vak & mens

Italiaans maffiaproces grossiert in superlatieven

Het Nederlandse Marengo-proces is groot maar valt qua omvang in het niet bij het Italiaanse megaproces tegen de ’Ndrangheta. Het vergt het uiterste van de betrokken advocaten.

In Italië is het grootste strafproces uit de geschiedenis gaande tegen de ’Ndrangheta, de maffia uit Calabrië. Het gaat om meer dan 450 verdachten in totaal, iets minder dan dertig jaar eerder bij het beroemde Maxiprocesso tegen de Siciliaanse Cosa Nostra. Bij het huidige maxiproces zijn maar liefst 59 spijtoptanten betrokken, meer dan negenhonderd andere getuigen van het OM en tweeduizend getuigen van de verdediging. En – ten minste op papier – ongeveer vijfhonderd advocaten.

Het Calabrese OM gaf het strafproces de hoopvolle naam Rinascita, ‘Wedergeboorte’. De leden van de ’Ndrangheta-clans in de Calabrese provincie Vibo Valentia hebben zich volgens de aanklacht onder meer schuldig gemaakt aan moord, afpersing, woekerpraktijken, illegaal wapenbezit, het manipuleren van verkiezingen, witwassen, fictieve overdracht van goederen en allerlei soorten bedrijfsfraude. Het criminele netwerk is volgens het OM nauw verbonden met de bovenwereld. Onder de verdachten vinden zich dan ook opvallend veel ‘witte boorden’: medewerkers van politie en justitie, een voormalig burgemeester, wethouders, ondernemers en advocaten, die met de maffia zouden hebben samengewerkt.

De bunkerrechtbank waar de zittingen van Rinascita sinds januari 2021 plaatsvinden, is een speciaal verbouwd callcenter op een industrieterrein bij de stad Lamezia Terme. De rechtszaal heeft 950 zitplaatsen en aan de zijkant van de zaal zijn cellen waar tientallen gedetineerde verdachten het proces van dichtbij hadden kunnen volgen. Vanwege de pandemie bleven tot dusver de cellen echter leeg, net als een groot gedeelte van de rechtszaal.

Overal in de zwaarbeveiligde rechtbank hangen schermen die een videoverbinding mogelijk maken met 150 externe locaties. Met verdachten in detentie en voorlopige hechtenis, met kroongetuigen op geheime locaties, maar ook met advocaten die niet fysiek bij het proces kunnen zijn. Zo is een voormalig advocaat van de inmiddels overleden hoogste baas van de Siciliaanse maffia, Totò Riina, regelmatig aanwezig via een videoverbinding vanuit Rome.

De meeste advocaten zijn gevestigd in de provinciehoofdstad Vibo Valentia, vanwaar het ongeveer veertig minuten rijden is naar de bunker in Lamezia. In de praktijk zijn er per zitting gemiddeld enkele tientallen advocaten aanwezig, soms zijn ze op één hand te tellen.

Diego Brancia is een van de strafpleiters die vrijwel altijd present is. Hij verdedigt maar liefst dertig verdachten in Rinascita. Het merendeel van Brancia’s cliënten wordt ervan verdacht lid te zijn van geallieerde clans van de ’Ndrangheta. Ook verdedigt hij een politiecommandant die van corruptie en samenwerking met de maffia wordt verdacht.

Is met er zo veel cliënten in eenzelfde strafzaak geen groot risico dat er belangenconflicten ontstaan? ‘Het kan gebeuren dat ik gedurende het proces een cliënt moet adviseren om zich door een collega te laten verdedigen,’ zegt Brancia. ‘In de praktijk blijkt het erg mee te vallen. Ik let er natuurlijk ook scherp op bij het aannemen van cliënten.’

Als je daar minder goed op let, kan het levensgevaarlijk worden. Zo is in Lamezia Terme een paar jaar geleden een advocaat vermoord die cliënten had aangenomen van clans die met elkaar in een vete verwikkeld waren.

