vak & mens cover

Spraakmakende zaken

Het Advocatenblad blikt elk jaar in december terug op zaken die de gemoederen bezighielden. Binnen alle drie de rechtsgebieden is er dit jaar veel gebeurd. Na een volledig arbitraire selectieprocedure is de keuze gevallen op acht zaken, waarin acht advocaten vertellen over de impact van het proces en hun rol daarin. Een terugblik op acht bijzondere rechtszaken van 2022.


De MH17-zaak

In de MH17-strafzaak legde de rechtbank Den Haag op 17 november de verdachten Kharchenko, Dubinskiy en Girkin een levenslange gevangenisstraf op. Zij worden verantwoordelijk gehouden voor het doen verongelukken van vlucht MH17 en de moord op de 298 inzittenden. De vierde verdachte, de Rus Pulatov, werd vrijgesproken. Advocaat Sabine ten Doesschate stond hem samen met Boudewijn van Eijck bij. ‘Als dit een veroordeling was geworden, zou ik moeite hebben om nog in het recht te geloven.’

Sabine ten Doesschate

‘Het is een heftige zaak geweest. De ramp met MH17 heeft zulke grote gevolgen voor zoveel mensen. Er spelen enorme belangen. Natuurlijk de belangen van de nabestaanden. Maar wij als verdedigingsadvocaten hebben daarnaast te maken met grote belangen van onze cliënt. Het is ook als advocaat heftig om levenslang te horen eisen tegen je cliënt. Dat hij in Rusland zit en de straf misschien nooit zal uitzitten, maakt dat niet anders. Ten eerste is dat maar de vraag; misschien wordt in de toekomst heel anders over het uitleveren van onderdanen besloten door zo’n land. En hij zou in ieder geval nooit meer de grens over kunnen.

Boudewijn dacht al dat het een vrijspraak werd. Ik was voorzichtiger, vast uit zelfbescherming. Er viel dan ook een enorme spanning van ons af toen cliënt werd vrijgesproken. Hoewel we allebei altijd al vonden dat dit de enige juiste uitspraak zou zijn. Als dit een veroordeling was geworden, zou ik moeite hebben om nog in het recht te geloven. Het heeft zeker uitgemaakt dat Pulatov, in tegenstelling tot de andere verdachten, is bijgestaan door advocaten. Wij hebben verweren namens hem kunnen voeren. Je kunt dus ieder geval zeggen dat het niet loont als je geen advocaat neemt.

‘Er viel een enorme spanning van ons af’

Ik hoop dat de beslissing van de rechtbank de nabestaanden geeft waar ze op hoopten. Het gaat hun verdriet en gemis niet anders maken, maar ik hoop dat deze rechtszaak wel iets heeft bijgedragen. Wij hebben gedurende het proces geprobeerd met zoveel eerbied als mogelijk om te gaan met al het verdriet. Tegelijkertijd is het onze taak om eruit te halen wat erin zit vanuit een verdedigingskant.

We hebben zowel positieve als negatieve reacties gekregen over het feit dat wij Pulatov bijstaan. Zeker toen de oorlog in februari van dit jaar in alle hevigheid uitbrak. Dat was de moeilijkste periode in deze zaak vanuit onze rol gezien. De druk die erop lag was extreem hoog, ook omdat velen ertoe opriepen om geen Russen meer bij te staan. Achteraf bezien hebben wij de juiste beslissing genomen. Ik had het heel slecht gevonden als ik, wanneer het erop aan komt, had gezegd: “Zoek het nu zelf maar uit.” Gelukkig hebben wij ons niet door die emotie laten meeslepen.’ (FHM)


De Mallorca-zaak

Sanil B. werd vorige maand veroordeeld tot zeven jaar cel voor doodslag op de 27-jarige Carlo op Mallorca. Advocaat Peter Plasman gaat namens zijn cliënt tegen deze uitspraak van de rechtbank Lelystad in hoger beroep. ‘Sanil wordt nu voor zijn gevoel als enige verantwoordelijk gehouden, terwijl er meer daders waren.’

