citaat
‘De gang naar de rechter lijkt soms geen middel meer om recht te halen, maar een poging om de eigen mening tot norm te maken.’
Voorzitter Henk Naves van de Raad voor de rechtspraak stelt in zijn nieuwjaarstoespraak dat de zittingszaal niet de plek is om het maatschappelijk debat te beslechten. Naves noemt daarnaast een overheid die gerechtelijke uitspraken naast zich neerlegt een bron van onrecht en machteloosheid.
e-magazine
Liever digitaal?
Het Advocatenblad verschijnt tien keer per jaar als papieren magazine, maar is ook digitaal te lezen. Vanaf elke laptop, iPad en smartphone bladert u eenvoudig door het Advocatenblad e-magazine, waarbij u elk gewenst artikel kunt aanklikken, lezen en delen.
U vindt het Advocatenblad e-magazine op advocatenblad.nl/magazines.
Als abonnee hebt u de keuze tussen de papieren blad en het e-magazine. Via het portaal van de NOvA ( https://mijnorde.advocatenorde.nl/login) kunt u uw persoonlijke voorkeur aangeven. Als u kiest voor het e-magazine ontvangt u maandelijks via e-mail een hyperlink.
column
Vergelding of rehabilitatie?
Straftoemeting is maatwerk. Dat zou het in ieder geval moeten zijn. In ons huidige strafrechtelijke klimaat wordt door de samenleving vooral geschreeuwd om zwaardere straffen. Vergelding voert de boventoon, preventie lijkt minder relevant.
De kritische houding van het EHRM in de zaken Hasselbaink, Maassen & Zohlandt (begin 2021) heeft tot gevolg gehad dat verdachten vaker hun berechting in vrijheid kunnen afwachten.
Zodra er geen voorlopig gehechte verdachte meer is, is de druk van de ketel bij alle procespartijen in het strafproces. Het kan lang duren, soms jaren, voordat een zaak inhoudelijk wordt behandeld.
Wanneer dat eindelijk zover is, kan een verdachte zijn leven goed op de rit hebben. Een vaste baan. Een eigen woning. Een stabiele relatie. Afstand van verkeerde vrienden. Geen recidive.
Wanneer de inmiddels gedateerde verdenking ernstig is, maar de tijd die is doorgebracht in voorarrest de te verwachten straf niet dekt, vraagt dat om creativiteit in de straftoemeting.
Het alsnog opleggen van onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan recht doen aan de bewezen verklaarde feiten, maar schiet in de situatie dat een verdachte zich écht gerehabiliteerd heeft, zijn doel compleet voorbij.
Wat weegt zwaarder: vergelding of preventie? Als advocaat pleit ik natuurlijk voor het laatste. Een gerehabiliteerde verdachte is van meer nut voor de samenleving wanneer hij of zij die verworvenheden kan behouden, dan wanneer het allemaal weer teniet wordt gedaan.
Rechters, maar ook officieren van justitie, moeten daarvoor openstaan. Ze moeten daadwerkelijk meer oog hebben voor de persoon van de verdachte, zonder overigens de ernst van de strafbare feiten te bagatelliseren. In wezen streeft elke procesdeelnemer hetzelfde doel na: recht doen aan het verleden. Straffen in ernstige zaken zou niet bij uitstek beperkt moeten zijn tot het toepassen van gevangenisstraf.
Als handreiking voor het vinden van een balans tussen recht doen aan feiten en de persoon van de verdachte kan het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:1191) de verdediging uitkomst bieden. Daarin is bepaald dat de maximale taakstraf van 240 uur niet per parketnummer geldt, maar per ten laste gelegd feit. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:10797) heeft in een omvangrijke fraudezaak recent onder meer 480 uur taakstraf opgelegd bij een verdachte die zich had gerehabiliteerd.
Deze uitspraak is vooralsnog een witte raaf in de strafpraktijk. Aan ons de taak ervoor te zorgen dat meer rechters dat voorbeeld volgen!