Diego Brancia

In Italië krijgen verdachten in maffiazaken de keuze tussen een gewoon en een verkort strafproces. In een verkort proces vindt geen mondelinge behandeling plaats en wordt een derde strafkorting toegepast. Brancia heeft naast zijn huidige dertigtal cliënten ook al tien verdachten in het verkorte strafproces van Rinascita verdedigd. Onder hen waren een leidinggevende ’Ndrangheta-figuur die de geëiste twintig jaar gevangenisstraf (inclusief strafkorting) kreeg en veroordeelden voor minder hoge posities, die vaak lagere celstraffen kregen opgelegd dan geëist. Het lukte Brancia vrijspraak te krijgen voor een ondernemer in toeristische resorts tegen wie tien jaar was geëist. ‘De ondernemer werd afgeperst en het OM interpreteerde zijn gedrag als samenwerking met de clan. De rechter was het met mijn verdediging eens en oordeelde dat hij geen medeplichtige, maar slachtoffer was.’

Machtigste maffia

Hoewel het megaproces Rinascita er in ambitie nauwelijks voor onderdoet, verschilt het inhoudelijk sterk van het ‘maxiprocesso’ tegen de bestuurlijke bovenlaag van de Siciliaanse georganiseerde misdaad, dat in 1992 de wraak van Cosa Nostra uitlokte in de vorm van bomaanslagen op het leven van de rechters Falcone en Borsellino. Aangezien de ’Ndrangheta, de Calabrese maffia, in tegenstelling tot de Siciliaanse, geen verticale maar horizontale organisatiestructuur heeft, heeft de organisatie in elke provincie een hoogste baas. In Rinascita worden de ’Ndrangheta-clans in de Calabrese provincie Vibo Valentia aangeklaagd, en de man die wordt aangewezen als hun hoogste baas, Luigi Mancuso.

Het megaproces onthult veel over de modus operandi van de ’Ndrangheta in de bovenwereld en illustreert ook de nationale en internationale reikwijdte van de misdaadorganisatie. De arrestaties werden uitgevoerd in elf verschillende Italiaanse regio’s en in Duitsland, Zwitserland en Bulgarije. De ’Ndrangheta is momenteel de machtigste maffia van Italië, met niet alleen operationele bases in het hele land, maar ook in diverse Europese landen, en bijvoorbeeld in Canada en Australië. Essentieel voor hun internationale groei is het geld dat de Calabrese clans verdienen met de cocaïnehandel. De Mancuso-clan voerde – zo bleek uit eerdere onderzoeken van Italiaanse justitie – via Nederlandse havens grote partijen drugs in.

Hoewel de ’Ndrangheta zich in het buitenland met opzet koest houdt om niet op te vallen, houden de clans in Calabrië hun territorium onder controle met geweld en intimidatie. Illustratief is de dodelijke aanslag met een autobom op een familie die naast een Mancuso woonde en zich niet liet afpersen om een deel van hun terrein af te staan.

Tijdnood

Van de 457 oorspronkelijke verdachten in Rinascita kozen slechts negentig het verkorte proces. Voor reguliere behandeling bleven zo meer dan 350 verdachten over. Het vermoeden bestaat dat er strategisch en masse werd gekozen voor het gewone proces om het OM in tijdnood te brengen. Er ligt op de officieren grote druk om het strafproces in eerste aanleg binnen drie jaar rond te krijgen – de verdachten in voorlopige hechtenis moeten namelijk, ook als er nog geen vonnis is, na drie jaar worden vrijgelaten. Velen van hen hebben in Calabrië of elders ingenieus verstopte schuilbunkers ter beschikking en zouden direct uit het zicht van de autoriteiten kunnen verdwijnen.

Om vaart te maken vinden sinds januari 2021 drie à vier keer per week zittingen plaats. In totaal zijn er ongeveer 250 zittingen geweest, waarin tot nu toe alleen nog de spijtoptanten ofwel kroongetuigen (de correcte Italiaanse term is collaboratori di giustizia) en andere getuigen van het OM zijn verhoord door de officieren en advocaten. Zittingen duren meestal van 10.00 tot 19.00 of 20.00 uur, met een korte lunchpauze rond 14.00 uur.

‘Dit werk is riskant, maar ook verslavend’

De verdachten die de rechtszaak volgen via videoverbinding zitten vaak met twee of drie in een kamertje, achteroverleunend met de armen over elkaar of juist met een tafel vol stapels dossiers voor zich en een pen in de aanslag om aantekeningen te maken.

Hoe ervaart advocaat Brancia de digitale aanwezigheid van zijn cliënten? ‘Vroeger waren gedetineerden bij zittingen achter tralies aanwezig en kon ik in de pauze even langs de cel lopen om met ze te praten. Dat vond ik een stuk prettiger werken.’

