vak & mens
de dealmaker
Rente op broeikasgas
Jonathan Heeringa van Allen & Overy weet vaak ruim van tevoren wanneer zich een miljoenendeal aandient. Recent was hij betrokken bij de emissie van een bijzondere obligatie van Gasunie.
Doelgerichtheid tekent Jonathan Heeringa (43). ‘Tijdens mijn studie in Groningen ging mijn interesse uit naar effectenrecht, waarop ik in 2003 op advies van mijn professor bij Allen & Overy solliciteerde.’ Heeringa is sindsdien werkzaam binnen de praktijkgroep International Capital Markets (ICM) van het internationaal opererende advocatenkantoor, waar hij in 2018 partner werd. ‘Eigenlijk zit ik nog in mijn eerste baan.’
Binnen ICM richt Heeringa zich hoofdzakelijk op emissies van beursgenoteerde obligaties, transacties die in de miljarden kunnen lopen. ‘Soms treed ik op als adviseur aan de kant van de uitgevende instellingen, zoals ASML, KPN en Wolters Kluwer. Bij de obligatie-uitgiften van banken zit ik vaker aan de kant van de begeleidende zakenbanken die het contact met de eindbeleggers verzorgen.’
In vergelijking met roerige overnamedeals of de emissie van aandelen, is de obligatiemarkt vaak een oase van rust. ‘Het werk is doorgaans overzichtelijk,’ zegt Heeringa. ‘Het gaat meestal om herfinancieringen waarbij de uitgevende instelling van tevoren weet wanneer bepaalde leningen aflopen.’ En aangezien veel bedrijven hun obligatie-uitgiften binnen een vast raamwerk doen, een zogenoemd EMTN-programma, wordt het proces nog verder gestroomlijnd en zijn de tijdslijnen kort.
Gasunie, dat zo’n programma al meer dan vijftien jaar heeft lopen, kwam daarbinnen wel met een bijzondere variant. Het bedrijf plaatste in oktober vorig jaar zijn eerste Sustainability-Linked Bond, een obligatie waarvan de rente stijgt wanneer Gasunie in 2030 niet in staat blijkt om de uitstoot van methaan en koolstofdioxide met een zeker percentage terug te brengen. In oktober ging het om een uitgifte van 300 miljoen euro en in juni volgde een tweede ‘tranche’ van 500 miljoen. Allen & Overy adviseerde BNP Paribas, NatWest en Rabobank, De Brauw trad op namens Gasunie.
Naast transactiemanagement vormt het schrijven van het prospectus een cruciaal onderdeel van het werk. ‘Als adviseur van de begeleidende banken schreven wij het deel over de technische aspecten van de obligatie, zoals de voorwaarden van rentebetalingen en hoe het eventueel niet-halen van duurzaamheidsdoelstellingen hier invloed op heeft.’ De Brauw was verantwoordelijk voor de informatie over de uitgevende instelling die beleggers inzicht moet geven in het betalingsrisico.
Voor wie Heeringa optreedt, maakt wel verschil. ‘Het is leuk om met een dealteam van een bedrijf te werken, aangezien het niet hun dagelijkse werk is om met obligatie-emissies bezig te zijn. Door onze ervaring kun je dan echt veel waarde toevoegen, bijvoorbeeld op commerciële voorwaarden van de obligatie. Optreden voor de begeleidende banken is heel anders, want zij doen dit soort werk aan de lopende band. Je hebt dan andere discussies met je cliënt.’