‘Het vonnis kwam keihard aan bij mijn cliënt. Hij heeft het schoppen van de liggende Carlo altijd ontkend en deze uitspraak zag hij dan ook niet aankomen. Ik ook niet. Als advocaat doe je altijd je uiterste best om je cliënt bij te staan. Het resultaat is niet altijd wat je wenst, maar vaak kun je de motivering volgen. Nu niet. En dat leidt tot frustratie, niet alleen bij mijn cliënt. Sanil is als enige veroordeeld. De rechtbank heeft bewezen verklaard dat er minimaal één mededader is, maar zij kon niet vaststellen wie.

Peter Plasman

Mijn cliënt is veroordeeld op basis van een twijfelachtig getuigenverhoor en een minuscuul DNA-spoor. Een getuige heeft verklaard dat de dader mogelijk een zwart shirt droeg. Later is dat ‘mogelijk’ door de rechtbank weggelaten. Dat is te stellig, vind ik. Deze getuigenverklaring is ook in twijfel getrokken door rechtspsycholoog Peter van Koppen. De situatie was volgens hem te chaotisch om daar zulke keiharde uitspraken over te doen. Het DNA-spoor op de linkerschoen van cliënt kan van speeksel zijn of huid. Dat is niet komen vast te staan. Volgens de rechtbank is dit minuscule DNA-spoor op de schoen terechtgekomen door het schoppen, maar vlak daarvoor is er een confrontatie geweest tussen de twee vriendengroepen waarbij gescholden is. Speeksel kan ook op die manier op de schoen van mijn cliënt zijn gekomen. Ik kan dit vonnis niet uitleggen aan mijn cliënt. Dit is zwaar voor hem, ook door alle media-aandacht die er is. Hij wordt nu voor zijn gevoel als enige verantwoordelijk gehouden, terwijl er meer daders waren. Daarbij is het hem niet in de koude kleren gaan zitten dat hij het afgelopen jaar al veroordeeld is in de media. Hij werd met naam en toenaam genoemd waardoor hij doodsbedreigingen kreeg. Ook kopte een nieuwsbericht groot: “Sanil B. heeft bekend.” Terwijl dat niet klopte. Dit was tactiek van de politie om de andere verdachten te laten verklaren, maar is naar buiten gekomen en werd verkeerd opgepikt.

‘Ik kan dit vonnis niet uitleggen aan mijn cliënt’

De zaak tegen alle verdachten werd tegelijk behandeld. De samenwerking met mijn collega’s was goed en professioneel, terwijl er natuurlijk verschillende belangen speelden. Wat ik opmerkelijk vond, was dat de rechtbank de uitspraak begon met: “Er komt een veroordeling wegens doodslag.” Dat is niet gebruikelijk en werd gezegd om de spanning weg te nemen. Namens cliënt heb ik beroep ingesteld.’ Ook het OM heeft beroep ingesteld. (NdG)


De stikstof-zaak

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde begin september dat het onzeker is of emissiearme melkveestallen in de praktijk doen wat ze beloven. Het zorgde ervoor dat vergunningverlening voor boeren nog verder wordt bemoeilijkt. Advocaat Johan van Groningen stond een melkveehouder bij die door deze uitspraak niet kan vernieuwen. ‘Een vervelende uitspraak met verstrekkende gevolgen voor velen.’

‘Met de uitspraak is het instrument om de stalemissie te berekenen, de zogenoemde Regeling ammoniak en veehouderij (Rav)-norm, komen te vervallen. Wanneer je niet meer weet waar je mee moet rekenen, kun je ook niet uitrekenen of iets significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied heeft. De Rav-norm is tot stand gekomen met een uitgebreid meetprotocol. De Raad van State twijfelt nu aan deze norm omdat het CBS en de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) vraagtekens bij de norm hebben gezet. De Afdeling beroept zich daarbij op het voorzorgsbeginsel van de Habitatrichtlijn en zegt: “We moeten waken voor alles wat twijfel teweegbrengt en kan leiden tot een andere uitkomst.” Om die reden wordt er heel strikt getoetst en heeft de Afdeling besloten de norm niet langer te aanvaarden.

