vak & mens

de dealmaker

Partnermodel op de schop

Voor het eerst opent een Nederlands accountantskantoor de deuren voor een externe financier. Lennaert Posch adviseerde de partners van De Jong & Laan bij de transactie. ‘Als je wendbaar wilt zijn, moet je kunnen investeren.’

Lennaert Posch

In een van de karakteristieke ontvangstruimten van Rutgers & Posch aan de Amsterdamse Herengracht toont Lennaert Posch (55) met enige trots een foto van zes heren rond een tafel. ‘Dit zijn de oprichters, in het bovenzaaltje van café Eik en Linde bij Artis. Vanaf de zomer van 2012 overlegden we daar regelmatig over het opzetten van een nieuw kantoor. De bijeenkomsten waren strikt geheim, omdat iedereen behalve ikzelf op dat moment nog verbonden was aan een Zuidaskantoor.’

Posch had een halfjaar eerder afscheid genomen als partner bij Stibbe, de anderen werkten bij onder andere Houthoff en Freshfields. In 2013 ontstaat Rutgers & Posch. ‘Dat was spannend, aangezien we niet als team binnen eenzelfde kantoor hadden samengewerkt. Wat ons samenbracht, was dat we vonden dat het wat vrolijker en informeler kan dan bij de grote Zuidaskantoren, maar wel met de expertise van die kantoren.’

Inmiddels telt Rutgers & Posch 34 medewerkers, van wie 28 advocaten. Anders dan veel nichekantoren die deze eeuw door Zuidasadvocaten zijn opgezet, kozen de oprichters voor een bredere aanpak. ‘We willen ook als huisadvocaat kunnen optreden en dus niet alleen een transactiepraktijk voeren.’ De oprichters brachten expertise in op het gebied van ondernemingsrecht, litigation en arbeidsrecht, snel werd daar finance aan toegevoegd.

De partners van het middelgrote accountantskantoor De Jong & Laan uit Vroomshoop zijn alweer een stap verder in de ontwikkeling van hun organisatie. Waterland, een private equity-huis met 10 miljard euro aan vermogen, neemt een belang. ‘Het is voor het eerst dat een investeringsmaatschappij participeert in een Nederlands accountantskantoor,’ zegt Posch, die met zijn team De Jong & Laan adviseerde. ‘In de accountancy is een sterke consolidatie gaande, gedreven door meer regels en toezicht en door kostbare investeringen in digitalisering. Het extra kapitaal stelt De Jong & Laan in staat om hierin een leidende rol te nemen.’ Posch voorziet dat meer accountantskantoren extern kapitaal aantrekken.

Een knelpunt bij de transactie is dat de Wet toezicht accountantsorganisaties vereist dat de zeggenschap over de controlepraktijk te allen tijde bij accountants ligt. Een bestuurder van De Jong & Laan meldde in de media dat het gaat om een investering van ‘tientallen miljoenen’, al blijft het precieze belang van Waterland geheim. ‘Er is gestreefd de transactie zodanig vorm te geven dat deze tevens toekomstbestendig is in verband met nog komende wetgeving omrent het toezicht op accountantskantoren,’ zegt Posch hierover.

De Jong & Laan zet naar eigen zeggen tegelijk in op een ‘alternatief voor het klassieke partnermodel’. Posch: ‘Binnen maatschappen gaat doorgaans jaarlijks alle overwinst naar de partners, maar dan kan nauwelijks geïnvesteerd worden. Dit model gaat bij De Jong & Laan nu op de schop. Als je echt wendbaar wilt zijn, moet je snel, substantieel kunnen investeren. De advocatuur loopt in die zin tien jaar achter op de accountancy.’