column

Mr. X onttrekt zich om uitstel te krijgen

Twee vennootschappen ‘die om fiscale redenen naar Nederlands recht zijn opgericht’ beklagen zich over een truc van mr. X.

Het was hommeles binnen de Nederlandse fiscale holdings. Beide hadden een procedure lopen bij de Ondernemingskamer, die een onderzoeker aanstelde.

Mr. X trad op voor de bestuurder van één van de holdings. Toen de holdings de bestuurder voor de rechtbank daagden, vroeg mr. X om uitstel tot zes weken na de afronding van het onderzoek in de OK-procedure. De rechtbank ging per fax akkoord.

Maar de advocaat van de holdings maakte bezwaar. Mr. X reageerde niet en de rechtbank belde haar waar haar antwoord bleef. Uit dat gesprek en een rolaantekening maakte mr. X op dat ze op de roldatum mocht reageren op het bezwaar.

Op de laatste dag voor de roldatum belde de rechtbank mr. X over iets anders en ontdekte ze dat ze toch gewoon op de rol stond voor antwoord. Voor een uitstelverzoek was het te laat.

Die avond onttrok mr. X zich, wat haar cliënt uitstel van vier weken opleverde.

Erge haast bleken de klagers niet te hebben: zij vroegen ook om uitstel. Maar klagen bij de tuchtrechter deden ze wel en hun advocaat klaagde mee.

In de tuchtprocedure legde mr. X uit dat ze klem had gezeten en geen andere mogelijkheid had gezien dan eruit te stappen, zodat de rechtbank haar cliënt respijt zou geven.

De Raad van Discipline Amsterdam snapt dat mr. X in het belang van haar cliënt handelde. De kans was groot dat ze anders een akte niet-dienen zou hebben gekregen, met alle nadelige gevolgen van dien. De raad begrijpt ook hoe de vergissing was ontstaan. Bovendien was het effect van haar handelen gering.

Toch was het handelen van mr. X wel een béétje tuchtrechtelijk verwijtbaar, vond de raad. Ze had zich onttrokken om uitstel te krijgen nadat ze een vergissing had gemaakt. Daar is onttrekking niet voor bedoeld. Het werd een gegrondverklaring zonder maatregel. Dus moest ze wel het griffierecht vergoeden, maar geen proceskostenveroordeling.

Mr. X moest zich laten bijten door de kat of door de hond. Wie zal het haar kwalijk nemen dat ze koos voor de kat? (ECLI:NL:TADRAMS:2022:197)