Johan van Groningen

Een vervelende uitspraak, want mijn cliënt mag nu niet verder met de bouw van een nieuwe stal en blijft met zijn oude stal zitten met eenzelfde emissie. Ik ben bang dat het voor jaren stilligt. Boeren hebben geen alternatief en kunnen nu niet beoordelen hoe hoog de stikstofuitstoot is. Ik begrijp niet hoe de overheid straks bedrijven aan zwaardere milieueisen wil binden. Ook daar heb je deze norm voor nodig. Je moet tenslotte weten wat de uitstoot is om te bepalen hoeveel je terug moet in stikstofdepositie. Dat geldt ook voor wegen- en woningbouw. Het heeft dus verstrekkende gevolgen.

In mijn ogen wordt het stikstofprobleem onoplosbaar nu de jurisprudentie alles dichttimmert. Iedere mogelijkheid die wordt benut, strandt in de rechtspraak. Als er niet een opening wordt geboden, komen we er nooit meer uit. In deze zaak had de Raad van State ook kunnen zeggen dat de onderzoeken van het CBS en de CDM over stikstof onvoldoende onderbouwd waren. Maar door het voorzorgsbeginsel pakt het voor boeren negatief uit.

‘Het stikstofprobleem wordt onoplosbaar nu de jurisprudentie alles dichttimmert’

Men wil honderd procent zekerheid maar met dit probleem krijg je nooit honderd procent zekerheid. Je weet bijvoorbeeld nooit hoe er in de praktijk met de norm wordt omgegaan. Als een boer de vloer van de stal niet goed schoonhoudt, is er een hogere uitstoot. Dat komt dan niet door de stal maar door menselijk falen. Met deze uitspraak – maar ook met andere stikstofuitspraken dit jaar – is veel ellende veroorzaakt. Er is de praktijk een belangrijk instrument afgenomen.’ (FHM)


De adoptie-zaak

Het gerechtshof in Den Haag oordeelde in juli van dit jaar dat de Staat der Nederlanden en Stichting Kind en Toekomst onrechtmatig hebben gehandeld als toezichthouder bij een adoptie uit Sri Lanka. Lisa-Marie Komp stond appelante bij. ‘Het heeft zoveel impact als je niet weet waar je vandaan komt.’

Lisa-Marie Komp

‘Mijn cliënte Dilani Butink is in 1992 in Sri Lanka geboren en kort daarna door een Nederlands echtpaar geadopteerd. Aan de hand van haar adoptiepapieren is zij niet in staat om haar biologische ouders te vinden. Naar aanleiding van een televisie-uitzending van Zembla in 2017 over misstanden bij adoptie uit Sri Lanka heeft zij de Staat en de bemiddelingsorganisatie aansprakelijk gesteld.

‘Als advocaat kreeg ik een gevoel van rust’

Ze stelt dat haar adoptie onzorgvuldig tot stand is gekomen, dat zij daardoor in onzekerheid verkeert over haar afkomst en dat dit een schending is van haar fundamentele rechten. De Staat en de Stichting hebben volgens haar onrechtmatig gehandeld door de rol die zij bij de totstandkoming van de adoptie hebben gespeeld. Zowel de Staat als de Stichting beriep zich in eerste aanleg op de verjaringstermijn van twintig jaar. De rechtbank ging daarin mee en wees de vordering van Dilani om die reden af, maar toen er na het vonnis Kamervragen werden gesteld over de redelijkheid en billijkheid hiervan heeft de Staat het beroep op verjaring in hoger beroep laten vallen. Het hof oordeelde dat het beroep op de verjaringstermijn – dat de Stichting nog wel voerde – inderdaad in strijd is met de redelijkheid en de billijkheid. Inhoudelijk oordeelde het hof dat zowel de Staat als de Stichting onrechtmatig heeft gehandeld jegens Dilani.

Zij reageerde emotioneel tijdens de uitspraak. Ik weet niet of het opluchting of blijdschap was, waarschijnlijk beide, maar de erkenning deed haar overduidelijk heel veel. Als advocaat kreeg ik een gevoel van rust. Dit voelde als de enige juiste beslissing. Het heeft zoveel impact als je niet weet waar je vandaan komt. De toon van het maatschappelijk debat is gelukkig ook aan het veranderen. Vroeger heerste de opvatting dat je “blij” moest zijn als je geadopteerd was, dat je dankbaar moest zijn. Dankzij de inzet van Dilani en anderen is er nu meer ruimte om ook de keerzijde van adoptie te belichten en te onderkennen wat het voor de geadopteerden betekent als zij niet weten van wie zij afstammen.’ (NdG)


De-zaak-Wim S.

