten gaat.’

Dat boekje van het OM blijkt een gevoelig punt, waar de Kamerleden het fijne van willen weten. Hoe zit dat precies? ‘De wet laat aan duidelijkheid niets te wensen over,’ zegt Janssen. ‘Toezeggingen mogen alleen zien op strafvermindering. Maar het OM kent zichzelf meer mogelijkheden toe dan de wet biedt. De Hoge Raad heeft dat in een soort laparrest over het Passageproces proberen op te lossen, maar dat heeft het probleem niet weggenomen. De wetgever moet daar dus een standpunt over innemen.’

Toetsing door een rechter-commissaris draagt bij aan meer uniforme afspraken, verwacht hij. In zijn ogen kan dat zonder dat de overeenkomst wordt toegevoegd aan het strafdossier en daarmee op straat komt te liggen. ‘Nu is the sky the limit. Over getuigenbescherming is niks geregeld, de kroongetuige kan eisen wat ie wil. Dat is bij Passage ook gebeurd. Het is logisch dat iemand in zo’n positie eruit probeert te halen wat erin zit. Dat komt omdat er geen randvoorwaarden gelden. Dat zou de wetgever moeten regelen. Het OM heeft dat tot dusver niet gedaan, omdat het de handen vrij wil houden.’

De Jong pleit er verder voor de regeling kroongetuigen ook uit te breiden naar verdachten tegen wie het OM in beginsel levenslang zou willen eisen én naar veroordeelden die al levenslang hebben. Immers, de levenslange gevangenisstraf hoeft in het licht van de huidige regeling en jurisprudentie geen levenslang meer te zijn, stelt hij.