Bij elke zitplaats voor de advocaten staat een vaste telefoon, waarmee ze kunnen bellen met hun cliënten. ‘Sommigen worden in de gevangenis een beetje paranoïde en bellen me vaak tijdens de zitting.’

Het maxiproces heeft op zijn leven vergaande invloed, zegt Brancia: ‘Ik moet fit blijven en goed slapen, ik drink niet en ik let op wat ik eet. Sinds ik aan deze zaak werk, werk ik zeven dagen per week. Ik heb geen sociaal leven. Maar dat vind ik niet erg, want ik hou zo veel van mijn werk dat het mijn bestaansreden is geworden.’

Vakantiedagen gebruikt hij regelmatig om naar zijn cliënten te reizen en ze op de hoogte te brengen van de voortgang van het proces. Daarvoor moet hij naar de zwaarbewaakte gevangenissen in het noorden en midden van Italië. Dat het contact tussen advocaat en cliënt daar gesurveilleerd wordt en er beeld- en geluidsopnames van worden gemaakt, hindert Brancia niet. ‘Ik vind het geen enkel probleem. Integendeel, ik word erdoor beschermd.’

Familie van verdachten die op zijn kantoor willen langskomen, wijst hij de deur. Hij wil niet riskeren dat hem gunsten worden gevraagd die hem zouden compromitteren.

Zijn er repercussies te verwachten als het vonnis uiteindelijk tegenvalt? ‘Niet als je tijdens het proces alles geeft. Ik moet mijn cliënten als een leeuw verdedigen.’

De bunkerrechtbank bij Lamezia Terme

Brancia zegt nooit bedreigingen te hebben gehad. Hij legt uit dat hij heel bewust een zeer grote afstand bewaart tot zijn cliënten. ‘Het is voor mij essentieel dat ik geen vriendschappelijke of vertrouwelijke persoonlijke relatie met hen aanga. Ik vraag ze nooit of ze schuldig zijn of niet, noch of ze mij hun versie van het verhaal willen vertellen. Als ze me iets willen vertellen dan kunnen ze dat doen, maar er zijn vaak genoeg momenten dat ik ze vraag te stoppen. Mijn interpretatie van het begrip dominus litis is dat ik mijn verdediging baseer op de feiten die in de stukken staan. Dat is voor de verdachte overigens ook vaak het gunstigst. Het enige andere wat me interesseert is of er mensen zijn die ten gunste van mijn cliënt kunnen getuigen.’

‘Ik vraag ze nooit of ze schuldig zijn of niet’

Pittelli

De relatie tussen advocaten en cliënten in maffiaprocessen is in Rinascita zelf een belangrijk thema geworden. Allereerst vanwege de beschuldigingen van het OM aan het adres van Giancarlo Pittelli, een voormalig politicus die als strafpleiter decennialang prominente ’Ndrangheta-figuren heeft verdedigd, onder wie Luigi Mancuso, de hoofdverdachte in Rinascita. In de Italiaanse pers verschenen beelden van hoe de twee met armen over elkaars schouders over straat liepen en samen uit eten gingen. In afgeluisterde gesprekken praat Pittelli bijna vertederd over Mancuso. Volgens het OM regelde de advocaat allerlei gunsten voor de beruchte clanleider en zijn netwerk. Van geheime informatie over onderzoeken van justitie en pogingen tot corruptie van rechters, tot een bezoek aan de decaan van de universiteit waar de dochter van Mancuso geneeskunde studeerde, dat ervoor zorgde dat ze slaagde voor een examen waar ze in feite voor was gezakt.

Voor zijn verdediging in Rinascita koos Pittelli drie collega’s, van wie er één, Salvatore Staiano, momenteel zélf ook weer wordt vervolgd. Staiano zou voor een voormalige veroordeelde cliënt valse gezondheidsverklaringen hebben geregeld zodat hij zijn gevangenisstraf op een comfortabeler manier kon uitzitten in een privékliniek. Dat deze cliënt, voormalig maffialid Mantella, inmiddels samenwerkt met justitie en in Rinascita als kroongetuige wordt gehoord, resulteerde tijdens zittingen in explosieve confrontaties met zijn voormalige advocaat Staiano. De spijtoptant beschuldigde Staiano tijdens de verhoren nota bene van nog serieuzere misdrijven, zoals het corrumperen van rechters om vonnissen te ‘repareren’, ofwel het regelen van lagere straffen in hoger beroep. Staiano ontkent met klem alle beschuldigingen. Hij zegt dat Mantella liegt en hem schriftelijk bedreigd heeft met de dood.