Het gerechtshof in Den Haag sprak Wim S. in februari na een jarenlang proces vrij van de moord op zijn vriendin Heidy Goedhart uit Kaatsheuvel. Undercoveragenten hebben S. onder druk gezet om een valse bekentenis af te leggen en andere bewijzen bleken onvoldoende, oordeelde het hof. Advocaat Paul Verweijen voerde de verdediging van S. ‘Ik ben echt gaan geloven in zijn onschuld.’

‘Heidy Goedhart werd eind 2010 vermoord. Haar partner Wim S. werd al snel hoofdverdachte. Bijzonder, want er was belastende informatie over andere verdachten waar niets mee is gedaan. S. werd aangehouden en na drie maanden weer vrijgelaten vanwege gebrek aan bewijs.

Paul Verweijen

Een paar jaar later is er een undercoveractie via de Mr. Big-methode op touw gezet. Ene Joep en Katja bellen bij S. aan en komen met het verhaal dat ze tegen zijn auto aan zijn gereden. Joep blijkt net als S. bij een ICT-bedrijf te werken. Het mondt uit in een undercoveroperatie van dertien maanden waarin Joep en S. “bevriend” raken en S. allerlei opdrachten voor het bedrijf van Joep gaat doen. Hij wordt daar vorstelijk voor betaald. Uiteindelijk bieden ze hem een vaste baan waarvoor hij moet gaan praten met de grote baas (Mr. Big) in Marbella. Tijdens dat gesprek, waar ruim vijftien undercoveragenten bij waren, wordt de druk zo opgevoerd – er werd gezegd: “Als jij niet bekent, krijg je de baan niet en ligt Joep er ook uit” – dat hij een bekentenis aflegt. Uiteindelijk heeft S. bijna zeven jaar vastgezeten. In eerste aanleg kreeg hij achttien jaar en in hoger beroep twintig jaar cel. De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het hof die tot vrijspraak kwam. Het was verreweg het meest bijzondere moment tot nu toe voor mij als advocaat. De drang om te veroordelen was groot, maar het hof heeft de rug recht weten te houden.

‘De magistratelijkheid in deze zaak was ver te zoeken’

Ik ben echt gaan geloven in zijn onschuld. Het hof acht de kans dat de moordenaar een van de eerdere verdachten is reëel. Van een van hen is geen DNA afgenomen, terwijl de wet dat wel voorschrijft. Opmerkelijk, want er is op meerdere plekken bloed aangetroffen van Heidy met daarin onbekend mannelijk DNA. Ik wil dat het OM dit alsnog onderzoekt, omdat hier mogelijk de zaak mee kan worden opgelost, maar krijg tot nu toe nul op het rekest. Ik krijg het idee dat de naam en de reputatie van het OM belangrijker zijn geworden dan de waarheidsvinding. De magistratelijkheid in deze zaak was ver te zoeken. Nog een voorbeeld daarvan is dat tot het bittere einde is betwist dat het hier ging om de Mr. Big-methode, terwijl iedereen zag wat er gaande was.’ (FHM)


De afstammingszaak

De Hoge Raad oordeelde in maart van dit jaar dat een kind medewerking aan een DNA-test kan afdwingen van zijn vermoedelijke biologische vader om het vaderschap definitief vast te stellen. Daaraan moet de vermoedelijke biologische vader in beginsel meewerken. Cassatieadvocaat Jan Wouter Alt stond eiser bij. ‘Het arrest biedt mogelijk ook uitkomst voor kinderen van anonieme donoren.’

‘Mijn cliënt, een 53-jarige man, had zijn vermoedelijk biologische vader meermalen verzocht om een DNA-test af te nemen, maar dit werd door hem geweigerd. Cliënt stapte daarom uiteindelijk naar de rechter. Het ging in dit geval om twee botsende grondrechtelijke belangen die beide gebaseerd zijn op artikel 8 EVRM. Mijn cliënt baseerde daarop zijn recht om te weten van wie hij afstamt. De vermoedelijk biologische vader claimde in het kader van zijn recht op bescherming van zijn privéleven om met rust gelaten te worden. De Hoge Raad oordeelde al in 1994 dat bij botsing van deze rechten, het recht op informatie omtrent afstamming in beginsel vóórgaat.

