actueel

Pensionado hult zich weer in toga

Het mag als een unicum gelden: een gepensioneerde advocaat die zich opnieuw laat beëdigen om een gerechtelijke dwaling teniet te doen. Het is wat de 73-jarige Pieter van der Kruijs deed.

De Bossche strafrechtadvocaat ging in januari 2020 met pensioen, na een carrière van 44 jaar. Het was mooi geweest, dacht hij.

Het pakte anders uit. Eén zaak uit het verleden bleef aan hem knagen: de Rosmalense flatmoord. Die draaide om de dood van een 37-jarige vrouw, die in 2000 met doorgesneden hals werd aangetroffen in een flatwoning.

Haar partner, de op dat moment 43-jarige Rob B., werd gearresteerd en zowel in 2004 (eerste aanleg) als in 2007 (hoger beroep) voor doodslag veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Niettemin bleef hij ontkennen. Zo ongeveer alles wat mis kon gaan, ging daadwerkelijk mis, blikt Van der Kruijs terug op de zaak. ‘Het liep eigenlijk net zoals bij de Schiedammer parkmoord en de Puttense moordzaak. Als aan het begin één keer iets fout gaat, gaat alles fout.’

Tunnelvisie vormde de basis voor de gerechtelijke dwaling, denkt Van der Kruijs. ‘Het was natuurlijk een atypische zaak. Er was sprake van een vrouw met een doorgesneden keel. OM en rechtbank gingen er zonder meer vanuit dat iemand anders dat moest hebben gedaan. Daarmee stond voor hen vast dat mijn cliënt de dader was.’

Rob B. zat uiteindelijk vijf jaar in voorarrest en negen jaar in een tbs-kliniek. Al die tijd hield hij zijn onschuld vol. De zaak kwam in 2012 weer in beweging toen criminologiestudenten van de UvA zich er in het project Gerede twijfel over bogen.

Nadat de studenten tot de slotsom kwamen dat zelfmoord aannemelijker was dan een misdrijf, vroeg Van der Kruijs in 2016 de procureur-generaal van de Hoge Raad om nieuw onderzoek. Dat verzoekschrift luidde een lange procedure in die leidde naar de herziening van het proces, eind augustus bij het hof in Arnhem.

In die zitting bepleitte de AG vrijspraak en vernietiging van het arrest van het hof in Den Bosch. Van der Kruijs hield een pleidooi van twee uur. Een louterende ervaring, zowel voor zijn cliënt als voor hemzelf. ‘Ik heb het in de eerste plaats voor mijn cliënt gedaan. In de tweede plaats voor zijn zus, die in zijn onschuld bleef geloven. En natuurlijk ook voor mezelf, omdat ik het toen zo’n frustrerende ervaring vond.’

De Rosmalense flatmoord – ‘die voortaan dus de Rosmalense zelfmoord moet heten’ – was zonder twijfel de vervelendste zaak uit zijn carrière, aldus Van der Kruijs. ‘Het was afschuwelijk. Het hof vond alles wat het OM aandroeg fantastisch. Ik heb gepraat als Brugman, maar het hielp allemaal niets. Ze zaten in een tunnel en kwamen er niet uit.’

Half augustus werd Van der Kruijs opnieuw beëdigd, na een gesprek met de deken. Ook na de uitspraak van het hof op 5 september blijft hij nog lid van de balie. ‘Er volgt nog een schadevergoedingsprocedure die ik in de steigers wil zetten.’