actueel
Kleine kantoren zijn minder goed in staat de technologische ontwikkeling bij te benen dan grote kantoren. Was getekend: commissie-Silvis. Het is voor de Staat slechts één reden om cliënt bij Pels Rijcken te blijven.
Het staat er echt: ‘Voor de organisatie van toegang tot kennis in advocatenkantoren is de legal tech tegenwoordig een belangrijke factor. De groei van informatietechnologie in termen van geheugencapaciteit, rekenkracht en snelheid, de ontwikkeling van steeds meer (software)toepassingsmogelijkheden op juridisch gebied, inclusief schoorvoetend artificial intelligence, kunnen leiden tot kwalitatief betere taakvervulling en tot efficiëntere werkwijzen. Die ontwikkeling is gemakkelijker bij te benen in een grote organisatie, met voldoende schaal voor investeringen, dan in kleine advocatenkantoren.’
De passage maakt deel uit van het eindrapport Commissie advocatendiensten aan de Staat, kortweg de commissie-Silvis. Die onderzocht in opdracht van justitieminister Yeşilgöz hoe de Staat zich het best kan laten bijstaan door advocaten. Directe aanleiding vormde de fraudezaak bij Pels Rijcken, die op diverse fronten diepe sporen nalaat.
In de Tweede Kamer werd in ieder geval luid geroepen om de scalp van Pels Rijcken, iets waar ze op de ministeries niet blij mee waren. Pels Rijcken weet als kantoor van de landsadvocaat enorm veel van allerlei overheidsdossiers. Overheveling van al die info naar een ander kantoor is vanuit Haags perspectief onwenselijk. Met Pels Rijcken in het staatskamp, kunnen al die – vaak langlopende – dossiers netjes blijven waar ze horen: in het archief van de landsadvocaat.
Dat is ook wat de commissie-Silvis adviseert, op louter praktische gronden. In het ruim 150 pagina’s tellend rapport wordt de advocatenmarkt nauwgezet ontleed, om vervolgens tot conclusies te komen. Zo stellen Silvis c.s. vast dat er eigenlijk maar weinig andere kantoren dan Pels Rijcken in aanmerking komen om de Staat als cliënt herbergen. Gezien het groot aantal zaken en de uiteenlopende reeks aan onderwerpen en rechtsgebieden waarmee de overheid van doen heeft, moet het sowieso een fullservice kantoor zijn, van een behoorlijke omvang. Ter vergelijking: Pels Rijcken telt tien secties en een cassatiepraktijk. Vandaar dat kleinere kantoren – die de technologische ontwikkeling toch al lastig kunnen bijbenen – afvallen.
Potentiële kandidaten van geschikte omvang zitten echter helemaal niet te wachten op de Staat als cliënt. De commissieleden spraken met vier kantoren, AKD, Van Doorne, Nysingh en NautaDutilh, en die gaven alle vier aan geen animo te hebben om kantoor van de landsadvocaat te worden. De reden is voor alle vier dezelfde: zij wensen zich niet te binden aan het (semi-)exclusiviteitsbeding dat geldt wanneer je de Staat vertegenwoordigt. Gedragsregel 15 bepaalt bovendien dat een kantoor conflicterende belangen tussen (oud-)cliënten moet vermijden. Wanneer een advocatenkantoor zich verbindt om de Staat in procedures of in adviserende zin bij te staan, kunnen de advocaten van dat kantoor dus geen zaken aannemen waarmee zij gedragsregel 15 overtreden. AKD, Van Doorne, Nysingh en NautaDutilh zouden te zeer beperkt worden in het aannemen van nieuwe cliënten en zelfs afscheid moeten nemen van bestaande cliënten.
En dus kan de Staat maar beter bij Pels Rijcken blijven, luidt de conclusie van Silvis. Om toch niet alle eieren in één mandje te leggen, krijgt de rijksoverheid wel het advies een handjevol raamcontracten te sluiten met enkele andere advocatenkantoren. Het ministerie van Financiën doet dat overigens al. Dat komt goed van pas als het om dossiers gaat waar Pels Rijcken minder goed in thuis is. Het helpt daarnaast om de prijs-kwaliteitverhouding van geleverde diensten met elkaar te vergelijken. En dat is handig om Pels Rijcken, dat de Staat in 2021 voor 45 miljoen euro aan nota’s stuurde, scherp te houden.