‘Dit arrest heeft groot maatschappelijk belang’

Bij de rechtbank viel de belangenafweging dan ook in het voordeel van mijn cliënt uit. Het hof oordeelde in hoger beroep echter anders. Het hof onderkende weliswaar dat het belang van een kind om te weten van wie hij afstamt zwaar weegt, maar achtte die afstamming in dit geval voldoende duidelijk. Het hof stelde dat de gevorderde leeftijd van de vermoedelijke vader ervoor zou kunnen zorgen dat medewerking aan een DNA-test belastend zou zijn en zijn gezondheid zou kunnen aantasten. Het hof wees daarom de vordering af.

Jan Wouter Alt

In cassatie heb ik, met een beroep op het arrest uit 1994, erover geklaagd dat het hof weliswaar de daaruit voortvloeiende rechtsregel noemt, maar die vervolgens onjuist toepast. Ook heb ik betoogd dat iemand die, gelet op de feiten, een potentiële vader kan zijn, uit hoofde daarvan een verplichting heeft aan een DNA-test mee te werken. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen – hoe oud ze ook zijn – een sterke behoefte hebben om te weten wie hun biologische ouders zijn.

De Hoge Raad oordeelde dat het recht van het kind vóór het recht van de vermoedelijk ouder gaat en dat informatie over de eigen afstamming van belang is om een eigen identiteit en persoonlijkheid te kunnen vormen. Slechts onder heel uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Dit arrest heeft groot maatschappelijk belang, omdat voor het eerst ook is uitgemaakt dat een partij kan worden gedwongen (zelfs op straffe van een dwangsom als dat is gevorderd) aan een DNA-test mee te werken. Dat biedt mogelijk ook uitkomst voor kinderen van anonieme donoren.’ (NdG)


De evenredigheidstoets-zaak

De uitspraak van 2 februari van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een zaak over een woningsluiting in Harderwijk luidde een nieuw tijdperk in voor het bestuursrecht. Bij het toetsen aan het evenredigheidsbeginsel maakt de bestuursrechter voortaan onderscheid tussen de geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van het aangevochten overheidsbesluit. Advocaat Franc Pommer stond de burgemeester van Harderwijk bij. ‘Voor hem was het op dat moment een lastige uitspraak, nu zien we het anders.’

Franc Pommer

‘Deze uitspraak is een duidelijke piketpaal waarbij de Afdeling een nieuwe koers in is geslagen als het gaat om de toetsing van besluiten waarbij bestuursorganen enige beleidsruimte hebben. In totaal ging het om drie zaken waarin de Afdeling eerder om een conclusie had gevraagd aan de staatsraden advocaat-generaal Wattel en Widdershoven. Ze wilden weten hoe intensief de bestuursrechter aan het evenredigheidsbeginsel mag toetsen.

Tot de Harderwijk-uitspraak toetste de bestuursrechter bij besluiten waarbij bestuursorganen beleidsruimte hebben alleen marginaal. Maar met deze uitspraak is er meer oog voor wat de gevolgen zijn van het besluit. In de praktijk leidt het er toe dat er meer ruimte is voor de menselijke maat en de gevolgen voor de betrokkenen. Het maakt dat de rechter zelf besluiten op evenredigheid toetst zoals het bestuursorgaan dat doet. Bestuursorganen moeten voortaan dus meer onderzoek doen naar de relevante omstandigheden en belangen. Ze moeten inzichtelijk en duidelijk motiveren welk doel ze willen bereiken met het besluit en zichzelf de vraag stellen of er geen ander middel is dat minder grote gevolgen heeft om dat doel te dienen. Onderaan de streep pakte de uitspraak voor mijn cliënt slecht uit. Het was op dat moment een vervelende en lastige uitspraak. De burgemeester moest een nieuw besluit nemen over de woning in Harderwijk waarin drugs was gevonden. Door het tijdsverloop, er was door de procedure zo’n twee jaar overheen gegaan, kon hij niet meer makkelijk tot sluiting overgaan. Dat terwijl hij de situatie wel zeer ernstig genoeg vond. Uiteindelijk is er alleen een waarschuwing opgelegd.

