actueel

Yeşilgöz wil meer kroongetuigen

Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid wil de kroongetuigenregeling uitbreiden, zodat het voor criminelen aantrekkelijker wordt uit de school te klappen. Ze mikt daarbij specifiek op getuigen die niet van ernstige strafbare feiten worden verdacht, maar wel over cruciale informatie beschikken.

Volgens de minister is de huidige kroongetuigenregeling vooral interessant voor zware criminelen die een lange straf tegemoet kunnen zien. De beloning voor medewerking, een maximale strafvermindering van vijftig procent, levert voor hen netto het meeste op.

Yeşilgöz wil ook een andere categorie kroongetuigen aanboren in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit. Ze laat daarbij het oog vallen op personen met een ondersteunende rol, zogeheten facilitators. Dat kan bijvoorbeeld een boekhouder, notaris of havenmedewerker zijn. Dergelijke personen kunnen over cruciale informatie beschikken over de rol van kopstukken, de criminele activiteiten en de bijbehorende geldstromen, aldus de minister.

Commissie-Crijns

Yeşilgöz beroept zich op het rapport van de commissie-Crijns uit 2017, waarin de onderzoekers constateren dat Nederland minder vaak kroongetuigen inzet dan andere landen. Een aantal ‘juridische en praktische barrières’ zouden de inzet van een kroongetuige bemoeilijken. Een van die barrières betreft de beloning die de kroongetuige tegemoet kan zien voor zijn openheid van zaken. Halvering van de strafeis brengt onvoldoende rendement als de maximale straf slechts enkele jaren celstraf beslaat. ‘Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van bijvoorbeeld zes jaar, die onder de huidige regeling wordt verminderd met ten hoogste de helft, betekent alsnog een gevangenisstraf van drie jaar. Dit vooruitzicht weegt voor de potentiële kroongetuige meestal niet op tegen de consequenties van het afleggen van een verklaring,’ aldus de minister. Met het afleggen van een verklaring worden ze immers doelwit voor represailles en moeten ze vaak een nieuw leven beginnen in het buitenland.

Om potentiële kroongetuigen over de streep te trekken, wil Yeşilgöz de strafkorting verhogen tot de totale duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alleen verdachten met een straf van maximaal zes jaar boven het hoofd komen daarvoor in aanmerking. Daarnaast moeten ze bij wijze van stok achter de deur wel worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd.

Om de geheimhouding te waarborgen, wil Yeşilgöz een overeenkomst met een kroongetuige voortaan niet meer toevoegen aan het strafdossier. ‘De getuigenbeschermingsovereenkomst is een civielrechtelijke overeenkomst tussen het OM en de kroongetuige. Deze overeenkomst vormt geen onderdeel van de strafzaak en wordt niet getoetst door de strafrechter.’

Strafrechtadvocaat Nancy Dekens (Dekens Pijnenburg Advocaten, Amsterdam) noemt het een gevaarlijke ontwikkeling om de kroongetuigeregeling breder in te zetten.

‘Praktisch gezien vraag ik mij af in hoeverre de kring van personen die bereid blijken om in ruil voor maximaal zes jaar voorwaardelijke gevangenisstraf, bereid zijn namen en rugnummers te benoemen en daarmee een geïsoleerd leven in een getuigenbeschermingsprogramma te moeten leiden. Het lijkt meer symboolpolitiek dan een serieuze uitbreiding van de mogelijkheden om de georganiseerde criminaliteit effectief te bestrijden.’

De principiële bezwaren wegen echter zwaarder, benadrukt Dekens. ‘De figuur van de kroongetuige is een onzuiver element in het strafproces. Het werkt valse verklaringen in de hand omdat de getuige wordt beloond door het belasten van een ander. Het ondermijnt daarmee het recht op een eerlijk proces van de verdachten die met een kroongetuige te maken krijgen.’

De advocaat wijst erop dat de betrouwbaarheid van kroongetuigen van oudsher een discussiepunt is tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie, net als de beweegredenen voor een kroongetuige om een deal te sluiten. ‘Het begint al bij de beveiliging van de kroongetuige, hun familieleden, hun advocaten, in combinatie met gesteggel over de omvang van de financiële vergoeding en de dreiging van het intrekken van de bereidheid om mee te blijven werken aan de deal. Het hele proces rondom kroongetuigen is bijzonder complex, ondoorzichtig en ook onbeheersbaar gebleken.’