vak & mens interview

Deken in ballingschap

Met de taliban aan de macht zijn advocaten in Afghanistan hun leven niet zeker. Een enkeling wist op tijd te vluchten, onder meer naar Nederland en België. Onder hen een deken, die in ballingschap poogt de moed erin te houden.

Elke dag probeert de 42-jarige Ahmad Rafi Nadiri collega’s in Afghanistan online te bereiken. Dat lukt lang niet altijd, niet iedereen heeft er gemakkelijk toegang tot internet. ‘Het voornaamste wat ik probeer te doen is moed inspreken, de hoop levend houden. Soms kunnen we concreet hulp bieden. Maar de leefomstandigheden in Afghanistan worden steeds moeilijker.’

Straf- en familierechtadvocaat Nadiri was tot de machtswisseling bestuurslid van de Afghanistan Independent Bar Association en deken van de westelijke regio Herat. De AIBA bestaat de facto niet meer omdat de taliban de onafhankelijkheidsstatus teniet hebben gedaan. Elke Afghaanse advocaat moet zich opnieuw registreren bij het ministerie van Justitie. Alleen advocaten die zich conformeren aan het talibanregime worden toegelaten. Vrouwen zijn bij voorbaat uitgesloten.

Zelf slaagde Nadiri er vorig jaar augustus ternauwernood in te vluchten, geholpen door de NAVO en het Belgische leger. Hoewel de taliban de hoofdstad Kabul al in handen hadden, konden Nadiri en zijn gezin nog mee op een vlucht naar Islamabad, en van daaruit naar Brussel. ‘Er was extra haast geboden bij mijn vertrek omdat ik al verschillende bedreigingen had ontvangen van de taliban. Als AIBA-bestuurslid hield ik me bezig met mensen- en vrouwenrechten. Bovendien was ik ook betrokken bij een project van de NAVO. Ik kon geen moment langer blijven.’

‘Het probleem is dat de taliban beschikken over de databank van de AIBA en daarmee over alle gegevens van advocaten’

Met acht anderen werkte Nadiri samen in een meerjarig NAVO-project, om militairen wegwijs te maken in de Afghaanse cultuur. Vijf dagen na zijn evacuatie haalde het Nederlandse leger zes van zijn teamleden weg uit Kabul. Zij wonen momenteel in Gouda, met hun gezin. Onder hen drie advocaten. Twee teamleden konden niet op tijd worden geëvacueerd en bleven achter. Zij wonen nog in Herat, onder moeilijke omstandigheden, zegt Nadiri. ‘Af en toe hebben we contact, ze zijn ondergedoken.’

Nadiri, zijn vrouw (ook advocaat) en hun twee kinderen wonen in het Vlaamse Roeselare, in een tijdelijke woning. Van daaruit onderhoudt hij niet alleen contact met zijn vaderland, maar probeert hij ook de westerse aandacht vast te houden. ‘Vooral de vrouwen in Afghanistan hebben het moeilijk, de vrouwelijke advocaten in het bijzonder. Bijna een derde van de zesduizend Afghaanse advocaten is vrouw. Zij mogen hun werk niet meer doen, ze worden als het ware gegijzeld, zijn gevangene in eigen land. Heel recent pleegde een vrouwelijke advocaat zelfmoord omdat ze geen uitweg meer zag. Ze mocht niet meer buiten de deur werken en evacuatie bleek niet mogelijk.’

Slechts een paar honderd advocaten hebben Afghanistan weten te ontvluchten, schat Nadiri. Een handvol verblijft momenteel in Nederland. ‘Er lagen wel plannen voor de evacuatie van rechters en openbaar aanklagers, maar niet voor advocaten. Die waren op zichzelf aangewezen.’

Advocaten die zich hebben ingezet voor mensenrechten in het algemeen of voor vrouwenrechten in het bijzonder zijn hun leven niet zeker, zegt Nadiri bezorgd. ‘Het probleem is dat de taliban beschikken over de databank van de AIBA en daarmee over alle gegevens van advocaten. Iedereen die zich heeft ingezet voor mensenrechten wordt eruit gepikt. Het is slechts een kwestie van tijd voordat ze in de gevangenis belanden.’

Extra complicatie is dat de taliban alle gedetineerden op vrije voeten hebben gesteld zodra ze de macht hadden overgenomen. ‘De meesten van hen zijn taliban-leden. Veel advocaten worden door deze mensen bedreigd.’

Samen met andere gevluchte bestuurders van de AIBA en met steun van de IBA (International Bar Association) probeert Nadiri de advocatenorde nieuwe leven in te blazen, in ballingschap. Ze hopen in Brussel een nieuw hoofdkantoor in te richten, maar elk ander Europees land voldoet ook. Via de ‘AIBA in Exile’ willen ze druk blijven uitoefenen op het talibanregime en hulp bieden aan individuele advocaten. ‘Een groot aantal advocaten moet zo snel mogelijk het land uit. Alleen al in Herat gaat om ongeveer 25 vrouwen en 35 mannen die op de zwarte lijst van de taliban staan. Soms slagen we erin een evacuatie te organiseren, samen met de CCBE of met de Duitse orde van advocaten.’

Nadiri zelf leert ondertussen Nederlands in de hoop betaald werk te vinden en daarmee ook een woning. ‘Dat is een probleem waar ook de Afghaanse advocaten mee kampen die in Nederland zitten. Het zou fijn zijn als Nederlandse advocaten hun vakgenoten kunnen helpen bij de integratie. Hulp bij de oprichting van de AIBA in ballingschap is eveneens meer dan welkom. Maar ook financiële steun kan ons helpen om onze mensen in Afghanistan bij te staan en hun leven te redden.’