‘Deze baanbrekende uitspraak is een hoogtepunt in mijn werk’

Het evenredigheidsbeginsel is in de loop van het jaar al meer uitgekristalliseerd en inmiddels kan ik constateren dat er al met al best begrijpelijke uitspraken worden gewezen. Uitspraken die navolgbaar zijn. Wel vind ik dat de bestuursrechter nu veel ruimte heeft. Het is in mijn ogen arbitrair en voor rechtzoekenden onzeker geworden wat een bestuursrechter een redelijk besluit vindt. Dat moet zich nog zetten in de nabije toekomst.

Ik ben sinds 2008 advocaat en ik zie deze baanbrekende uitspraak als een hoogtepunt in mijn werk. Het leuke aan de zaak was dat ik als advocaat mocht reageren op de conclusie van Wattel en Widdershoven. Ik kon een aantal punten bekritiseren en zie in de uitspraak dat daar ook iets mee is gedaan. Dat komt natuurlijk haast nooit voor.’ (FHM)


De rectificatiezaak

In april oordeelde de rechtbank Amsterdam dat Yvonne Coldeweijer eerdere berichtgeving over Samantha Steenwijk – waarin zij haar ervan beschuldigt stiekem gevaarlijke en illegale afslankpillen te hebben gebruikt – moet rectificeren op haar roddelkanaal. Advocaat Allon Kijl stond Coldeweijer bij. ‘Als ik de raadsman van mevrouw Steenwijk was geweest, had ik haar afgeraden naar de rechter te stappen.’

‘Het was niet de eerste keer dat ik een zaak deed die zoveel media-aandacht kreeg. Ik ben het inmiddels gewend om interviews te geven en te werken onder druk van camera’s in de rechtszaal. Eerlijk gezegd vond ik het in dit geval een storm in een glas water. Het was geen wereldschokkende zaak en juist door naar de rechter te stappen, legde mevrouw Steenwijk nadruk op de berichtgeving en informatie. Het zogenoemde Barbra Streisandeffect. Als ik haar raadsman was geweest dan had ik haar dat afgeraden. Mijn cliënte en ik waren vrij ontspannen en voelden geen druk door de media. In de rechtszaal mocht alleen RTL Nieuws filmen. De rechtbank had aangegeven dat zij de inhoud moesten delen met andere media, zodat het geen groot mediaspektakel tijdens de zitting zou worden.

Allon Kijl

Eiseres stelde dat de uitlatingen een ernstige inbreuk vormden op haar persoonlijke levenssfeer. Dat zij de afslankpillen nooit gebruikt had en was afgevallen door minder te eten. Mijn cliënte beschikte over informatie die het tegendeel beweerde. Ze had zelf ook onderzoek gedaan naar het afvalproces van mevrouw Steenwijk. Op basis daarvan vond zij dat ze het nieuws kon brengen. Juicekanalen hebben een functie in onze samenleving en in dat opzicht is het een evolutie ten opzichte van bijvoorbeeld een blad als Privé en showbusinessprogramma’s op televisie. In het geval van Coldeweijer wenst zij de zin van de onzin te onderscheiden. Kijk bijvoorbeeld naar de zanger die door zijn achterban werd verheerlijkt, maar zijn vrouw bleek te mishandelen. Het was cliënte die dit naar buiten bracht, waarmee het beeld van de zanger werd bijgesteld.

‘Ik vond het een storm in een glas water’

De rechter oordeelde in het kortgedingvonnis in de zaak van mevrouw Steenwijk dat mijn cliënte allereerst onder het begrip “pers” moet worden aangemerkt en dat haar daardoor bronbescherming toekomt. Ze mag zulk nieuws wel degelijk brengen, maar zij moet dergelijke berichtgeving wel aannemelijk maken. In dit geval had zij het – in de ogen van deze voorzieningenrechter – onvoldoende aannemelijk gemaakt en moest zij de berichtgeving rectificeren. Mijn verweer dat eiseres zelf regelmatig aanschuift bij RTL Boulevard en daarmee ook deel uitmaakt van de roddeljournalistiek en daarom wat meer te dulden heeft, werd helaas niet gehonoreerd.’ (NdG)