Een andere belangrijke kroongetuige in Rinascita, die door rechters in eerdere strafprocessen geloofwaardig werd bevonden, krijgt rechtsbijstand van advocaat Giovanna Fronte. Terwijl de verdediging van verdachten van maffiamisdrijven wordt betaald door de cliënten zelf, wordt de rechtsbijstand van kroongetuigen door de staat gefinancierd. Dat houdt bepaald niet over. Fronte vertelt dat ze voor 33 zittingen van in totaal 240 uur een bedrag kreeg uitbetaald van in totaal 1.600 euro.

‘Geweld van de ’Ndrangheta heb ik zelf nog niet ondervonden’

Naast de kroongetuige verdedigt zij slachtoffers die getuigen in het proces. Zoals Vittoria Sicari, die lange tijd geleden haar appartement te koop zette. Een lid van de Mancuso-clan deed zich voor als mogelijke koper en vroeg haar de sleutel om een aantal kamers op te meten. Vervolgens nam hij direct met zijn gezin zijn intrek in de woning. Tot op de dag van vandaag, 23 jaar later, zijn zij nog steeds niet uit het huis vertrokken. Een aangifte van mevrouw Sicari leverde haar niets op behalve doodsbedreigingen, en pas enkele jaren geleden vond ze in Fronte een advocaat die het aandurfde om haar te verdedigen.

Giovanna Fronte

Giovanna Fronte, al meer dan dertig jaar advocaat, heeft weleens bedreigende boodschappen ontvangen maar naar eigen zeggen nooit persoonsbescherming nodig gehad. ‘Geweld van de ’Ndrangheta heb ik zelf nog niet ondervonden, van tegenpartijen in andere zaken overigens wel! Met name bij scheidingen kunnen de gemoederen hier hoog oplopen. Mijn auto is bijvoorbeeld verschillende keren vernield.’

Processtukken

Giuseppe Artusa is advocaat van de wederpartij, de man die zich het huis toe-eigende. Samen met een collega verdedigt hij in Rinascita twintig verdachten. Op de vraag of hij ook samen optrekt met advocaten van andere verdachten, antwoordt Artusa: ‘We stemmen in de regel geen strategieën af. Maar het kan weleens gebeuren dat we elkaars zaken vooruithelpen en dat we informatie met elkaar uitwisselen. Het arrestatiebevel was al 14.000 bladzijden, en inmiddels bestaan alle processtukken samen uit honderdduizenden pagina’s. Niemand van ons heeft die allemaal gelezen.’

Artusa vertelt dat dit zijn eerste maffiaproces is. ‘Ik bestudeer al ongeveer twintig jaar de georganiseerde misdaad en heb veel over maffiazaken geleerd van oudere advocaten. Ik ben bij de zittingen aanwezig om alles te volgen en mijn collega op de hoogte te houden. Hij bestudeert intussen de relevante delen van de processtukken en verzorgt in de praktijk vaak de tegenverhoren.’

Ligt er volgens hem een sociaal stigma op het verdedigen van maffiosi? ‘In andere delen van Italië misschien wel, maar in Calabrië is daar geen sprake van,’ zegt Artusa. ‘Mensen leven hier al eeuwen met de maffia samen en hebben een genuanceerd beeld van de criminele realiteit, waardoor ze minder geneigd zijn tot zwart-witdenken.’

Voor zowel Giuseppe Artusa als Diego Brancia vormt Rinascita de climax van hun carrière tot nu toe. Wat Brancia betreft, loopt de zaak nog lang door. ‘Dit werk is riskant, maar ook verslavend. Het proces geeft me een enorme adrenalinekick en ik ben bang dat ik na afloop in een soort depressie geraak. Ik zal een proces nodig hebben dat minstens even complex, raadselachtig en uitdagend is als Rinascita. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat zoiets voorhanden zal zijn.’

Sanne de Boer is auteur van ‘Mafiopoli: een zoektocht naar de ’Ndrangheta, de machtigste maffia van Italië’ (Nieuw Amsterdam, 2020). Ze woonde gedurende anderhalf jaar zittingen van het megaproces in Calabrië bij. Deze reportage is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.